We extend a standard for doing agile scrum teamwork in education that permits individual assessment within teams (IAFOR ECE2020). Since the teacher's bandwidth in education is limited and increasingly under pressure, we focus on course design options that can be used to leverage the bandwidth. One economizing option in courses is to let teams prerecord prototype presentation videos before sprint review takes place. This allocates expensive teacher's time to team interrogation time which enriches interaction and engagement and enables effective sharing between teams to improve communication flow in sparse stakeholder feedback scenarios. We also describe three learning analytic pathways that can be smartly integrated into learning dashboards to monitor student and team progress or into learning recommender systems and chatbots to generate action-directed, just-in-time feedback and advice to students. The first one is for setup that enables control of important team diversity and student inclusion parameters such as demographic, personality and professional traits that are known from the student population in advance and that enables handy attribution of 21st-century skill sets within teams. The second one is the product pathway that builds on a datastream generated from qualitative, quantitative and immersive product features that are known from prototyping. The third one is the process pathway in which information on 21st-century skills is generated that are at play in individual and dynamic team processes. We are convinced that these extensions will further enable effective learning technology that is directed to applying agile scrum in education efficently, both for students as teachers.
DOCUMENT
Scrum is increasingly becoming an essential product development methodology for project education in modern curricula, however, individually assessing students that work in scrum projects as applied in the professional work field remains extremely challenging until date. In scrum, students team up in order to deliver high-quality products in projects that are directed to real business stakeholders in order to enhance professional productivity and allow for flexibility to product requirements. Our new standard adds up to this methodology in three ways. First, we propose to represent the common language that is relevant to stakeholders, product owners and development teams in terms of epic, user story and task such that team members from different backgrounds learn to comprehend together. Second, we propose a two-stage task allocation approach in which, first, learning outcomes for a course that are set in education designs are preliminary mapped by the lecturer to abstract, state-of-the-art, tasks that are commonly relevant in the expert domain, and, then, concrete tasks for the project at hand are placed on project scrum boards by students during scrum sprint plannings in the course run. Third, we propose to assess scrum teams both at group and individual student level. For the individual grading, we define a novel concept of task balance that we consequently measure inside teams. With the aid of automated tools, the standard has been successfully applied and operationalised in various course runs of our multidisciplinary master where it has proven to be effective in assigning individual grades when needed.
MULTIFILE
Projecten in het hbo kenmerken zich meestal door een strakke rolverdeling, een flinke hoeveelheid documentatie en een watervalaanpak. De resultaten met een Agile-werkwijze zijn echter bemoedigend. Studenten zijn enthousiast door de continue focus op werkende software en de verbeterde communicatie in het team. De testaanpak en de tooling vereisen nog wel extra aandacht in de onderwijssituatie. Studenten op het hbo en de universiteit leren de praktijk van softwareontwikkeling vaak via projecten. In de typische doorlooptijd van achttien weken staat een groot probleem centraal dat moet uitmonden in een gerealiseerd systeem. Binnen het thema ‘realtime en embedded systemen’ is dat een systeem met hardware aangestuurd door (embedded) software. Andere onderwerpen zijn bijvoorbeeld een beveiligingsapplicatie, een computergame en een toepassing op gedistribueerde middleware. Voor de uitvoering van deze projecten gebruiken de studenten traditioneel relatief zware processen als Rup (Rational Unified Process), TSP (Team Software Process) of het watervalmodel. De sterke opkomst van Agile-methodes in het bedrijfsleven was voor de opleidingen informatica en technische informatica van Saxion in Enschede een signaal om na te denken over de projectaanpak in de specialisatiethema’s. Dit artikel beschrijft de invoering van Agile in het onderwijs bij Saxion. De hogeschool kreeg daarbij ondersteuning van Alten PTS.
MULTIFILE
Christine Karman schreef een boek over agile werken.Karman stelt dat agile mensenwerk is. Om slagvaardig te werken zijn de volgende principes nodig: stop met vergaderen, zorg voor multidisciplinaire teams met empowerment die gaan voor ‘continuous delivery’. Oftewel iets is af, als het af is. Deze principes worden omlijst door levendige praktijkvoorbeelden zonder dat het belerend wordt. Al met al een leesbaar boek als je het lef hebt om controle uit handen te geven.
DOCUMENT
From the article: Agile ways of working have become mainstream, with many organisations practising a form of agile. Agile maturity among those organisations differs. In a research conducted by VersionOne Inc. (2016), 82% of the participating organisations stated to be at or below the level of ‘still maturing’. Existing agile and architecture methods have begun to incorporate some aspects of each other, with agile methods including architecting, such as the Scaled Agile Framework (SAFe), and architecture frameworks such as TOGAF (the Open Group Architecture Framework), adding agile elements (Poort, 2014). This study addresses the question how to shape the architecture function to effectively achieve compliance with architecture regulations, of solutions realised in an agile environment. To answer this question a multiple-case study was done, studying three different organisations. The findings are translated into seven propositions.
MULTIFILE
Although many pilots with new eHealth products have been developed, only very few of these products reach widespread adoption within healthcare organisations. The literature mentions a wide range of bottlenecks for the acceptance of new technology in the healthcare industry, among which insufficient attention for change management and acceptance by intended users. In this paper, we argue that agile software development, with its practices for user involvement and product visibility, can be used as a change management approach in healthcare innovation projects. We compare agile methods with the change approach of Kotter (1995). As an illustration of our theoretical findings, we describe a development project of an innovative eHealth application to support the care for persons with intellectual disability.
