Morssink-Santing, V. E., van der Zee, S., Klaver, L. T., de Brouwer, J., andamp; Sins, P. H. (2024). The long-term effect of alternative education on self-regulated learning: A comparison between Montessori, Dalton, and traditional education. Studies in Educational Evaluation, 83, 101380. https://doi.org/10.1016/j.stueduc.2024.101380
MULTIFILE
Using path analysis, the present study focuses on the development of a model describing the impact of four judgments of self-perceived academic competence on higher education students' achievement goals, learning approach, and academic performance. Results demonstrate that academic self-efficacy, self-efficacy for self-regulated learning, academic self-concept, and perceived level of understanding are conceptually and empirically distinct self-appraisals of academic competence which have a different impact on student motivation, learning, and academic performance. Furthermore, the current study suggests that students reflecting high scores on the four measures of self-perceived competence, are more persistent, more likely to adopt mastery and/or performance approach goals, less anxious, process the learning material at a deeper level, and achieve better study results. However, this study also warns that high self-perceived competence (e.g., perceived level of understanding), if not accompanied by a mastery goal orientation, can turn into overconfidence resulting in lower persistence levels and poorer study results.
LINK
The present study aimed to develop a football-specific self-report instrument measuring self-regulated learning in the context of daily practice, which can be used to monitor the extent to which players take responsibility for their own learning. Development of the instrument involved six steps: 1. Literature review based on Zimmerman's (2006) theory of self-regulated learning, 2. Item generation, 3. Item validation, 4. Pilot studies, 5. Exploratory factor analysis (EFA), and 6. Confirmatory factor analysis (CFA). The instrument was tested for reliability and validity among 204 elite youth football players aged 13-16 years (Mage = 14.6; s = 0.60; 123 boys, 81 girls). The EFA indicated that a five-factor model fitted the observed data best (reflection, evaluation, planning, speaking up, and coaching). However, the CFA showed that a three-factor structure including 22 items produced a satisfactory model fit (reflection, evaluation, and planning; non-normed fit index [NNFI] = 0.96, comparative fit index [CFI] = 0.95, root mean square error of approximation [RMSEA] = 0.067). While the self-regulation processes of reflection, evaluation, and planning are strongly related and fit well into one model, other self-regulated learning processes seem to be more individually determined. In conclusion, the questionnaire developed in this study is considered a reliable and valid instrument to measure self-regulated learning among elite football players.
DOCUMENT
Self-efficacy is een belangrijk begrip uit de sociaal cognitieve theory van Bandura (1997) en duidt op het geloof dat mensen hebben in hun kunnen om een bepaalde taak in een toekomstige situatie succesvol uit te voeren. Self-efficacy van leraren duidt op het geloof van leraren in hun kunnen om het leren van studenten positief te beïnvloeden. Leraren met een hoge mate van self-efficacy hebben een sterkere positieve invloed op de prestaties, de motivatie en schoolattitude van leerlingen, dan leraren met een lage mate van self-efficacy. Daarom is het van belang dat lerarenopleidingen aandacht besteden aan het ontwikkelen van self-efficacy bij hun studenten. Omdat binnen het competentiegerichte opleiden van leraren assessments een belangrijke plaats innemen, wordt in deze dissertatie onderzocht hoe assessment de self-efficacy van studenten beïnvloedt en hoe vervolgens de lerarencompetenties worden beïnvloed. Allereerst is onderzocht van welke factoren binnen het hoger onderwijs is gebleken dat deze de self-efficacy van studenten positief beïnvloeden. Hieruit bleek dat de self-efficacy van studenten wordt verhoogd als zij succeservaringen opdoen en als zij verbaal worden ondersteund door hun omgeving. Van deze bevindingen zijn 2 factoren afgeleid