Dienst van SURF
© 2025 SURF
Universities have become more engaged or entrepreneurial, forging deeper relations with society beyond the economic sphere. To foster, structure, and institutionalize a broader spectrum of engagement, new types of intermediary organizations are created, going beyond the “standard” technology transfer oces, incubators, and science parks. This paper conceptualizes the role of such new-style intermediaries as facilitator, enabler, and co-shaper of university–society interaction, making a distinction between the roles of facilitation, configuration, and brokering. As a case study, the paper presents the Knowledge Mile in Amsterdam as a novel form of hyper local engagement of a university with its urban surroundings that connects the challenges of companies and organisations in the street to a broad range of educational and research activities of the university, as well as to rebrand the street.
Purpose: The authors provide a personal insight into how they see the potential of urban culture as a vehicle for creative placemaking. The purpose of this study is to highlight the opportunities for the tourism industry to embrace this global youth culture now that one of its pillars, breakdance, is on the brink of becoming an Olympic discipline in 2024, thus nudging this youth culture from underground to mainstream. Design/methodology/approach: The authors interviewed two Dutch pioneers in the field of urban culture: Tyrone van der Meer, founder of The Notorious IBE (IBE), an international breaking event, and Angelo Martinus, founder of the urban scene in Eindhoven and initiator of EMOVES, an urban culture and sports event. Findings: The authors illustrate the added value of urban culture to creative placemaking by addressing the initiatives of previously mentioned Dutch pioneers. Their urban culture events on Dutch soil, yearly attract thousands of participants and visitors from the urban scene, covering over 40 nationalities, to the South of The Netherlands. Originality/value: This study provides a glimpse into a global youth culture that is primarily invisible to the tourism industry and a foresight in how the tourism industry and other stakeholders (e.g. policy makers, city marketeers, tourism managers and event organisers) can pick up on this evolving trend. The study is meant as a wake-up call.
MULTIFILE
De doelstelling van de gymles op het voortgezet onderwijs is dat jongeren deelname bekwaam worden gemaakt om nu en in de toekomst deel te nemen aan een beweegcultuur. Welke beweegcultuur (bijv. sportvereniging, sportschool of bewegen in de openbare ruimte) passend is, is afhankelijk van welke beweegidentiteit een jongere ontwikkelt. Ondanks dat alle jongeren gymles krijgen op school, voldoet slechts 50% van de jongeren aan de beweegrichtlijn van 60 minuten per dag en dus neemt de helft van de jongeren niet op regelmatige basis deel aan een beweegcultuur. Het curriculum van de gymles is van oudsher voornamelijk sport georiënteerd, wat niet voor alle jongeren aansluit bij hun beweegbehoeften. Ook de naschoolse initiatieven vanuit gemeentes zijn veelal gericht op doorstroming naar een sport(vereniging). Uit het vraagarticulatie traject blijkt dat docenten Lichamelijke Opvoeding in grote steden niet goed weten om te gaan met de toenemende diversiteit van jongeren in hun gymles, terwijl de kwetsbaarheid van jongeren groter is dan in andere lessen, omdat leerlingen samen omkleden, schaarsere kleding dragen, in de etalage (kunnen) staan tijdens het bewegen en fouten direct zichtbaar zijn. De diversiteit (bijv. cultureel of gender) tussen leerlingen en het verschil tussen de school en de thuis/straatcultuur maken de gymlessen een complexe context. Ook blijkt dat zij leerlingen in de les hebben die niet gemotiveerd zijn tijdens de gymles, maar wel deelnemen aan een andersoortig beweegaanbod vanuit een buurtinitiatief, zoals Favelastreet. Daarom onderzoeken we in dit RAAK-PUBLIEK project wat de achterliggende mechanismen van de succesvolle buurtinitiatieven zijn en hoe die te benutten in de gymles. Dit om zo recht te doen aan jongeren met diverse achtergronden, mogelijkheden en identiteiten in de gymles. Het onderzoek doen we samen met jongeren, hun ouders, docenten LO, initiatiefnemers van andersoortig beweegaanbod (buurtinitiatieven) en andere partners in Amsterdam, Den Haag en Eindhoven.