Quantified Self staat voor de zelfmetende mens. Het aantal mensen dat met zelf gegeneerde gezondheidsgegevens het zorgproces binnenwandelt gaat de komende jaren groeien. Verschillende soorten activity trackers en gezondheidsapplicaties voor de smartphone maken het relatief eenvoudig om persoonlijke gegevens te verzamelen over beweging, voeding, slaap, hartslag, menstruatiecyclus, etc. Steeds vaker zullen patiënten dit soort data meenemen naar de huisarts. Het is daarom raadzaam kennis te nemen van wat er zoal aan zelfmeettechnologie beschikbaar is en hoe het is gesteld met de kwaliteit, toepasbaarheid of zelfs generaliseerbaarheid van de data. In dit artikel lichten we de achtergrond van Quantified Self toe, zetten we dit in een breder perspectief van technologische ontwikkelingen en zullen we iets zeggen over de zin en onzin van zelfmetingen, waarbij de focus zal liggen op Quantified Self met betrekking tot gezondheid en levensstijl.
DOCUMENT
Background: The aim of this study is to validate a newly developed nurses' self-efficacy sources inventory. We test the validity of a five-dimensional model of sources of self-efficacy, which we contrast with the traditional four-dimensional model based on Bandura's theoretical concepts. Methods: Confirmatory factor analysis was used in the development of the newly developed self-efficacy measure. Model fit was evaluated based upon commonly recommended goodness-of-fit indices, including the χ2 of the model fit, the Root Mean Square Error of approximation (RMSEA), the Tucker-Lewis Index (TLI), the Standardized Root Mean Square Residual (SRMR), and the Bayesian Information Criterion (BIC). Results: All 22 items of the newly developed five-factor sources of self-efficacy have high factor loadings (range .40-.80). Structural equation modeling showed that a five-factor model is favoured over the four-factor model. Conclusions and implications: Results of this study show that differentiation of the vicarious experience source into a peer- and expert based source reflects better how nursing students develop self-efficacy beliefs. This has implications for clinical learning environments: a better and differentiated use of self-efficacy sources can stimulate the professional development of nursing students.
DOCUMENT
Purpose Incidents of self-injury by forensic psychiatric patients often have a deleterious impact on all those involved. Moreover, self-injurious behaviour is an important predictor for violence towards others during treatment. The aim of this study is to analyse methods and severity of incidents of self-injury of patients admitted to forensic psychiatry, as well as the diagnoses of self-injuring patients. Design/methodology/approach All incidents of self-injury during treatment in a forensic psychiatric centre recorded between 2008 and 2019 were analysed and the severity was coded with the modified observed aggression scale+ (MOAS+). Findings In this period, 299 incidents of self-injury were recorded, displayed by 106 patients. Most of these incidents (87.6%) were classified as non-suicidal. Methods most often used were skin cutting with glass, broken plates, a razor or knife and swallowing dangerous objects or liquids. Ten patients died by suicide, almost all by suffocation with a rope or belt. The majority of the incidents was coded as severe or extreme with the MOAS+. Female patients were overrepresented and they caused on average three times more incidents than male patients. Practical implications More attention is warranted for self-injurious behaviour during forensic treatment considering the distressing consequences for both patients themselves, supervisors and witnesses. Adequate screening for risk of self-injurious behaviour could help to prevent this behaviour. Further research is needed in different forensic settings into predictors of self-injurious behaviour, more specifically, if there are distinct predictors for aggression to others versus to the self. Originality/value Incidents of self-injury occur with some regularity in forensic mental health care and are usually classified as severe. The impact of suicide (attempts) and incidents of self-injurious behaviour on all those involved can be enormous. More research is needed into the impact on all those involved, motivations, precipitants and functions of self-injurious behaviour and effective treatment of it.
DOCUMENT
INLEIDING: De Hogeschool Utrecht heeft op basis van praktijkgericht onderzoek een innovatief modulair bouwconcept (#SELFIECIENT) ontwikkeld. Met diverse gestandaardiseerde modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT kan eenvoudig een bouwgevel worden samengesteld, en daarmee een gehele woning. Met behulp van deze SIA RAAK TAKE OFF subsidie wordt dit concept nu door enkele ondernemende studenten omgezet naar een marktwaardig product. HET PROBLEEM: #SELFIECIENT tackelt drie belangrijke uitdagingen in de huidige bouwsector / gebouwde omgeving op een nieuwe en innovatieve wijze, te weten 1) de ontwikkeling van circulaire en klimaat neutrale woningen, 2) de ontwikkeling van betaalbare woningen en 3) de ontwikkeling van flexibele / adaptieve woningen. DE OPLOSSING: De oplossing voor bovengenoemde uitdagingen ligt in het industrieel vervaardigen van modulaire bouwdelen op basis van circulaire materialen, die de realisatie van een comfortabele, betaalbare, klimaat neutrale en adaptieve woning garanderen = #SELFIECIENT. DE INNOVATIE: De modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT hebben de volgende innovatieve eigenschappen. 1) Revolutionair is het ontwikkelen van geïntegreerde multifunctionele bouwdelen die in diverse marktsegmenten toegepast kunnen worden; 2) Schaalbaarheid door middel van (open source) standaardisatie en de mogelijkheid van hergebruik. 