DOCUMENT
In het nieuwste nummer van de Nieuwe Meso, het vakblad voor bestuurders en schoolleiders in het basis, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het Focus-deel dit keer gewijd aan het opleiden van leraren. De gastredactie bestaande uit HvA-lector Marco Snoek, Fontys-lector Quinta Kools en de DNM-redacteuren Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin belichten het thema vanuit verschillende invalshoeken: de initiële lerarenopleidingen, ervaringen van startende leraren, en de wijze waarop de initiële lerarenopleiding en professionalisering van ervaren leraren kan samenkomen in professionele leergemeenschappen en in lesson studies. Daarbij gaan de verschillende artikelen in op de rol van schoolleiders en besturen bij het opleiden van nieuwe leraren en het ondersteuning van professionaliseren van ervaren leraren.Het focusdeel bevat bijdragen van verschillende HvA medewerkers: Marco Snoek, Evelien van Geffen, Tom van Eijck en Ed van den Berg.
DOCUMENT
From the article: The ethics guidelines put forward by the AI High Level Expert Group (AI-HLEG) present a list of seven key requirements that Human-centered, trustworthy AI systems should meet. These guidelines are useful for the evaluation of AI systems, but can be complemented by applied methods and tools for the development of trustworthy AI systems in practice. In this position paper we propose a framework for translating the AI-HLEG ethics guidelines into the specific context within which an AI system operates. This approach aligns well with a set of Agile principles commonly employed in software engineering. http://ceur-ws.org/Vol-2659/
DOCUMENT
Uit het rapport: "De opgave voor sociale woningbouwrenovatie in Nederland is enorm. De woningen moeten na renovatie veel energiezuiniger zijn. Maar corporaties en bewoners willen de renovatie snel, van hoge kwaliteit, duurzaam, goedkoop en met weinig overlast. De bouwsector heeft grote moeite om aan deze verwachtingen te voldoen, zeker nu een tekort aan gekwalificeerde arbeid dreigt. De bouwbedrijven hebben de afgelopen jaren niet stilgezeten. Bouwbedrijven passen lean-principes toe en de realisatie van sociale woningbouwprojecten is duidelijk beter onder controle. Maar het proces voorafgaand aan de realisatie van de sociale woningbouwrenovatie (het voortraject) is vaak verre van optimaal. Actoren in dit voortraject geven aan dat er sprake is van miscommunicatie, late wijzigingsvoorstellen, gebrekkige sturing en omissies. Het gevolg is dat de bouwpartijen in het voortraject van sociale woningbouwrenovaties relatief veel kosten maken, het voortraject lang duurt en niet optimaal is. In het kader van een SIA RAAK MKB-project beantwoorden lectoraten van HU en HAN samen met opleidingen en bedrijfsleven de vraag: Hoe kan het voortraject van sociale woningbouwrenovatieprojecten efficiënter en effectiever gemaakt worden vanuit een algemene procesaanpak (toolbox) inclusief bijbehorend procesinstrumentarium (tools) die naar gelang de situatie flexibel kan worden ingezet? Centraal in het project staat het vormgeven van een toolbox die helpt bij het opzetten van een beheerssysteem voor het efficiënt doorlopen van het voortraject (definitie, ontwerp en voorbereiding) van sociale woningbouwrenovatieprojecten. Figuur 1 geeft het basismodel weer dat ten grondslag ligt aan het onderzoek. Voor een goed beheerssysteem is kennis nodig van beheersconcepten, methoden en technieken (pijl 1) én van de kritieke succesfactoren van bouwprojecten (pijl 2). Een goed beheerssysteem is in staat om met de juiste beheersconcepten de kritieke succesfactoren te monitoren en te sturen om op deze wijze te komen tot een effectief en efficiënt voortraject (pijl 3). Dit voortraject bereidt de projectuitvoering voor (pijl 4). Samen bepalen ze het uiteindelijke succes van een bouwproject (pijl 5). Kritieke succesfactoren kunnen achterhaald worden door het succes (of falen) van complete bouwprojecten te analyseren (pijl 6). Kenmerken van het bouwproject zijn in belangrijke mate bepalend voor de invulling van de verschillende elementen in het denkmodel. Dit eerste deelrapport behandelt de eerste stap in het onderzoek: een inventarisatie van gehanteerde beheersconcepten. In het bijzonder de beheersconcepten die een link hebben met de gedachten rond lean. De onderzoekers hebben zich vooral gericht op beheersconcepten die vanaf de tweede helft van de vorige eeuw zijn ontstaan. Daarmee geven de onderzoekers niet aan dat traditionele beheersconcepten niet goed zijn. Deze concepten zijn echter alom bekend. In de bouwbranche kent eenieder de traditionele samenwerking waarbij de opdrachtgever een bestek “op de markt zet” en de laagste bieder het ontwerp mag uitvoeren. De onderzoekers beschrijven de kenmerken van 14 concepten met behulp van bestaande literatuur over deze concepten. De concepten staan in de volgende 14 hoofdstukken steeds op dezelfde manier omschreven. Eerst omschrijven de onderzoekers de kenmerken van het concept. De kenmerken staan in de tekst vetgedrukt aangegeven. Vervolgens gaan de onderzoekers in op de situatie waarbij het concept toepasbaar is. Ook de voorwaarden om het concept toe te passen staan vetgedrukt aangegeven. Daarna geven de onderzoekers aan waaraan het concept bijdraagt, ook weer vetgedrukt per aspect. De vetgedrukte onderdelen komen terug in de conclusie. De onderzoekers sluiten een hoofdstuk steeds af met een lijst met interessante literatuur over het concept. In de conclusie maken de onderzoekers een koppeling tussen de kenmerken, de voorwaarden en de doelen van de 14 concepten en de kritieke succesfactoren zoals deze door Chua, Kog en Loh (Critical Success Factors fot Different Project Objectives, 1999) worden omschreven. De onderzoekers hebben deze conclusie gebruikt om tot de volgende stap in het onderzoek te komen."
DOCUMENT