Zijn we te laat? Deze vraag drong zich op aan journalist en schrijver Frank von Hebel tijdens zijn reis naar Spitsbergen. Hij nam deel aan de SEES-expeditie (Scientific Expedition Edgeøya Svalbard) op het expeditieschip Ortelius. Onder leiding van het Arctisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen onderzochten vijftig wetenschappers de gevolgen van klimaatverandering voor de wereld van gletsjers, toendra’s en ijsberen.Spitsbergen is het snelst opwarmende gebied ter wereld. Het kwik stijgt er elke tien jaar gemiddeld met een graad Celcius. Von Hebel zag met eigen ogen hoe de beschaving zich meer en meer opdringt aan het ooit ongerepte landschap dat in 1596 werd ontdekt door Willem Barentsz. De gletsjers trekken zich met schrikbarende snelheid terug, de permafrost slinkt zienderogen en jaarlijks haalt men 20.000 kilo afval van de stranden. Zelfs de Wereldzadenbank kwam door smeltwater even blank te staan. Maar ook onze eigen geschiedenis dreigt door de opwarming van de aarde letterlijk en figuurlijk weg te spoelen. Expeditie Spitsbergen neemt de lezer mee in de bijzondere wereld van deze archipel en maakt duidelijk dat klimaatverandering een veelkoppig monster zal zijn.
LINK
Uwe Krause: Atlas of Eurpean Values De Atlas of European Values is een samenwerkingsproject met bijbehorende website van de Universiteit van Tilburg en Fontys Lerarenopleiding in Tilburg, waarbij de wetenschappelijke data van de European Values Study (EVS) voor het onderwijs toegankelijk worden gemaakt. EVS is een longitudinaal en cross-nationaal vergelijkend onderzoek naar fundamentele menselijke waarden. Het adres van de vernieuwde website is www.atlasofeuropeanvalues.eu. Sinds oktober 2008 is deze website online.
DOCUMENT
This paper reports the responses of nursing home residents who live in a psychogeriatric ward to the abstract interactive art installation ‘Morgendauw’, which was specifically designed for this study. All stakeholders were involved in designing and implementing Morgendauw. The artwork seems able to evoke responses in both the residents and their caregivers, but the amount and duration of the responses observed during the study were limited. 15 interactions over the course of 14 h were noted and almost all of them were initiated by the nursing home staff, physiotherapy students or visitors (n = 12). Interactions lasted for about 3 min on average. Although the nursing home residents initially did not seem to notice the artwork, the threshold of acknowledging and approaching the artwork was quickly overcome when staff nudged or directed the residents’ attention towards the artwork. Beyond this point, nursing home residents generally needed little explanation of the interface to interact with the artwork. The location in which Morgendauw was placed during the study or the characteristics of the installation seemed to create a threshold. Further research should focus on the importance and the effects of context when designing and implementing an interactive art installation in a nursing home environment.
DOCUMENT
Aanleiding: Zoetermeer heeft een uitgebreid beleid op het gebied van sport, gericht op vergroting van de sportparticipatie. Verschillende vormen van subsidie en verenigingsondersteuning maken deel uit van het beleidsinstrumentarium. De Rekenkamercommissie wil graag weten of sprake is van een transparant ondersteuningsbeleid en hoe de ontvangen subsidie de contributie en toegankelijkheid van de verschillende verenigingen beïnvloedt. Vraagstelling: Voorliggende rapportage beoogt op basis van ambtelijke stukken, gemeentelijke jaarrekeningen, interviews en verenigingsonderzoek de raad inzicht te verschaffen in de mate van effectiviteit en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Om dit te bewerkstelligen is de volgende hoofdvraag geformuleerd. 'Hoe worden de sportverenigingen in Zoetermeer gefaciliteerd door de gemeente, welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag en hoe effectief en doelmatig is het verenigingsondersteuningsbeleid?'
DOCUMENT
Of het nu in de zorg, het onderwijs of de dienstverlening is, steeds vaker werkt men in teams. Van de mensen in deze teams wordt verwacht dat zij samenwerken aan kwaliteitsverbetering van hun werk. Maar wat hebben teams daartoe nodig? In dit artikel spitsen we deze vraag toe op docententeams in het middelbaar beroepsonderwijs.
