Interprofessioneel samenwerken tussen onderwijs- en jeugdhulpprofessionals is belangrijk om leerlingen met een ingewikkelde zorgvraag goed te ondersteunen, zowel op beleids- als op uitvoeringsniveau. Maar de vraag is hoe dit moet worden vormgegeven. Dit artikel gaat in op de ervaringen van professionals, met als hoofdvraag: Wat noemen professionals werkzaam in onderwijs en jeugdhulpverlening als het gaat om samenwerken; wat zien zij als succesfactoren en knelpunten? In een vooronderzoek (Van Veen Schleurholts et al., 2021) met als doel om te inventariseren wat werkt volgens beleids- en uitvoerende professionals, zijn semigestructureerde interviews afgenomen. Hierin komt naar voren dat op organisatieniveau stabiliteit in de personele bezetting essentieel is; op schoolniveau zijn vaste partners binnen de school belangrijk, samenhangend met wederzijds gedeelde expertise en gezamenlijke professionalisering. Op leerkrachtniveau springt het investeren in het aangaan van de relatie met de ouders, de leerling en de jeugdhulpverlening eruit. Binnen het project 1+1=3 ’t PASST Samen volgen jeugdhulpverleners en leerkrachten samen een professionalisering gericht op het versterken van een integrale aanpak voor leerlingen met een autismespectrumstoornis (ASS). Bij aanvang van het project is een digitale vragenlijst ingevuld door 63 onderwijs- en jeugdhulpprofessionals. Via stellingen en open vragen gaven de professionals op de domeinen: 1) Onderlinge verbondenheid, 2) Nieuw gecreëerde professionele activiteiten, 3) Flexibiliteit, 4) Collectief eigenaarschap van doelen en 5) Reflectie op het proces (Bronstein, 2002) aan hoe zij zichzelf inschatten, en wat succes- en knelpunten zijn. Resultaten laten zien dat professionals de domeinen van interprofessioneel samenwerken Onderlinge afhankelijkheid en Flexibiliteit en Collectieve eigenaarschap van doelen hoog waarderen. Zij noemen hierin ook knelpunten en succesfactoren: waarderen van elkaars expertise, gemeenschappelijke eigenaarschap en kennisdeling. Andere domeinen van interprofessioneel samenwerken als Nieuw gecreëerde professionele activiteiten en Reflectie op het proces worden weinig belicht, terwijl randvoorwaarden benadrukt worden zoals overlegmomenten, communicatie en tijd. Opvallend is dat er weinig naar voren komt wat specifiek over leerlingen met een autismespectrumstoornis gaat. Kijkend naar zowel de voorstudie als de hoofdstudie kan geconcludeerd worden dat stabiliteit, tijd, overlegmomenten en communicatie belangrijke randvoorwaarden zijn. Daarnaast is het een wens om het aantal samenwerkingspartners te verminderen. Het verstevigen van de waardering van elkaars expertise, gezamenlijke eigenaarschap vergroten en kennis delen zijn essentieel om daarna de samenwerking verder te kunnen opbouwen door integrale aanpakken te ontwerpen en te reflecteren op de samenwerking. Door gezamenlijk professionaliseren en opleiden van onderwijs- en jeugdhulpprofessionals zouden deze vaardigheden versterkt kunnen worden
LINK
1e alinea column: Als je heel goed luistert, hoor je zoveel meer... Er valt doorgaans veel meer uit een organisatie te halen. Zowel pret, poen als prestige. Niet vanuit een negatieve motivatie -hoe knijp ik meer uit mijn medewerkers?- maar juist vanuit een positieve. Met name grote bedrijven zien medewerkers vaak als iemand behorend bij een functienaam, waar een KPI en een target bij horen. Dat levert hen waarschijnlijk het idee van stabiliteit, organisatie en aansprakelijkheid op. Maar daarmee weten ze nog niet wat een medewerker daadwerkelijk in huis heeft en als mens nodig heeft. Je zet dan diegene alleen in volgens zijn functiebeschrijving. Iemand 'is' zijn jobtitle.
LINK
De reden dat de spoorwegen steeds meer wissels gebruiken is niet omdat ze van wissels houden, maar omdat ze deze wissels nodig hebben om aan de complexiteit van de vraag te kunnen voldoen. Dit mechanisme geldt voor alle bedrijven. Door de toenemende communicatie-intensiteit worden markten steeds complexer, instabieler en gedragen deze markten zich steeds minder voorspelbaar. Om te kunnen overleven zullen bedrijven zich steeds sneller moeten ontwikkelen en aanpassen, waardoor de ook de complexiteit en instabiliteit in de bedrijven zelf verder zal toenemen. Traditioneel management is gericht op stabiliteit en het terugdringen van complexiteit. In dit artikel wordt de nieuwe betekenis van management omschreven.