In this chapter we discuss the Surinam Deaf community as a linguistic minority with a language of their own: an as yet unnamed sigh language. This language is sometimes called Surinam Sign Language bu could easily also be named Paramaribo Sign Lanaguage or even Kennedy School Sign Language. Ther ehas been no research on this sign variety, so its structure and possible varieties are unknown. Here, we will refer to this language as the local sign variety,
MULTIFILE
LINK
Mainstream views of Dutch foreign policy seem to be based upon a persistent assumption that, as a small Western European country, foreign policy is characterized by fundamental stability and continuity. In some regards this stability has almost become a policy and organizational guideline; however, this emphasis on stability as an empirical reality and management standard may be the result of inadequate concepts and models of foreign policy and organizational change. The following research questions are addressed in this article. What are the main carriers and barriers in Dutch foreign policy and organizational change? How can insights from international relations studies, and policy and organization studies be combined to give a model of foreign policy and organizational change? We propose a model based on 11 carriers and barriers for change at four levels of analysis: the international system; the national system; the organizational system; and the individual system. These carriers and barriers are used to explain three types of foreign policy change: policy instruments; strategy and goals; and political and normative foundations. Organizational change concerns: (1) change of roles; (2) change of tasks; (3) change of size of tasks and roles; (4) change of division of tasks and roles; and (5) change of the portfolio of tasks and roles. We discuss Dutch foreign policy towards its former colony Surinam and end with some suggestions for further research.
DOCUMENT
Binnen de fysiotherapie in Suriname wordt nog weinig gebruik gemaakt van zorgtechnologie. Zorgtechnologie biedt in laag- en middeninkomen landen, zoals Suriname, tal van kansen om de zorg te verbeteren.
Ontbossing vormt wereldwijd een bedreiging voor het klimaat en biodiversiteit. In tropische landen is ontbossing ook een bedreiging voor lokale gemeenschappen die in het bos leven en afhankelijk zijn van de goederen en diensten die het bos hun levert. De jaarlijkse ontbossing in tropische bosgebieden is weliswaar de afgelopen jaren wat afgenomen maar in het (Braziliaanse) Amazone gebied is de afgelopen 5 jaar de ontbossing juist weer toegenomen. Het doel van dit project is om nieuwe kennis te generen en die toe te passen bij het duurzaam gebruik van het bos in Suriname, hetgeen als voorbeeld kan dienen voor aangrenzende landen die deel uitmaken van het Amazone gebied. Daarnaast zal er onderzocht worden hoe het bosbestuur verbeterd kan worden, en zullen nieuwe methoden ontwikkeld worden om de duurzaamheid van activiteiten in het bos te kunnen monitoren. De doorwerking naar de praktijk gebeurt in nauwe samenwerking met verschillende (private) partijen waarbij concrete verdien-modellen voor het gebruik van goederen en diensten uit het bos ontwikkeld worden. Via een op te zetten Living Lab Duurzaam Bosgebruik worden professionals uitgenodigd om door middel van trainingen, workshops en andere bijeenkomsten de kennis in de beroepspraktijk toe te passen. Het project draagt bij aan de actualisering van het onderwijs door deze nieuwe kennis te gebruiken in de curricula van zowel Surinaamse als Nederlandse beroepsopleidingen op het gebied van duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Door deze aanpak wordt het handelingsperspectief van zowel lokale gemeenschappen als commerciële bedrijven vergroot zodat zij beter in staat zijn duurzamere verdienmodellen te creëren gebaseerd op het gebruik van producten en diensten uit het Surinaamse bos.