DOCUMENT
The World Hunt: An Environmental History of the Commodification of Animals is written by John F. Richards, a ‘pioneer in environmental history’ as J. R. McNeill calls him in his introduction to the volume. This introduction explains how this unique yet not always easily accessible text exploring the environmental and socio-economic dimensions of commercial exploitation of non-humans came into being, and how it can be seen in the contexts of the history of human relationships to the environment and of contemporary ethics. The World Hunt is an unusual volume in that it blends environmental history, the dispassionate narrative of facts, with a voice that is at times full of hurt, as it expresses genuine concern for the voiceless victims of hunters’ increasingly global pursuits. The volume is essentially an extract from the meticulously researched and finely detailed history of hunting, fishing and whaling presented in Richards’ exhaustive The Unending Frontier. https://doi.org/10.1016/j.biocon.2014.09.025 https://www.linkedin.com/in/helenkopnina/
MULTIFILE
Of het nu in de zorg, het onderwijs of de dienstverlening is, steeds vaker werkt men in teams. Van de mensen in deze teams wordt verwacht dat zij samenwerken aan kwaliteitsverbetering van hun werk. Maar wat hebben teams daartoe nodig? In dit artikel spitsen we deze vraag toe op docententeams in het middelbaar beroepsonderwijs.
DOCUMENT
Als projectleiders van het mentorproject Social Work, voorheen Big Brother Big Sister genoemd, zijn we in de afgelopen jaren vaak gevraagd om onze ervaringen met mentoring te delen; op studiedagen of op verzoek van collega’s die wilden starten met mentoring. Er komt namelijk veel bij kijken om mentoring succesvol te laten zijn. Collega’s van Hogeschool Utrecht (HU) stelden vragen als: Hoe heb je het aangepakt?, Hoe ziet jullie training eruit?, Hoe kom ik aan mentoren? De HU heeft vanuit het diversiteitsbeleid ook ervaring opgedaan met mentoring. Ieder jaar gaan er nieuwe projecten van start. Bij het starten van nieuwe initiatieven kun je veel leren van de ervaringen van anderen. Daarom hebben we onze krachten gebundeld met dit handboek als resultaat. Hiermee geven we praktische handreikingen voor iedereen die met studentmentoring aan de slag wil gaan. Het handboek is tot stand gekomen met een bijdrage vanuit het Nieuw Beleid 2009-project mentoring, dat in opdracht van Bureau Talent is uitgevoerd.1 (zie voor voetnoten: pagina 50) Dit handboek is niet het eerste en zal ook niet het laatste zijn. In Nederland wordt de mentormethodiek immers op veel plaatsen toegepast, zoals in maatschappelijk werk en in het bedrijfsleven. In dit handboek spitsen we ons toe op mentoring binnen de onderwijscontext. We wensen je veel leesplezier en bovenal succesvolle en effectieve mentorprojecten
DOCUMENT
Recensie van het boek ‘De nieuwe groei heet krimp : een perspectief voor Parkstad Limburg’ van J. Latten en S. Musterd (red.)
DOCUMENT
Het doel van deze studie is het vergroten van het inzicht in hoe daders binnen de georganiseerde criminaliteit ICT gebruiken en welke invloed dat gebruik heeft op hun criminele bedrijfsprocessen. We richten ons daarbij niet uitsluitend op cybercrime, maar verkennen juist het gebruik van ICT én de consequenties daarvan voor een breder scala van soorten georganiseerde criminaliteit, dus ook ‘traditionele’ georganiseerde criminaliteit zoals drugssmokkel. Dit onderzoek maakt onderdeel deel uit van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit. Een goed onderbouwde aanpak van de georganiseerde criminaliteit is alleen mogelijk wanneer er een gedegen inzicht bestaat in de aard van de georganiseerde criminaliteit zoals die zich in Nederland manifesteert. De Monitor Georganiseerde Criminaliteit biedt dat inzicht door zo veel mogelijk de kennis te benutten die wordt opgedaan tijdens omvangrijke opsporingsonderzoeken. Dit rapport is het resultaat van de meest recente, vijfde ronde van de monitor (eerdere rapportages: Kleemans et al., 1998, 2002; Van de Bunt & Kleemans, 2007; Kruisbergen et al., 2012). Om dieper op bepaalde thema’s in te kunnen gaan, is ervoor gekozen om de vijfde ronde uit te laten monden in drie afzonderlijke deelrapporten. In oktober 2017 is het eerste deelrapport verschenen (Van Wingerde & Van de Bunt, 2017). Dat rapport richtte zich op de strafrechtelijke afhandeling van georganiseerde criminaliteit, met name de geëiste en opgelegde straffen. Voor u ligt het tweede deelrapport, dat dus volledig in het teken staat van georganiseerde criminaliteit en ICT (informatieen communicatietechnologie). LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
DOCUMENT