Het pakket bestaat uit vier cd-roms met beeldfragmenten van 'good practices': lees- en spellinginterventies in onder- en bovenbouw, specifieke interventies (Ralfi, compenserende software e.d.) en dyslexiebeleid. In de uitgebreide handleiding zijn per fragment de theoretische achtergronden en de inzetbaarheid toegelicht. Uitgebreide literatuurverwijzing biedt de gebruiker mogelijkheden voor verdere (zelf)studie. Primaire doelgroep: leerkrachten, zorgspecialisten, intern begeleiders en directies. Verder: besturen, samenwerkingsverbanden, onderwijsbegeleidingsdiensten, nascholings- en opleidingsinstituten.
DOCUMENT
Het Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie (ERWD) biedt een stappenplan voor passend rekenwiskundeonderwijs wanneer de rekenwiskundige ontwikkeling van een leerling niet optimaal verloopt.
DOCUMENT
Begin 2004 werd door de Faculteit Educatie van de Hogeschool Utrecht en een aantal geïnteresseerde scholen een pilottraject gestart, waarbij het opleiden van nieuwe docenten op de werkplek geïntegreerd binnen het professionaliserings- en innovatiebeleid van de scholen moest plaatsvinden. De vraag naar een dergelijk traject kwam voort uit ontevredenheid met de bestaande opleidingssituatie, waarbij vooral de scholen aangaven, dat de traditionele opleidingsstructuur niet langer voldoet aan de standaarden in het vmbo. (Miniconferentie Bevoegd en bekwaam, Utrecht, 17-12-2003). Tijdens de VMBO-conferentie Samen op Scholen (Utrecht, 2004) gaven de betrokken zeven scholen en twee opleidingen (in deze eerste fase met name het Seminarium voor Orthopedagogiek en het Instituut Archimedes te Utrecht) het startsein voor het Samen op Scholen traject. Het verloop en de evaluatie van dit traject is zowel van belang voor de deelnemers als voor het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO), dat zich immers richt op het optimaliseren van de arbeidsmarkt in de onderwijssector. De initiatiefnemers van de pilot vroegen daarom het SBO om ondersteuning, onder andere in de vorm van een monitor. Daarbij moesten vooral de volgende aspecten in kaart gebracht worden: De rolverdeling tussen de school en de verschillende opleidingspartners. De aansluiting van het opleidingstraject bij de specifieke behoeften van het VMBO. De ervaringen van het werkplek leren van zowel aankomende docenten als zittend personeel. De ervaringen met het werken in een elektronische leeromgeving. (notitie SBO, 27-02-2004).
DOCUMENT
Veel van de isolatiematerialen die we momenteel gebruiken, zoals glaswol en steenwol, hebben een behoorlijke impact op het milieu en zijn niet circulair. Gelukkig zijn er alternatieven die beter zijn voor de natuur, zoals isolatie gemaakt van biobased materialen zoals houtvezels en hennepvezels. Deze materialen zijn hernieuwbaar en hebben vrijwel geen nadelige effecten op het milieu, zijn gunstig voor een gezond binnenklimaat in een woning, terwijl ze nog steeds goede isolerende eigenschappen hebben. De ambitie van de rijksoverheid is dat in 2030 minstens 30% van de nieuwbouwwoningen uit minimaal 30% van deze biobased materialen bestaan. Hetzelfde percentage geldt als doelstelling voor isolatiemaatregelen voor verduurzaming en voor de gebruikte materialen voor utiliteitsbouw. Een nieuwe ontwikkeling is het gebruik van mycelium, schimmels die zorgen voor de groei van een materiaal wat ingezet kan worden als isolatie. Mycelium heeft isolerende en akoestische eigenschappen, is waterafstotend en brandwerend. Mycelium panelen op de huidige markt worden belemmerd in hun ontwikkeling doordat ze in mallen worden gegroeid, hierdoor kunnen er geen grotere diktes bereikt worden in verband met de benodigde groeiomstandigheden van mycelium. Dit leidt tot verminderde isolerende eigenschappen. Door geavanceerde 3D-printtechnieken te gebruiken waarbij er complexe vormen geprint kunnen worden die de groei van mycelium bevorderen ook op grotere diktes, willen we in dit 1-jarige KIEM project onderzoeken hoe we een innovatief mycelium isolatiemateriaal kunnen ontwikkelen, geschikt voor 3D printers, dat nog beter past bij de behoeften vanuit de markt. De resultaten van deze studie kunnen aantonen dat de toepassing van biobased isolatiematerialen en geavanceerde productiemethoden niet alleen leiden tot een efficiëntere isolatie van gebouwen, maar ook de milieueffecten vermindert en nieuwe mogelijkheden biedt voor diverse en grootschalige toepassingen.
A-das-PK; een APK-straat voor rijhulpsystemen Uit recent onderzoek en vragen vanuit de autobranche blijkt een duidelijke behoefte naar goed onderhoud, reparatie en borging van de werking van Advanced Driver Assistance Systems (ADAS), vergelijkbaar met de reguliere APK. Een APK voor ADAS bestaat nog niet, maar de branche wil hier wel op te anticiperen en haar clientèle veilig laten rijden met de rijhulpsystemen. In 2022 worden 30 ADAS’s verplicht en zal de werking van deze systemen ook gedurende de levensduur van de auto gegarandeerd moeten worden. Disfunctioneren van ADAS, zowel in false positives als false negatives kan leiden tot gevaarlijke situaties door onverwacht rijgedrag van het voertuig. Zo kan onverwacht remmen door detectie van een niet bestaand object of op basis van verkeersborden op parallelwegen een kettingbotsing veroorzaken. Om te kijken welke gevolgen een APK heeft voor de autobranche wil A-das-PK voor autobedrijven kijken naar de benodigde apparatuur, opleiding en hard- en software voor een goed werkende APK-straat voor ADAS’s, zodat de kansrijke elementen in een vervolgonderzoek uitgewerkt kunnen worden.
National forestry Commission (SBB) and National Park De Biesbosch. Subcontractor through NRITNational parks with large flows of visitors have to manage these flows carefully. Methods of data collection and analysis can be of help to support decision making. The case of the Biesbosch National Park is used to find innovative ways to figure flows of yachts, being the most important component of water traffic, and to create a model that allows the estimation of changes in yachting patterns resulting from policy measures. Recent policies oriented at building additional waterways, nature development areas and recreational concentrations in the park to manage the demands of recreation and nature conservation offer a good opportunity to apply this model. With a geographical information system (GIS), data obtained from aerial photographs and satellite images can be analyzed. The method of space syntax is used to determine and visualize characteristics of the network of leisure routes in the park and to evaluate impacts resulting from expected changes in the network that accompany the restructuring of waterways.
Lectoraat, onderdeel van HAS green academy
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool