Symposium ESWRA - ECSWR 2016: empirical ethics in social work. Objective: ethical aspects of social work (esp. at home) Structure: cooperation of the research group of UAS Utrecht Netherlands with six regional welfare organizations Method: practice based ethics research Focus on professional practice: learning from moral experiences in frontline practice (cf. Van Doorn, 2008) Hybrid approach: combining theoretical resources and professional practice (cf. Banks & Gallagher, 2009) Mixed methods: desk research, interviews, best practice units (BPU), development of ethical tools
DOCUMENT
De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor de economische impact van sportevenementen. Onderzoekers ontwikkelden gezamenlijke methodieken en voerden vergelijkende studies uit via de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP). Een sportevenement is echter meer dan een economisch beleidsinstrument. Evenementen kunnen bijdragen aan sociale aspecten als cohesie, netwerkvorming, inclusie/exclusie, identiteit, participatie, etc. Over de sociale impact van sportevenementen is echter nog weinig consensus, wat maakt dat deze vaak onderbelicht blijft.In deel 1 van dit symposium staat het evalueren van sociale impact centraal. Recent werd een position paper opgesteld in opdracht van VWS waarin de huidige (inter)nationale literatuur over de sociale impact van evenementen gebundeld werd. Deze paper en twee voorbeeld impactstudies worden gepresenteerd tijdens dit symposium. Hierbij staat zowel het gebruikte evaluatie-instrument als de uitkomst centraal. Vervolgens wordt er door de deelnemers aan het symposium gediscussieerd over de beschikbare instrumenten die zowel wetenschappelijke als praktische relevantie moeten hebben. In deel 2 van dit symposium staat het benutten van (wieler)sportevenementen met het oog op sociale effecten centraal. Er wordt gekeken hoe de verschillende stakeholders (organisatie, overheid, partners) gezamenlijk het evenement kunnen benutten om duurzame sociale effecten te weeg te brengen. Hierbij zal onder meer gekeken worden naar het proces van totstandkoming van het evenement (Giro Gelderland), het organisatieproces en duurzame doorwerking (Le Tour Utrecht) en conceptontwikkeling (WK Wielrennen 2020). Vervolgens zal er een paneldiscussie plaatsvinden waarin de verschillende doelgroepen vertegenwoordigd zijn.
DOCUMENT
Op vrijdag 14 mei 2004 heeft de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk een internationaal symposium over 'Leiderschap en Diversiteit' georganiseerd. Het symposium handelde over de dynamiek van gender, nationale cultuur en etniciteit in moderne organisaties. Door de diversiteit van medewerkers, klanten en afzetmarkten worden nieuwe eisen gesteld aan de leidinggevende en is de bedrijfscultuur blijvend veranderd. Veel bedrijfsactiviteiten strekken zich uit tot buiten de landsgrenzen. Leidinggeven in of in samenwerking met bijvoorbeeld vestigingen in Zuid-Amerika of Aziatische landen vergt een andere leiderschapsstijl. Kennis van elkaars achtergronden, ofwel transcultureel inzicht, is nodig om optimaal te kunnen samenwerken. Internationaal gerenommeerde sprekers zijn ingegaan op: leiderschap in de Arabische wereld. leiderschap, gender en etniciteit. leiderschap en culturele dynamiek in organisaties. leiderschap en nationaliteit. Na de inleidingen van de gastsprekers werd in vier werkgroepen over deze thema's verder met de gastsprekers van gedachten gewisseld. Het symposium werd afgesloten met een gezamenlijke forumdiscussie en een borrel. Dit verslag is tevens het startsein voor verdere studie over het thema leiderschap en diversiteit binnen het HRM lectoraat. De leden van de HRM Kenniskring gaan verder onderzoek doen en hun kennis over dit thema overdragen in de dagelijkse onderwijspraktijk aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk.
DOCUMENT
Aanleiding: Scholen weten vaak niet hoe ze om moeten gaan met pestsituaties. In het onderwijsveld is er behoefte aan concrete handvatten om pesten te kunnen signaleren en om op adequate wijze met pestincidenten om te gaan. Recente initiatieven vanuit de politiek en de landelijke onderwijskoepels (Plan van Aanpak Pesten, 2013) onderstrepen het belang hiervan. Doelstelling Het doel van dit project is kennis ontwikkelen en valoriseren waarmee professionals in het basisonderwijs het pestgedrag effectief kunnen terugdringen op basisscholen in Nederland. Voor dit doel verricht het projectteam onderzoek voor de theoretische en praktijkgerichte onderbouwing van antipestbeleid. In samenwerking met professionals en docenten ontwikkelt het team de afzonderlijke onderdelen van antipestbeleid. Daarna volgt een proefimplementatie en onderzoek van de verschillende onderdelen en dan de implementatie op de deelnemende scholen. Beoogde resultaten De concrete resultaten van het project zijn een online pestmeter die scholen zelfstandig kunnen gebruiken om het pesten in de school in kaart te brengen, methodieken voor docenten om pestsituaties - zowel eenvoudige pestproblemen als intensieve incidenten - in de klas op te lossen, een digitale interactieve lessenserie voor leerlingen, een training voor docenten en een training voor schoolleiding (via e-learning). De resultaten, kennis en inzichten worden landelijk verspreid door middel van cursusmaterialen, publicaties, sociale media, presentaties, congresdeelnames en een slotsymposium.
