Een onderzoek naar de aansluiting van de activeringsregimes van UWV en Bijstand in Rotterdam Zuid
De stad Rotterdam heeft de laatste jaren positieve ontwikkelingen doorgemaakt. Gelijke kansen en mogelijkheden voor iedere Rotterdammer blijft een grote opgave. De kwaliteit van onderwijs is essentieel om Rotterdams talent optimaal te ontwikkelen. De Kenniswerkplaats Rotterdams Talent draagt al sinds 2011 bij aan kennisontwikkeling en kennisuitwisseling op het gebied van onderwijsbeleid en de praktijk van het onderwijs in Rotterdam. Gevraagd en ongevraagd werken we met kennis- en onderwijsinstellingen aan een beter onderwijs in Rotterdam. Met dit manifest biedt de Kenniswerkplaats Rotterdams Talent het nieuwe college en onderwijsbesturen specifieke aanbevelingen voor robuust en passend Rotterdams onderwijs.
LINK
De stad Rotterdam heeft de laatste jaren positieve ontwikkelingen doorgemaakt. Gelijke kansen en mogelijkheden voor iedere Rotterdammer blijft een grote opgave. De kwaliteit van onderwijs is essentieel om Rotterdams talent optimaal te ontwikkelen. De Kenniswerkplaats Rotterdams Talent draagt al sinds 2011 bij aan kennisontwikkeling en kennisuitwisseling op het gebied van onderwijsbeleid en de praktijk van het onderwijs in Rotterdam. Gevraagd en ongevraagd werken we met kennis- en onderwijsinstellingen aan een beter onderwijs in Rotterdam. Met dit manifest biedt de Kenniswerkplaats Rotterdams Talent het nieuwe college en onderwijsbesturen specifieke aanbevelingen voor robuust en passend Rotterdams onderwijs.
LINK
Onderzoek naar de vormgeving van het leerecosysteem Coolhaven Collab, een culturele proeftuin, in het kader van Rotterdamse cultuurbeleid 2021-2024. In het kader van de regioplannen in het cultuurbeleid is er plaats voor regionale proeftuinen. In de regio Rotterdam bestaat de proeftuin uit het project Campus Coolhaven. In Campus Coolhaven werken Maastheater/Maaspodium, Grounds/WMDC, Jeugdtheater Hofplein, Codarts, het Albeda College (MBO theater/dans /muziek) en schoolbestuur LMC (theatermavo; havo/vwo voor muziek en dans) samen. Al deze instellingen werken in Coolhaven. De ambitie is, aldus de aanvraag, “het bieden van ruimte en perspectieven aan creatief MBO-talent (16 tot 25 jarigen) binnen de podiumkunsten, dat daarmee kan doorstromen naar een diverse creatieve beroepspraktijk of het HBO kunstvakonderwijs”. Op de achtergrond speelt de observatie mee dat in de superdiverse stad Rotterdam een deel van het potentiële talent ‘onder de radar’ van de formele culturele infrastructuur blijft, en dat dat ongewenst is. In het project wordt daarom gewerkt aan het ‘slechten van drempels’ en daarbij wordt de informele culturele infrastructuur (grassroot-organisaties, bijvoorbeeld van minderheden in Rotterdam) actief betrokken. In het projectplan is € 20.000 gereserveerd voor een onderzoek naar MBO talent dat zich zowel binnen het formele circuit ontwikkelt als erbuiten in communities en het betrekken van mensen uit die communities bij het traject. Dit doen de proeftuinorganisaties door het scouten en volgen van een aantal talenten in verschillende fases, het uitnodigen van mensen uit die communities bij de instellingen voor kennismaking/workshops/ontmoetingen etc. Aan prof.dr. Evert Bisschop Boele, bijzonder hoogleraar ‘betekenis van cultuurparticipatie’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en lector Kunsteducatie aan de Hanzehogeschool Groningen, is gevraagd om met een plan te komen om dit onderzoek uit te voeren.
