Onzekerheid hoort bij het leven en - omdat er veel mensen in de stad wonen - ook bij het stedelijk leven. Dit zal niet minder worden en omgaan met onzekerheden is een grote opgave: voor bewoners, voor overheid, voor maatschappelijke instellingen, voor marktpartijen. Eerst wil ik ingaan op de onzekerheden om daarna de veranderingen in de stedelijke samenleving te bespreken. Waar kwesties zijn, daar is beleid en om deze reden zal ik iets zeggen over het gevoerde stedenbeleid en de dilemma's hierbij. Hierbij wil ik in het bijzonder ingaan op het stedelijk wonen. Dit leidt tot het formuleren van enkele voorwaarden voor de aanpak van de stedelijke problemen. En dit geeft op zijn beurt richting aan de prioriteiten van het lectoraat grootstedelijke ontwikkeling.
DOCUMENT
Kun je toevallige voorbijgangers prikkelen om met elkaar over publieke vraagstukken te spreken - vraagstukken die het belang van het individu of de eigen groep overstijgen? Uit onderzoek blijkt dat hoe meer burgers betrokken zijn bij de vraagstukken die ons allemaal aangaan, hoe veerkrachtiger een samenleving is. Het is echter nog niet zo eenvoudig om hier ruimte voor te maken. Henriëtta Joosten en Flip Krabbendam vragen zich af het idee van ‘triangulation’ kan helpen. De opdracht werd ondersteund door het platform Connected Learning van De Haagse Hogeschool en uitgevoerd door zes studenten van de Faculteit IT&Design.
MULTIFILE
De maakbare stad; rondkijken in Den Haag is de titel van de derde uitgave van Haagse Sociale en Culturele Verkenningen. In deze reeks, een uitgave van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool, krijgt de lezer een inkijk in een aantal maatschappelijke ontwikkelingen en initiatieven in Den Haag. Daarvoor hebben we als lectoraat met docenten en in veel gevallen ook studenten onderzoek gedaan in de stad, in een wijk, een instelling of een praktijk. Voor u ligt een bundel waarin wij de resultaten van tien projecten van onderzoek op hoofdlijnen weergeven en in perspectief plaatsen. In alle praktijken die in deze bundel aan de orde komen, is spanning zichtbaar tussen de wereld van beleid en doeleinden enerzijds en de wereld van alledag anderzijds. Met onze rapporten willen we deze spanning meer precies in beeld brengen en zo ook meer inzicht geven in diverse Haagse werkelijkheden. Een deel hiervan komt niet in beleidsnota’s en in het publieke debat aan de orde. Iedere stad heeft veel geheimen; veel zaken blijven onder de oppervlakte. In elke stad en in elke stedelijke praktijk is daarom ook ‘maakbaarheid’ een onvermijdelijk thema. Een stad en een stedelijke praktijk laten zich niet eenvoudig maken, terwijl iedereen in de stad wel de resultaten van veel ’maken‘ uit het verleden kan zien. Het is dus niet een issue van ’wel‘ of ’niet‘. Beter kunnen we gewoon rondkijken in Den Haag. U treft verhalen aan uit de Schilderswijk, Transvaal en de Binckhorst. Er zijn verhalen over wijkagenten en over Poolse migranten in Den Haag. Deze bundel is de opvolger van Zeker in de stad? Wonen en leven in Den Haag (Haagse Sociale en Culturele Verkenningen, nr. 2, 2008) en van Succesvol in Den Haag?! (Haagse Sociale en Culturele Verkenningen, nr. 1, 2005). Wij hopen dat deze derde bundel ook zijn weg vindt in het onderwijs van De Haagse Hogeschool en in de beleidspraktijk van gemeente, maatschappelijke instellingen en bedrijven.
DOCUMENT
Studenten van De Haagse Hogeschool hebben als studieopdracht vraaggesprekken gehouden met jongeren in de Schilderswijk. Van de opleiding kregen zij begeleiding en een lijst van onderwerpen mee die zij aan de orde moesten stellen. Zo'n tweeëndertig studenten hebben ruim tweehonderd jongeren in de leeftijd van veertien tot achttien jaar geïnterviewd over hun leven, hun ambities, hun problemen. Twee zaken springen er uit. Het zijn jongeren die in de Schilderswijk opgroeien, die ambities hebben voor de toekomst en hun grenzen verkennen. Zij laten ook zien dat er de nodige knelpunten zijn. Zo maken armoede, werkloosheid, criminaliteit en spanningen thuis het opgroeien in de Schilderswijk niet tot een gemakkelijke opgave. Dit rapport maakt deel uit van het onderzoeksprogramma van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool. In dit lectoraat willen we met praktijkgericht onderzoek zicht krijgen op het leven in de stad Den Haag en op de inspanningen van verschillende partijen om de woon- en leefsituatie in Haagse wijken te verbeteren. Het is een bijzonder traject geweest: voor de studenten, de jongeren, de opleiding en het lectoraat. In de context van de jongeren in de Schilderswijk is het vooral belangrijk om vertrouwen te winnen om enig zicht op de situatie van jongeren te verkrijgen. Dit stelt eisen aan de aanpak. Daarenboven weten we dat waar studenten de wijk ingaan, dit een deel is van hun opleiding en het onderzoek een leeronderzoek is. Het gepresenteerde beeld is werkelijkheid, wellicht niet de enige werkelijkheid. Immers, de Schilderswijk heeft vele werkelijkheden. Het rapport is van de hand van Dick Lammers (initiator, begeleider, auteur) en Wouter Reith (auteur). Reacties zijn welkom.
