Dit artikel onderzoekt immuniteit buiten de contouren van een menselijk lichaam en een biopolitiek kader in het plantwetenschappelijk materieel-discursief object van het superonkruid met zijn resistentie en tolerantie voor herbiciden. In plaats van categorisch aan te nemen dat alle vormen van immuniteit en immuunsystemen plaatsvinden binnen de abstracte categorie van het (menselijk) lichaam, besteedt het artikel aandacht aan de manier waarop het superonkruid als analytisch en synthetiserend brandpunt het concept van immuniteit gaat bevolken en erdoor bevolkt wordt. In het algemeen beweert de auteur dat de materiële dimensie van het superonkruid kan worden gezien als een uitbreiding van of aanvulling op noties van het individuele, autonome en begrensde menselijke lichaam, maar dat deze materiële dimensie ook zijn eigen subjectpositie kan ondermijnen. Door het concept van immuniteit los te koppelen van zijn 'oorsprong' in het menselijk lichaam, kunnen nieuwe ontologische gronden voor menselijke en niet-menselijke politieke ecologieën worden bedacht, met een andere vorm van belichaming, die noch negatief, noch bevestigend zijn.
MULTIFILE
In de huidige landbouwsector worden grote hoeveelheden gewasbeschermingsmiddelen gebruikt, wat leidt tot hoge kosten voor telers. De verwachte aanscherping van wetgeving dwingt de industrie om efficiëntere spuitmethoden te onderzoeken. Een veelbelovende oplossing is het implementeren van precisiespuiten, die niet alleen het gebruik van chemicaliën vermindert, maar ook kostenbesparingen oplevert en kan voldoen aan strengere milieuwetgeving. De technologie achter precisiespuiten maakt gebruik van real-time data, verzameld door camera's op de spuit, of van taakkaarten waarvoor van tevoren het land is in gescand. Beide mogelijkheden hebben verschillende kosten en besparingen. Hoewel er momenteel onvoldoende concrete data beschikbaar is om definitieve conclusies te trekken, wordt verwacht dat met een toename van het aantal precisiespuiten op het land betrouwbaardere resultaten kunnen worden verkregen. Op de lange termijn lijkt de aanschaf van een real-time precisiespuit aantrekkelijk, vooral voor grotere telers. De ontwikkeling die gepaard gaan met het verzamelen van meer data zal ook een beter inzicht geven in de effecten van precisiespuiten op de gewaskwaliteit, wat van belang is voor het berekenen van de effecten op de kosten.
DOCUMENT
De fysische, chemische en microbiologische gevaren van het opwerken van vezelcomponenten uit reststromen van uien zijn geanalyseerd op basis van literatuuronderzoek. Uienreststromen zijn geschikt voor het winnen van olie door middel van stoomdestillatie of eiwitten door middel van iso-elektrische precipitatie. Bij deze processen wordt ook de uienschil verwerkt. Er blijft o.a. een vezelrijke fractie over die in principe geschikt is voor humane consumptie. Fysische vreemde delen vormen zeer zelden een acuut risico voor de gezondheid. De meest voorkomende pesticiden op ui zijn maleïnehydrazide, fluopyram en fipronil. Incidenteel kan de maximaal toelaatbare hoeveelheid van een pesticide overschreden worden, maar dit heeft geen acute nadelige gezondheidsgevolgen. Van zware metalen is er alleen Europese wetgeving voor gehaltes aan lood en cadmium in ui. Microbiologische gevaren voor de processen zijn gerelateerd aan vegetatieve cellen, toxines of sporen van pathogenen. Vegetatieve cellen zijn alleen een risico voor onverhitte vezelfracties of na kruisbesmetting. Toxines kunnen nog actief zijn na stoomdestillatie en ook na pasteurisatie van eiwitpasta. Hetzelfde geldt voor de sporen van bacteriën. Om ontkieming van sporen te voorkomen moet de uienstroom boven 48 °C gehouden worden of snel worden gekoeld .
MULTIFILE