Universities have become more engaged or entrepreneurial, forging deeper relations with society beyond the economic sphere. To foster, structure, and institutionalize a broader spectrum of engagement, new types of intermediary organizations are created, going beyond the “standard” technology transfer oces, incubators, and science parks. This paper conceptualizes the role of such new-style intermediaries as facilitator, enabler, and co-shaper of university–society interaction, making a distinction between the roles of facilitation, configuration, and brokering. As a case study, the paper presents the Knowledge Mile in Amsterdam as a novel form of hyper local engagement of a university with its urban surroundings that connects the challenges of companies and organisations in the street to a broad range of educational and research activities of the university, as well as to rebrand the street.
De doelstelling van de gymles op het voortgezet onderwijs is dat jongeren deelname bekwaam worden gemaakt om nu en in de toekomst deel te nemen aan een beweegcultuur. Welke beweegcultuur (bijv. sportvereniging, sportschool of bewegen in de openbare ruimte) passend is, is afhankelijk van welke beweegidentiteit een jongere ontwikkelt. Ondanks dat alle jongeren gymles krijgen op school, voldoet slechts 50% van de jongeren aan de beweegrichtlijn van 60 minuten per dag en dus neemt de helft van de jongeren niet op regelmatige basis deel aan een beweegcultuur. Het curriculum van de gymles is van oudsher voornamelijk sport georiënteerd, wat niet voor alle jongeren aansluit bij hun beweegbehoeften. Ook de naschoolse initiatieven vanuit gemeentes zijn veelal gericht op doorstroming naar een sport(vereniging). Uit het vraagarticulatie traject blijkt dat docenten Lichamelijke Opvoeding in grote steden niet goed weten om te gaan met de toenemende diversiteit van jongeren in hun gymles, terwijl de kwetsbaarheid van jongeren groter is dan in andere lessen, omdat leerlingen samen omkleden, schaarsere kleding dragen, in de etalage (kunnen) staan tijdens het bewegen en fouten direct zichtbaar zijn. De diversiteit (bijv. cultureel of gender) tussen leerlingen en het verschil tussen de school en de thuis/straatcultuur maken de gymlessen een complexe context. Ook blijkt dat zij leerlingen in de les hebben die niet gemotiveerd zijn tijdens de gymles, maar wel deelnemen aan een andersoortig beweegaanbod vanuit een buurtinitiatief, zoals Favelastreet. Daarom onderzoeken we in dit RAAK-PUBLIEK project wat de achterliggende mechanismen van de succesvolle buurtinitiatieven zijn en hoe die te benutten in de gymles. Dit om zo recht te doen aan jongeren met diverse achtergronden, mogelijkheden en identiteiten in de gymles. Het onderzoek doen we samen met jongeren, hun ouders, docenten LO, initiatiefnemers van andersoortig beweegaanbod (buurtinitiatieven) en andere partners in Amsterdam, Den Haag en Eindhoven.