Re-structuring of a Dutch mono-industrial region; example of TwenteTable of contents of the chapter Introduction Geography and location of Twente Industrialization of Twente and development of the Textile Industry Decline of the Textile Industry Restructuring Twente: arguments for a regional innovation strategy Moving towards a more diversified economy Stronger co-operation between governments, universities, and industries The role of universities and the example of ‘Kennispark Twente’ Further regional and international co-operation Twente today
MULTIFILE
Humidification is not a common procedure in many buildings in the Netherlands. An exception are buildings used for healthcare, especially hospitals. There, e.g. in operating theatres, relative humidity (RH) generally is controlled stringently at levels around 50%. From an energy point-of-view humidification is an energy-intensive activity. Currently, more than 10% of the total energy used in healthcare buildings is spent on humidification. The basis for an RH of around 50%, however, is not clear. Therefore, we pursued a scoping review to find evidence for specific RH thresholds in such facilities. In addition, an inventory was made of the current practice in the Netherlands. After analyzing the title and abstracts, the remaining references were read by two persons and scored on several topics. Guidelines and current practice were analyzed by referring to existing (inter)national guidelines and standards, and by contacting experts from Dutch hospitals through a survey and semi-structured interviews. Outcomes from the literature review were grouped into four different topics: 1) micro-organisms and viruses, 2) medical devices, 3) human physiology and 4) perception. No scientific evidence was found for the currently generally applied RH set-point of ~50%. Some studies suggest a minimum RH of 30% but the evidence is weak, with exception of medical devices if specifications require it. A lack of research that addresses more long-term exposure (a couple of days) and includes frail subjects, is noted. It was found that RH requirements are strictly followed in all hospitals consulted, some only focusing on the hot zones, but in many cases extended to the whole hospital. Steam humidification is mostly applied for hygienic reasons. but is quite energy-intensive. The conclusion t is that there is no solid evidence to support the RH-setpoints as currently applied in the Netherlands. It merely appears a code of practice. Therefore, there appears room for quick and significant energy savings, and CO2 emission reductions, when considering control at lower RH values or refraining from humidification at all, while still fulfilling the indoor environment requirements and not negatively influencing the health risk. This outcome can be applied directly in current practice with the available techniques.
LINK
Total and individual glucosinolates were measured after different duration of steaming broccoli (Brassica oleracea L. var. italica). During steaming, the temperature profile, cell lysis and inactivation of myrosinase were assessed as well. Steaming resulted in high retention of total aliphatic and indolyl glucosinolates in the cooked product. Only after extensive steaming of broccoli (30 min) substantial losses of total indolyl glucosinolates of 55% and total aliphatic glucosinolates of 8.5% were observed. Steaming broccoli for more than 6 min result in complete inactivation of the hydrolytic enzyme myrosinase. However, steaming of broccoli for less than 6 min may result in a high intake of glucosinolates, in the presence of a residual active myrosinase, allowing the release of health-protective breakdown products of glucosinolates after consumption.