Mkb-winkeliers verkeren in zwaar weer door economische onzekerheid, veranderend consumentengedrag en online concurrentie. Een urgent probleem daarbij is dat door groeiende personeelstekorten het leveren van deskundig en persoonlijk productadvies – een belangrijk onderscheidend kenmerk van fysieke winkels – steeds lastiger wordt. Dit zet de dienstverlening in de winkels onder druk en schaadt de klanttevredenheid. Daarom zijn winkeliers op zoek naar innovatieve oplossingen om hun productadvisering te verbeteren. Een veelbelovende toepassing is de sociale robot, die klanten kan helpen door hen persoonlijk productadvies te geven. Uit ons eerdere onderzoek blijkt dat winkelende klanten sociale robots positief ervaren wanneer deze productadvies geven. Tot nu toe waren de meeste robots echter te beperkt in hun mogelijkheden om echt van waarde voor de mkb-winkelier te zijn. Ze werkten met eenvoudige keuzemenu’s en konden slechts algemene informatie geven over een klein aantal producten. Met de opkomst van conversationele AI zoals ChatGPT kunnen sociale robots nu veel natuurlijker met klanten communiceren en beter inspelen op de behoefte van de individuele klant. Ook kunnen ze dankzij nieuwe technologieën alle productdata van winkels inlezen en gebruiken. Winkeliers willen graag weten hoe ze sociale robots met ChatGPT en hun productdata het beste voor productadvies kunnen inzetten. In dit project onderzoeken de HvA en de VU samen met zeven mkb-winkels, een winkelketen en vijf brancheorganisaties hoe sociale robots, uitgerust met ChatGPT en verrijkt met productdata, klanten zo goed mogelijk productadvies kunnen geven. Wij integreren per winkel de sociale robot, ChatGPT en de productdata, en testen deze combinatie op de winkelvloer. Hierbij meten we hoe klanten, medewerkers en de winkelier de robot ervaren en welke impact deze heeft op klanttevredenheid en winkelbeleving. De resultaten van het onderzoek worden gedeeld via blogartikelen, wetenschappelijke publicaties, video’s, podcasts, en een afsluitend symposium over de meerwaarde van productadvies door sociale robots in de winkel.
De belangrijkste opdracht voor leerkrachten bewegings-onderwijs in het primair onderwijs is kinderen leren bewegen. Het HAN Centre of Expertise Sport & Talent krijgt vanuit het werkveld bewegingsonderwijs continu vragen hoe het beweegniveau van kinderen vast te stellen en met welke programma?s excellente bewegers geholpen kunnen worden om zich verder te ontwikkelen. Om alle kinderen goed te leren bewegen moeten leerkrachten bewegingsonderwijs kinderen onderwijs op maat kunnen aanbieden. Onderwijs op maat betekent een programma dat aansluit bij het niveau van een kind. Een valide, betrouwbaar en eenvoudig toepasbaar instrument om het beweegniveau te meten ontbreekt echter. Op basis van de praktijkvragen zijn voor dit project de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: Hoe kan de docent bewegingsonderwijs het beweegniveau van elk kind op een valide, betrouwbare en eenvoudige wijze (h)erkennen? En hoe ziet een programma eruit om excellente bewegers verder te helpen ontwikkelen? Opbrengsten: 1. een instrument om het beweegniveau in kaart te brengen en 2. beweegprogramma?s voor excellente bewegers. Om het beweegniveau van kinderen vast te stellen worden drie meetinstrumenten (KTK, ooghandcoördinatietest, Scale for Identification of Sport Potential) gebruikt. Deze meetinstrumenten worden gezien als middelen om het sportief talent van kinderen vast te stellen. In deze studie wordt onderzocht of met de gezamenlijke scores van de drie testen een beweegquotiënt kan worden berekend waarmee het beweegniveau van een kind kan worden uitgedrukt. Met experts uit de vakwereld bewegingsonderwijs zal een programma worden ontwikkeld voor excellente bewegers in de leeftijd van 6 tot 9 jaar. Dit programma zal vervolgens op 10 scholen worden uitgevoerd en geanalyseerd en resultaten worden vergeleken met vergelijkbare controlegroepen. In de laatste fase van het project staat valorisatie centraal. Via een online medium, artikelen, symposium en cursussen zullen leerkrachten bewegingsonderwijs kennismaken met het instrument om beweegniveau te meten en programma?s om excellente bewegers te helpen in hun ontwikkeling.