Introduction: The health-promoting school (HPS) approach was developed by the World Health Organization to create health promotion changes in the whole school system. Implementing the approach can be challenging for schools because schools are dynamic organizations with each a unique context. Many countries worldwide have a health promotion system in place in which healthy school (HS) advisors support schools in the process of implementing the HPS approach. Even though these HS advisors can take on various roles to provide support in an adaptive and context-oriented manner, these roles have not yet been described. The current study aims to identify and describe the key roles of the HS advisor when supporting schools during the dynamic process of implementing the HPS approach. Methods: The study was part of a project in which a capacity-building module was developed for and with HS advisors in the Netherlands. In the current study, a co-creation process enabled by participatory research was used in which researchers, HS advisors, national representatives, and coordinators of the Dutch HS program participated. Co-creation processes took place between October 2020 and November 2021 and consisted of four phases: (1) a narrative review of the literature, (2) interviews, (3) focus groups, and (4) a final check. Results: Five roles were identified. The role of “navigator” as a more central one and four other roles: “linking pin,” “expert in the field,” “critical friend,” and “ambassador of the HPS approach.” The (final) description of the five roles was recognizable for the HS advisors that participated in the study, and they indicated that it provided a comprehensive overview of the work of an HS advisor in the Netherlands. Discussion: The roles can provide guidance to all Dutch HS advisors and the regional public health organizations that employ them on what is needed to provide sufficient and context-oriented support to schools. These roles can inspire and guide people from other countries to adapt the roles to their own national context.
DOCUMENT
Active transport to school is associated with higher levels of physical activity in children. Promotion of active transport has therefore gained attention as a potential target to increase children’s physical activity levels. Recent studies have recognized that the distance between home and school is an important predictor for active travel among children. These studies did not yet use the promising global positioning system (GPS) methods to objectively assess active transport. This study aims to explore active transport to school in relation to the distance between home and school among a sample of Dutch elementary school children, using GPS. Seventy-nine children, aged 6-11 years, were recruited in six schools that were located in five cities in the Netherlands. All children were asked to wear a GPS receiver for one week. All measurements were conducted between December 2008 and April 2009. Based on GPS recordings, the distance of the trips between home and school were calculated. In addition, the mode of transport (i.e., walking, cycling, motorized transport) was determined using the average and maximum speed of the GPS tracks. Then, proportion of walking and cycling trips to school was determined in relation to the distance between home and school. Out of all school trips that were recorded (n = 812), 79.2% were classified as active transport. On average, active commuting trips were of a distance of 422 meters with an average speed of 5.2 km/hour. The proportion of walking trips declined significantly at increased school trip distance, whereas the proportion of cycling trips (β = 1.23, p < 0.01) and motorized transport (β = 3.61, p < 0.01) increased. Almost all GPS tracks less than 300 meters were actively commuted, while of the tracks above 900 meters, more than half was passively commuted. In the current research setting, active transport between home and school was the most frequently used mode of travel. Increasing distance seems to be associated with higher levels of passive transport. These results are relevant for those involved in decisions on where to site schools and residences, as it may affect healthy behavior among children. https://doi.org/10.1186/1471-2458-14-227 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/sanned/
MULTIFILE
Onderzocht wordt in hoeverre embodied cognition activiteiten bij meetkundeonderwijs in de bovenbouw van de basisschool leerlingen aanzetten tot wiskundig denken (abstraheren) en op welke manier leerkrachten dit proces kunnen begeleiden.