Achter de Voordeur is een jaarlijks terugkerend onderzoeks- en onderwijsproject, waarin studenten van verschillende opleidingen aan de HU de wijk ingaan om de ervaringen en behoeften op te halen van mensen met geldzorgen.Doel Door de interviews die de studenten met buurtbewoners houden vergroten we de kennis over de ervaringen en hulpbehoeften van mensen met geldzorgen. Het doel is om op basis van deze kennis het traject naar hulp bij schulden te verkorten en inzicht te verkrijgen in hoe er in een vroegtijdig stadium passende hulp kan worden geboden. Resultaten De resultaten uit de 48 diepte-interviews en 20 mini-interviews volgen in november 2021. Looptijd 01 november 2020 - 01 november 2021 Aanpak In 2020-2021 vindt de eerste versie van Achter de Voordeur plaats. Daarna keert het project jaarlijks terug, waardoor er een dataset over een langere periode kan worden ontwikkeld. De studenten die deelnemen krijgen een training van een aantal dagen. Hier leren zij hoe zij interviews gaan afnemen en oefenen zij met data analyse en de rapportage van kwalitatief onderzoek. De studenten krijgen de ruimte om vanuit hun eigen opleiding een bijdrage leveren aan het onderzoek, bijvoorbeeld door een gedeelte van de vragenlijst te ontwikkelen of een eigen onderzoeksvraag te formuleren voor een masterscriptie. Impact van het onderzoek Doordat het onderzoek een aantal jaren achtereen plaatsvindt bestaat de mogelijkheid om respondenten over een langere periode te volgen, zodat we het traject vanaf het ontwikkelen van schulden tot aan het vinden van geschikte hulp in kaart kunnen brengen. Daarnaast krijgen studenten van verschillende opleiding aan de HU de mogelijkheid om meer te leren over problematische schulden, het afnemen van interviews bij kwalitatief onderzoek en de analyse en rapportage van de verhalen die zij zelf ophalen in de wijk. Verder is kennis over het vroegtijdig bereiken en helpen van mensen met geldzorgen voor onze partners, de Gemeente Utrecht en Stichting Helden van de Wil, ook zeer van waarde. Afstudeerstudenten van diverse opleidingen gezocht! Ben jij proactief, nieuwsgierig en nauwkeurig? Vind jij het leuk om de wijken in te gaan om interviews af te nemen en bij te dragen aan het verbeteren van de schuldenaanpak in Utrecht? Sluit je dan aan bij ons onderzoeksteam als afstudeerstudent! Interesse? Meld je aan bij Barbera van der Meulen.
Veel mbo-opleidingen kiezen voor praktijkroutes, hybride leeromgevingen en gepersonaliseerde leerroutes. Dit levert dilemma’s op bij de afsluiting van de opleiding. Gebruikelijke examens passen vaak niet meer. Deze opleidingen willen informatie uit het onderwijs laten meewegen in de diplomabeslissing en een mix aan bewijzen gebruiken uit praktijk, werk en andere leeromgevingen.
Big data spelen een steeds grotere rol in de (semi)professionele sport. De hoeveelheid gegevens die opgeslagen wordt, groeit exponentieel. Sportbegeleiders (coaches, inspanningsfysiologen, sportfysiotherapeuten en sportartsen) maken steeds vaker gebruik van sensoren om sporters te monitoren. Tijdens trainingen en wedstrijden worden de hartslagen, afgelegde afstanden, snelheden en versnellingen van sporters gemeten. Het analyseren van deze data vormt een grote uitdaging voor het begeleidingsteam van de sporters. Sportbegeleiders willen big data graag inzetten om meer grip te krijgen op sportblessures. Blessures kunnen namelijk desastreuze gevolgen hebben voor teamprestaties en de carrière van (semi)professionele sporters. In totaal stopt maar liefst 33% van de topsporters door blessures met hun sportloopbaan. Daarnaast is uitval door blessures een belangrijke oorzaak van stagnatie van talentontwikkeling. Het lectoraat Sportzorg van de Hogeschool van Amsterdam heeft veel expertise op het gebied van blessurepreventie in de sport. Sportbegeleiders hebben het lectoraat Sportzorg benaderd om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag: Wat zijn op data gebaseerde indicatoren om sportblessures te voorspellen? Deze onderzoeksvraagstelling is opgesplitst in de volgende deelvragen: 1. Hoe kan met sensoren relevante data van sporters verzameld worden om de sportbelasting in kaart te brengen? 2. Welke parameters kunnen blessures voorspellen? 3. Hoe kunnen deze parameters op betekenisvolle en eenvoudige wijze naar sportbegeleiders en sporters teruggekoppeld worden? Het project resulteert in de volgende projectresultaten: - Een overzicht van nauwkeurige en gebruiksvriendelijke sensoren om sportbelasting in kaart te brengen - Een overzicht van relevante parameters die blessures kunnen voorspellen - Een online tool dat per sporter aangeeft of de sporter wel of niet training- of wedstrijdfit is Bij dit project zijn de volgende organisaties betrokken: Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Leiden, VUmc, Rijksuniversiteit Groningen (RuG), Amsterdam Institute of Sport Science (AISS), Johan Sports, Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Amsterdam, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sport (NVFS), VV Noordwijk (voetbalclub) en Black Eagles (basketbalclub).