die van kenmerkend zijn voor een competentie assessment en die in deze dissertatie nader worden onderzocht. De eerste factor is de authenticiteit van een assessment, dit duidt op de mate waarin tijdens een assessment zaken worden getoetst die belang zijn voor het beroep van leraar. De tweede factor is de feedback die aan studenten wordt verstrekt tijdens het assessment. Om de invloed van deze factoren op de self-efficacy van studenten te kunnen meten, is er een self-efficacy vragenlijst ontwikkeld, specifiek gericht op 1e jaarstudenten van een lerarenopleiding. Omdat studenten in het 1e jaar werken aan de ontwikkeling van 6 competenties, is het instrument bedoeld om de self-efficacy van studenten met betrekking tot de zes lerarencompetenties (interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch, samenwerking met collega’s en reflectie en ontwikkeling) te diagnosticeren. Uit studie twee bleek dat de vragenlijst voldoende betrouwbaar en valide is om het diagnostisch instrument te gebruiken tijdens de begeleiding van studenten. Tevens kwam uit deze studie enig bewijs voor de stelling dat studenten aan een lerarenopleiding beginnen met een globale ongedifferentieerde self-efficacy, en dat als zij ervaringen opdoen met lesgeven er een verdere differentiatie van hun self-efficacy plaatsvindt. In de derde studie werd de kernvraag van deze dissertatie onderzocht. Hieruit bleek dat naarmate de studenten, de prestatie die zij bij het assessment moeten leveren als authentieker ervaren, des te sterker dit hun self-efficacy van de 6 competenties beïnvloedt. Verder bleek dat naarmate studenten de kwaliteit van de verstrekte feedback als hoger ervaren, des te sterker dit hun self-efficacy op 4 van deze 6 competenties beïnvloedt. Tenslotte bleek uit deze studie dat de genoemde assessment-factoren de leerresultaten van studenten op de lerarencompetenties indirect beïnvloeden, dit houdt in dat de assessmentfactoren de self-efficacy van studenten beïnvloeden en dat de self-efficacy van studenten vervolgens van invloed is op leerresultaten van studenten op de lerarencompetenties. In de vierde studie zijn enkele resultaten uit de derde studie diepgaand onder de loep genomen. Door een aantal studenten te interviewen is onderzocht hoe de ervaringen die studenten opdoen tijdens een assessment bijdragen aan hun self-efficacy. Hieruit bleek dat de genoemde assessmentfactoren tijdens zowel de voorbereidingsfase, de interviewfase als de feedbackfase van het portfolio competentie assessment, de self-efficacy van studenten positief beïnvloeden. Voortkomend uit de onderzoeksresultaten, worden op het einde van de dissertatie enkele adviezen voor lerarenopleidingen beschreven.
DOCUMENT
DOEL. De laatste jaren zijn er nieuwe vormen van praktijkleren ontwikkeld binnen verpleegkundige opleidingen. Het doel van deze studie is onderzoeken of stage lopen binnen een krachtige leeromgeving leidt tot een sterkere ontwikkeling van ervaren self-efficacy bij hbo-verpleegkundestudenten dan stage lopen in een reguliere omgeving. METHODE. Een quasi experimenteel design (non-equivalent pretest-posttest control group) is toegepast, waarbij gebruik is gemaakt van de General Self Efficacy scale (GSE). De populatie bestaat uit hbo-v-stagiaires (n = 109 meting 1, n = 92 meting 2). Respondenten zijn onderverdeeld in studenten stage lopend binnen krachtige leeromgevingen en studenten stage lopend binnen reguliere stageomgevingen. Verschilscores op de GSE zijn voor beide groepen getoetst op significantie via t-toetsen. RESULTAAT. Studenten binnen krachtige leeromgevingen vertonen als totale groep en gedifferentieerd naar stage-ervaring op meer items van de GSE significante toename dan studenten binnen reguliere stageomgevingen. CONCLUSIE EN DISCUSSIE. Stage lopen binnen een krachtige leeromgeving lijkt in grotere mate bij te dragen aan de ontwikkeling van ervaren self-efficacy van hbo-verpleegkundestudenten. Het meten van self-efficacy binnen leeromgevingen is een aanvulling op bestaande uitkomstmaten voor het meten van effecten voor studenten. Verder onderzoek naar de relatie tussen de bronnen van self-efficacy en krachtige leeromgevingen binnen verpleegkundige opleidingen wordt aanbevolen.