3) Industrialisatie van het productieproces van de modulaire bouwgevels waardoor goedkoop en milieuvriendelijke kan worden geproduceerd; 4) Vanuit externe industrieën zoals o.a. de ICT en duurzame energie sector ontstaan nieuwe producten die kunnen worden geïntegreerd in woning en die leiden tot nieuwe businesscases en exploitatie modellen. Voorbeelden zijn gedistribueerde IT-servers en lokale accu opslag systemen. MARKTANALYSE / VERDIENMODEL: De modulaire bouw elementen kennen een brede toepasbaarheid, waardoor er een groot marktpotentieel is. Voorbeelden zijn woningrenovatie, nieuwbouw, de toenemende vraag naar levensloopbestendige woningen, woningen voor vluchtelingen, en renovatie van kantoorpanden. Slechts een miniem marktaandeel in de renovatie of nieuwbouw betekent al een omzet van meer dan miljoenen euro’s. Er zijn zover bekend geen andere aanbieders van gelijksoortige producten op de markt. Het te verwachten verdienmodel is gebaseerd op de verkoop van de modulaire bouwdelen of een leen/lease exploitatie van de modulaire bouwdelen. DOEL VAN HET PROJECT / BUDGET (39900€): Het doel van het project is drieledig: 1) het uitwerken van het ontwerp van de modulaire bouwdelen op basis van eerdere ontwerpen en ideeën uit praktijkgericht onderzoek (14960€); 2) het maken van een proof-of-principle van het modulaire bouwdeel (13320€); 3) het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie (8560€); en 4) het versterken van de entrepreneurial skills (3060€.). PROJECT TEAM: Een sterk team is gevormd om dit modulaire bouwconcept door te zetten naar een bijzonder bedrijf. Het team bestaat uit 3 ondernemende studenten, onderzoekers en lectoren verbonden aan het lectoraat Nieuwe Energie in de Stad, docenten van de opleiding werktuigbouwkunde en bouwkunde, en een ervaren entrepreneur. De studenten zijn al vroeg tijden hun opleiding gespot als bijzonder initiatiefrijk, gedreven en ondernemende studenten. Het studententeam bestaat uit een goede mix van werktuigbouwkunde, bouwkunde en technische bedrijfskunde.
The transition towards an economy of wellbeing is complex, systemic, dynamic and uncertain. Individuals and organizations struggle to connect with and embrace their changing context. They need to create a mindset for the emergence of a culture of economic well-being. This requires a paradigm shift in the way reality is constructed. This emergence begins with the mindset of each individual, starting bottom-up. A mindset of economic well-being is built using agency, freedom, and responsibility to understand personal values, the multi-identity self, the mental models, and the individual context. A culture is created by waving individual mindsets together and allowing shared values, and new stories for their joint context to emerge. It is from this place of connection with the self and the other, that individuals' intrinsic motivation to act is found to engage in the transitions towards an economy of well-being. This project explores this theoretical framework further. Businesses play a key role in the transition toward an economy of well-being; they are instrumental in generating multiple types of value and redefining growth. They are key in the creation of the resilient world needed to respond to the complex and uncertain of our era. Varta-Valorisatielab, De-Kleine-Aarde, and Het Groene Brein are frontrunner organizations that understand their impact and influence. They are making bold strategic choices to lead their organizations towards an economy of well-being. Unfortunately, they often experience resistance from stakeholders. To address this resistance, the consortium in the proposal seeks to answer the research question: How can individuals who connect with their multi-identity-self, (via personal values, mental models, and personal context) develop a mindset of well-being that enables them to better connect with their stakeholders (the other) and together address the transitional needs of their collective context for the emergence of a culture of the economy of wellbeing?
Chronische pijn is een groot, complex en duur probleem en heeft een grote impact op de kwaliteit van leven van patiënten, dagelijks functioneren, stemming en ziekteverzuim. Er zijn verschillende interventies ontwikkeld die met name gericht zijn op het beïnvloeden en veranderen van het gedrag waarbij zelfmanagement een belangrijke rol speelt. Echter het bestendigen van resultaten op lange termijn blijkt een groot probleem en leidt zelfs tot terugval naar “oud” gedrag waardoor patiënten opnieuw vaak kostbare hulp gaan zoeken. Er zijn twee additionele interventies ontwikkeld in een eerder RAAK-project (SOLACE) ter voorkoming van deze terugval: “Do It Your Self” en “Waarde gerichte Doelen” , echter de werkzaamheid van deze interventies op de lange termijn is niet onderzocht. Een eerste feasibility studie lijkt veelbelovend met positieve effecten naar de bruikbaarheid van deze interventies in de betrokken revalidatiecentra. Vanuit dit werkveld maar ook vanuit de patiënten kwam nadrukkelijk de vraag om deze interventies op effectiviteit te toetsen. Dit heeft geleid tot de onderzoeksvraag; “Is een additionele interventie (do it yourself en/of waarde gerichte doelen) gericht op het blijven toepassen van aangeleerde vaardigheden na een succesvol doorlopen pijn programma effectief in het bestendigen van de resultaten op de lange termijn en leidt dit tot een afname van het zorggebruik.” Het onderzoek wordt uitgevoerd in twee werkpakketten; (1) het ontwikkelen van een bruikbare app voor de ontwikkelde interventies in samenwerking met DIO Design en (2) een effectiviteit studie in de revalidatiecentra Adelante in Hoensbroek en Maastricht, Libra R&A locatie Weert en Heliomare Revalidatie in Wijk aan Zee. De doelstelling van het consortium is om de samen met zorgprofessionals, patiënten, beroepsvereniging en ontwerpers een product ter voorkoming van terugval verder te ontwikkelen en te toetsen. Na afronding van dit project zijn de op effectiviteit getoetste additionele interventies, DIY en WD, klaar om landelijk te worden uitgerold.