Ruimte voor werk in de stad houden of krijgen, is voor MKB-ers problematisch. Dat ervaart het MKB en wordt onderkend door de gemeenten. Met alle aandacht voor woningbouw, dreigt de ruimte voor werk tussen wal en schip te vallen. Uit eerder onderzoek blijkt dat om verschillende redenen behoud en ontwikkeling van werkruimten in onze steden essentieel is om maatschappelijke opgaven aan te pakken. Specifiek uitdagend voor ondernemers is hoe zij in de gebiedsontwikkeling – die veelal de transformatie van monofunctioneel bedrijventerrein naar stadswijk met wonen behelst – een positie krijgt. Beloftevol zijn de collectief georganiseerde vormen van bedrijfshuisvesting die eveneens bijdragen aan de economische en duurzame stedelijke ontwikkeling, dikwijls ontstaan op plekken die in transformatie zijn. In ons onderzoek verkennen we alternatieve wijzen van exploitatie en ontwikkeling van gebouwen en gebieden vanuit de kracht van het lokale MKB. Twee gebieden staan centraal: het Rotterdamse Keilekwartier en Utrechtse Werkspoorkwartier. Hier maken MKB-ers als collectief ruimte voor werk en beïnvloeden de procesgang van gebiedsontwikkeling. Om de praktijkvraag ‘Hoe kan locatiegebonden collectief ondernemerschap bijdragen aan de procesgang van gebiedsontwikkeling en ook ruimte voor werk veiligstellen?’ te beantwoorden gaan we stapsgewijs het concrete praktijkgeval in context verkennen, beginnende in de Rotterdam. Omdat het een opschalingsvraagstuk betreft, willen we praktijklessen te leren door te variëren in de context. Vervolgens verbinden we de twee praktijkgevallen onderling, om te eindigen met een sessie waarin ook de context van een vijftal gemeentelijke overheden wordt ingebracht. De praktijkvraag raakt aan verschillende praktijken: ruimtelijke ontwikkeling; vastgoed; economisch beleid en het gemeentelijk instrumentarium. Hiertoe bundelen we kennis uit drie lectoraten van drie hogescholen. Het is een opmaat voor een langdurige samenwerking op het thema ruimte voor werk. De inzichten voor onze praktijken uit de KIEM ontsluiten we in een open acces whitepaper.
Lokale innovatie is essentieel voor steden om te reageren op maatschappelijke uitdagingen zoals de energietransitie, klimaatadaptatie, circulariteit en digitalisering. Om deze innovaties niet alleen economisch haalbaar te maken, maar ook een impact op de maatschappij te laten hebben, is het nodig dat burgers, ambtenaren en lokale ondernemers hier samen aan werken. Creativiteit en creatieve competenties zijn hierbij van cruciaal belang om initiatieven te ontwikkelen met maatschappelijk verdienvermogen. Ontwerpers en ontwerpbureaus hebben al laten zien dat zij een rol willen spelen in deze samenwerkingen. Om deze samenwerkingen verder te versterken, ontwikkelt dit project een Creatieve Competentiekaart voor Co-Creatie (CCCC) voor de stad Rotterdam. De vier fasen van het project behandelen vier daaruit voortvloeiende onderzoeksvragen. Welke initiatieven bestaan al binnen Rotterdam waar burgers, lokale ondernemers en ambtenaren samen aan werken? Welke creatieve competenties bestaan er die relevant zijn voor lokale initiatieven? Hoe werken de Rotterdamse initiatieven samen, welke creatieve competenties komen daarbij van pas en welke missen in de samenwerking? Hoe kunnen Rotterdamse ontwerpbureaus hun creatieve competenties inzetten om initiatieven met burgers, ambtenaren en lokale ondernemers te ondersteunen? De antwoorden op deze vragen vormen vier lagen van de 'Creatieve Competentiekaart voor Co-Creatie'. Hiermee komt het netwerk en kennis beschikbaar over lokale initiatieven met maatschappelijk verdienvermogen en kunnen geïnteresseerden aansluiten. Daarnaast legt de CCCC de basis voor vervolgonderzoek naar methodes om creatieve competenties in de stad te ontwikkelen. Het onderzoek in het project wordt uitgevoerd in samenwerking met drie Rotterdamse ontwerpbureaus die betrokken zijn bij co-creatie-initiatieven in de stad, en in samenwerking met de gemeente en twee actieve burgergemeenschappen. Het onderzoek omvat drie studentenstages. Het project streeft ernaar om gedurende de looptijd van het project een breder netwerk van partners aan te trekken.