DOCUMENT
Higher education is making increasing demands on students’ learner-agency and self-directed learning. What exactly are learner agency and self-directed learning? Why are they important? And what does it take? The aim of the five questions and answers on this poster is to support a common language and to be used as conversation starters when you want to discuss learner-agency and self-directed learning.
DOCUMENT
Earlier research argues that educational programmes based on social cognitive theory are successful in improving students’ self-efficacy. Focusing on some formative assessment characteristics, this qualitative research intends to study in-depth how student teachers’ assessment experiences contribute to their self-efficacy. We interviewed 15 second year student teachers enrolled in a competence based teacher educational programme. Thematic content analysis results reveal that the assessment characteristics ‘authenticity’ and ‘feedback’ exert a positive influence on student teachers self-efficacy during all phases of the portfolio competence assessment. The results provide a fine-grained view of several types of self-efficacy information connected with these assessment phases.
DOCUMENT
A promising contribution of Learning Analytics is the presentation of a learner's own learning behaviour and achievements via dashboards, often in comparison to peers, with the goal of improving self-regulated learning. However, there is a lack of empirical evidence on the impact of these dashboards and few designs are informed by theory. Many dashboard designs struggle to translate awareness of learning processes into actual self-regulated learning. In this study we investigate a Learning Analytics dashboard based on existing evidence on social comparison to support motivation, metacognition and academic achievement. Motivation plays a key role in whether learners will engage in self-regulated learning in the first place. Social comparison can be a significant driver in increasing motivation. We performed two randomised controlled interventions in different higher-education courses, one of which took place online due to the COVID-19 pandemic. Students were shown their current and predicted performance in a course alongside that of peers with similar goal grades. The sample of peers was selected in a way to elicit slight upward comparison. We found that the dashboard successfully promotes extrinsic motivation and leads to higher academic achievement, indicating an effect of dashboard exposure on learning behaviour, despite an absence of effects on metacognition. These results provide evidence that carefully designed social comparison, rooted in theory and empirical evidence, can be used to boost motivation and performance. Our dashboard is a successful example of how social comparison can be implemented in Learning Analytics Dashboards.
MULTIFILE
This thesis presents an exploration of ‘how entrepreneurship education pedagogy can enhance undergraduate business students’ autonomous motivation for self-directed learning’. It has twin, equally valuable, purposes: to make an original theoretical contribution and to improve professional practice in this area. The work addresses the lack of pedagogical research in entrepreneurship education that focuses on learner development, with a specific aim at development of self-directed learning skills for lifelong learning. The research is approached with a concurrent, mixed methods design, comparing pre- and a post-EE, self-assessment survey results from 245 students, enrolled in a Young Enterprise venture creation programme, and a control group at a Dutch university. With the use of open-question surveys among the same population, during and after the EE modules, as well as from focus group discussions with a selection of participating students and teachers, explanation was sought for the observations drawn from the quantitative study. Significant relationships were found between students’ self-reported maturity of autonomy, self-efficacy, and motivation for learning, and in how these relate to self-directed learning readiness. Entrepreneurship education was found to significantly moderate the relationship between the learning characteristics and self-directed learning, and to strengthen of the students’ perceived readiness for self-directed learning. Explanation for the impact of EE were found to be related to the stage-wise, mixed pedagogy approach to learning, that combines authentic learning with a hierarchical approach to competence development, and supportive team dynamics. The research contributes to practice with a proposed conceptual framework for understanding how to prepare for self-directed learning readiness and a teaching-learning framework for its development in formal educational settings. It contributes to knowledge with its deeper understanding of how students experience learning in EE and how that affects their willingness to pursue learning opportunities.
MULTIFILE