Het project ‘App4Support – doorontwikkeling en validering’ ondersteunt vrijwillige jeugdtrainers om sportuitval te voorkomen bij kinderen met milde psychosociale problemen. Hoewel sporten belangrijk is voor hun fysieke en mentale gezondheid, haken juist deze kwetsbare kinderen vaak vroeg¬tijdig af op de sportclub. Dit project wil daar verandering in brengen door de app ‘App4Support’ die we recentelijk vanuit Hogeschool Winderheim tezamen met het bedrijfsleven, sportclubs en professionals hebben ontworpen, verder te ontwikkelen en te valideren. De app ‘App4Support’ is ontworpen om vrijwillige jeugdtrainers te ondersteunen in het pedagogisch verantwoord omgaan met moeilijk-te-verstaan gedrag van kinderen op de sportclub. De app biedt inzicht in gedragingen van kinderen en de aanleidingen hiervoor en geeft praktische tips voor vrijwillige jeugdtrainers, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en praktijkkennis. We werken in dit project aan een uitgebreidere en gevalideerde versie van de recentelijk ontworpen app. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is het toevoegen van een digitaal samenwerkings¬platform waarop jeugdtrainers en sportprofessionals kennis en ervaringen kunnen uitwisselen. Om een beeld te krijgen van de bruikbaarheid – oftewel ter validering – van deze volgende versie van de app creëren we een living lab-setting tijdens één van de vele sportfestivals die jaarlijks in ons land plaatsvinden. Onder de bezoekers van het sportfestival zal zich ongetwijfeld een aanzienlijk aantal vrijwillige jeugdtrainers bevinden. We nodigen deze jeugd¬trainers op het sportfestival uit om de app, inclusief het digitale samenwerkingsplatform, ter plekke te verkennen in een interactieve setting, met een focus op de gebruiksvriendelijkheid, relevantie en compleetheid van de app. Het doel van deze testcase is om waardevolle input te verzamelen voor de doorontwikkeling en validering van de app ‘App4Support’. Hierdoor zal de app zo goed mogelijk aansluiten bij de behoeftes van vrijwillige jeugdtrainers in de dagelijkse praktijk op sportclubs. Dat voorkomt sport¬uitval bij kwetsbare kinderen en draagt in die zin bij aan een inclusieve sportparticipatie.
In het ziekenhuis kan elke fout een leven kosten. Zo kan al een kleine bereidingsfout bij het klaarmaken van intraveneuze medicijnen (IV) leiden tot levensbedreigende omstandigheden voor de patiënt. Bereiding van dit type medicijnen gebeurt in de apotheek en op de verpleegafdeling. Met name op de verpleegafdeling is het een drukke en onvoorspelbare setting. Wereldwijd komen in deze setting ernstige bereidingsfouten nog te frequent voor. Om deze menselijke fouten te reduceren, wordt in deze KIEM aanvraag een proof-of-concept ‘slim oog’ ontwikkeld die vlak voor de toediening detecteert of de juiste dosis aanwezig is, of het type medicijn correct is en geen vervuiling aanwezig is. Het slimme oog maakt gebruik van hyperspectrale technologie en artificial intelligence, en is een samenwerking tussen de Computer Vision & Data Science afdeling van NHL Stenden Hogeschool, de automatische medicijncontrole specialist ZiuZ, en het Tjongerschans ziekenhuis. De unieke combinatie tussen nieuwe AI-technieken, hyperspectrale techniek en de toepassing op intraveneuze medicijnen is voor dit consortium technisch nieuw, en is nog niet eerder ontwikkeld voor de toepassing aan het bed of in de medicijnkamer op de verpleegafdeling. De onvoorspelbare setting en de urgentie aan het bed maakt dit onderzoek technisch uitdagend. Tevens moet het uiteindelijke device klein en draagbaar en snel werkzaam zijn. Om de grote verscheidenheid aan mogelijke gebruik scenario's en menselijke fouten te vangen in het algoritme, wordt een door NHLS ontwikkelde simulatie procedure gevolgd: met nabootsing van de praktijksituatie in samenwerking met zorgverleners, met opzettelijke fouten, en computer gegenereerde beeldmanipulatie. Het project zal geïntegreerd worden in het onderwijs volgens de design-based methode, met teams bestaande uit domein experts, bedrijven, docent-onderzoekers en studenten. Het uiteindelijke doel is om met een proof-of-concept aan-het-bed demonstrator een groot consortium van ziekenhuizen, ontwikkelaars en eindgebruikers enthousiast te maken voor een groter vervolgproject.