DOCUMENT
Sinds jaar en dag is een vast thema in het beleid van stedelijke ontwikkeling de vraag of en hoe de stad er voor iedereen is. Is de stad open voor nieuwe bevolkingsgroepen? Is of dreigt er een onaanvaardbare kloof tussen arm en rijk, blank en zwart, laag en hoog opgeleid in de stad? Het bestrijden van sociaal-ruimtelijke segregatie is een belangrijk thema in vele stedelijke beleidsnota’s. Het thema van gelijkheid is dus ook een stedelijk thema. In deze bijdrage wil ik ingaan op de verhouding tussen “gelijkheid” en “verschil” in het domein van het stedelijk wonen. Wonen moet iedereen en het is daarmee een persoonlijk beladen thema. Wonen is steevast een belangrijk onderdeel van elke stedelijke beleidsagenda die zich onder meer richt op de kwaliteit van de stad zelf en op de plaats van de stad in het international krachtenveld. Daarom wordt in het stedelijk woonbeleid voortdurend geschakeld en gebalanceerd tussen het denken en doen in termen van gebied (stad, wijk, buurt) en denken en doen in termen van bevolking (groepen, individuen).
DOCUMENT
De maatschappij verandert en aan trefwoorden is er geen gebrek. Er is een toenemende complexiteit en dynamiek. Er is een verandering gaande van een hiërarchische naar een netwerksamenleving. Door het wegvallen van oude kaders en het kleiner worden van de wereld zijn processen van onzekerheid en angst merkbaar. Ook de tijdsordening verandert met de gang naar een 24 uurs-economie, waarin op elk moment van de dag wel iets te doen dan wel iets loos is. In zo’n tijd wordt een grote wissel getrokken op tolerantie. Tolerantie zelf lijkt onder druk te staan: het wordt wel gezien als een duur woord voor onverschilligheid. Pleidooien voor zero tolerance zijn gangbaar. De druk om vooral de overtredingen van anderen hard aan te pakken, is aan de orde van de dag. In de wijk komt veel van de maatschappelijke problematiek geclusterd en geïntegreerd bijeen. Hier waakt de politie over de veiligheid in de wijk en daarbij weet elke betrokkene dat de politie dit niet alleen kan. Er is vertrouwen en samenwerking nodig tussen politie, partners en burgers. In de wijk blijkt de dagelijkse spanning tussen maximale vrijheid en maximale veiligheid. Een wijk kan niet volgestort worden met blikken veiligheid, er is een grens aan hoeveel veiligheid een wijk kan verdragen. Er is een toenemende vervlechting van de lokale wereld dichtbij en de globale wereld ver weg. In zo’n complexe wereld met diversiteit en autonome, soms boze burgers is het bepaald ingewikkeld om gezag te verwerven en te behouden. De politie heeft overal vrienden en al deze vrienden dringen bij de politie aan: de politieke en bestuurlijke krachten, de burger in de straat. De politiek vraagt meetbare prestaties en dito getallen, maar de werkelijkheid laat zich net als boeven niet altijd vangen. Daarbij hoort ook het omgaan met onzekere, eisende en in veelvoud verschijnende burgers. Waar een contrast is tussen objectieve veiligheid en subjectieve veiligheid is investeren in vertrouwen van de burger noodzaak. De politie heeft dan ook een verbindende functie: tussen repressie en handhaving enerzijds en hulpverlening en ondersteuning anderzijds, tussen oppakken en opvoeden, tussen veiligheid en vertrouwen. Verbinding tussen politie en partners (jeugdzorg, reclassering, sociale dienst, woningcorporatie, enz.) is een zogeheten kerntaak en daarbij is ook de wijkagent aan zet. In dit rapport staat de wijkagent centraal. Karlijn Schoonenberg, lid van de kenniskring van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool, heeft wijkagenten uit drie stedelijke milieus in de regio Haaglanden gevolgd en meermalen gesproken over hun werk, hun afwegingen, hun positie in het krachtenveld. Zo krijgen we inzicht in hun keuzes en hun invulling van de globale taakstelling ‘wijkagent’. Voor het lectoraat is inzicht in de dagelijkse wereld van burgers en professionals de grondstof van kennisontwikkeling.
DOCUMENT
Zeker in de stad? is het tweede deel van de reeks Haagse Sociale en Culturele Verkenningen van het lectoraat Grootstedelijkentwikkelingen van De Haagse Hogeschool. Deze bundel van verschillende onderzoeken, uitgevoerd door de kenniskringleden van dit lectoraat, richt zich op de dagelijkse woon- en leefomgeving in Den Haag. In bepaalde delen van de stad komen we armoede tegen, een lage arbeidsparticipatie, grote druk op het onderwijs, rommelige woonomgeving en veel nieuwe initiatieven van verschillende partijen om daar iets aan te doen. Hoe gaat dit? Hoe werken de talloze aanwezige instituties aan de verbetering van het woon- en leefklimaat? De verkenningen vinden plaats in de Schilderswijk, de Stationsbuurt en Morgenstond/Zuidwest, waarbij de thema's illegaliteit, opgroeimogelijkheden, klimaat, prachtwijken, beheren en bouwen aan de orde komen.
DOCUMENT
In maart 2010 begonnen we aan het onderzoek ‘Amsterdamse Kansenzones’, in opdracht van Economische Zaken Amsterdam. Een “kansenzone” is een gebied in een achterstandswijk waar ondernemerschap wordt gestimuleerd. Naast een evaluatie van dit beleidsinstrument wilden we begrijpen hoe het leven in de Amsterdamse achterstandswijken eruit ziet, wat de rol van ondernemers daarin is, en wat ondernemerschap in deze wijken betekent. We spraken 25 bewoners, 90 ondernemers, en 25 ambtenaren/beleidsmakers die bij het beleid betrokken zijn. Dit rapport bevat onze bevindingen.
DOCUMENT
Dit artikel biedt een tussenstand van een lopend onderzoek naar het functioneren van de wijkteams die vorm gaven aan de eerste fase van het Haagse krachtwijkenbeleid. De focus ligt op het professionele handelen van ambtenaren met ‘één been in het stadhuis en één been in de wijk’. Als conceptueel kader maak ik gebruik van het concept tussenfuncties, gedefinieerd als functies binnen de organisatie van de bureaucratie die niet passen bij de logica van diezelfde bureaucratie. In de zoektocht naar wat dit bewegen tussen verschillende schurende logica’s vraagt van de vakbekwaamheid van deze ambtenaren, biedt het concept praktische wijsheid goede handvatten. Waar competenties al snel ‘ontaarden’ in mechanische, gestandaardiseerde lijstjes, verlegt praktische wijsheid de focus naar persoonlijke capaciteiten die succesvol handelen in een specifieke werkpraktijk mogelijk maken en die in die praktijk verder ontwikkeld kunnen worden. Abstract This article provides an intermediate report on an ongoing research into the functioning of teams of community civil servants who implemented the first phase of the krachtwijken (power neighbourhoods) policy in the city of The Hague in which the focus is on the professional skills of civil servants who work with ‘one foot in city hall and one foot in the community’. As a conceptual framework, I used the concept of a tussenfunctie, (in-between position) defined as position within the organisation of a bureaucracy that does not fit the logic of that bureaucracy. In the search for what this moving back and forth between different logics requires from these civil servants in terms of professional expertise, the concept of practical wisdom is useful. Whereas the use of competencies easily degenerates into mechanical one-size-fits-all lists, practical wisdom shifts the focus to personal capabilities that enable one to deal successfully with specific situations and that can be developed by acquiring hands-on experience.
DOCUMENT
In deze bijdrage wil ik ingaan op de relatie tussen de hogeschool en haar “eigen“ stad Den Haag. De hogeschool noemt zich De Haagse en wie binnenkomt in de hal ziet meteen dat hiermee niet bedoeld wordt het Haagse in de sjieke en welgestelde betekenis (Hagenaar) en ook niet in de meer volkse en minder welgestelde zin (Hagenees). Het nieuwe Den Haag is een bonte verzameling van culturen en kleuren en we hebben de term diversiteit nodig om aan te geven dat de tijd van alleen Hagenaar en Hagenees voorbij is. In dit essay wil ik eerst ingaan op de nieuwe vragen en ontwikkelingen die vanuit de stad en de samenleving op de hogeschool afkomen, daarna zal ik ingaan op de betekenis hiervan voor de kennis en kennisontwikkeling. Deze twee redeneringen hebben consequenties voor de hogeschool zelf en de kansen om in onderwijs en onderzoek bij te dragen aan de ontwikkeling van de stad en de samenleving.
DOCUMENT