© 2025 SURF
Het samenwerkingsproject "Procesbeheersing bij Thermisch Spuiten met HVOF (werktitel: Thermisch Spuiten - TS-98) omvatte 4 fasen: I inventarisatie II laboratoriumonderzoek III praktijkonderzoek aan voorbeeldproducten IV economische en technische evaluatie.
DOCUMENT
This paper discusses two studies - the one in a business context, the other in a university context - carried out with expert educational designers. The studies aimed to determine the priorities experts claim to employ when designing competence-based learning environments. Designers in both contexts agree almost completely on principles they feel are important. Both groups emphasized that one should start a design enterprise from the needs of the learners, instead of the content structure of the learning domain. However, unlike business designers, university designers find it extremely important to consider alternative solutions during the whole design process. University designers also say that they focus more on project plan and desired characteristics of the instructional blueprint whereas business designers report being more client-oriented, stressing the importance of "buying in" the client early in the process.
DOCUMENT
Breedtesport en topsport ontwikkelen zich in een verschillende richting, maar blijven elkaar beinvloeden. Deze beinvloeding kan worden onderscheiden naar effecten die samenhangen met de veronderstelde aanvoerfunctie van de breedtesport en effecten die voortkomen uit de veronderstelde aanjaagfunctie van de topsport. Beide functies maken onderdeel uit van de zogenoemde 'double pyramid theory'. Volgens deze theorie brengen duizenden sportbeoefenaars een paar Olympische kampioenen voort (aanvoerfunctie), terwijl deze kampioenen door hun rolmodel weer duizenden mensen stimuleren om één of andere vorm van sport te gaan beoefenen (aanjaagfunctie). Onderzoek wijst echter uit dat er geen sprake is van een gelijke mate van beïnvloeding tussen topsport en breedtesport. De topsport kan niet zonder breedtesport, maar andersom is dit in veel mindere mate het geval. Breedtesporters ontlenen vooral als publiek veel plezier aan de topsport, maar een groot deel van de sportbeoefenaars, vooral buiten verenigingsverband, zal in hun sportbeoefening nauwelijks een relatie met de topsport ervaren.
DOCUMENT
De superdiverse stad is een dagelijkse realiteit van onderwijzers, politiemensen, verpleegkundigen en al die andere frontliniewerkers. Niet alleen voor deze publieke functionarissen, ook ondernemers hebben zich ertoe te verhouden, omdat het om hun personeel gaat of omdat ze als ondernemer in een superdiverse setting hun brood verdienen. Hoe gaan ze met de toegenomen diversiteit om? Met deze vraag hebben we diverse personen benaderd die daar in hun dagelijkse werk te maken hebben. We spraken met professionals die werkzaam zijn in het onderwijs, de sport, de zorg en de culturele sector. En met een wijkagent en twee ondernemers die ieder op hun eigen manier te maken krijgen met superdiversiteit, in de wijk en in het bedrijf. We hebben ze gevraagd in hoeverre hun manier van werken veranderd is door de veranderende samenstelling van hun cliënten, bewoners, leerlingen, klanten en medewerkers. Zijn ze anders gaan werken, hebben ze hun aanpakken gewijzigd of is hun werk in de kern hetzelfde gebleven? We hebben gevraagd naar wat er goed gaat, maar ook in hoeverre de veranderingen hen voor problemen hebben gesteld en welke kennis ze willen meegeven aan collega’s die ook in cultureel diverse settings (gaan) werken. De vraag hoe we omgaan met de superdiversiteit in de samenleving is niet alleen voor docenten in het onderwijs, verplegers in de zorg of agenten in de wijk relevant, maar voor iedere urban professional. Omgaan met culturele verschillen is geen vanzelfsprekendheid. Het vereist ‘verscheidenheidsbestendig werken’ en sensitiviteit voor cultuurverschillen. Platform31 en De Haagse Hogeschool roepen beleidsmakers op mee te doen aan een Community of Practices (CoP), waarin we samen nieuwe kennis opbouwen voor een nader te ontwikkelen methodiek (toolkit) die urban professionals helpt in het omgaan met superdiversiteit. https://www.platform31.nl/publicaties/werken-in-de-wereld-van-de-superdiverse-stad LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/katja-rusinovic-68153a13/ https://www.linkedin.com/in/vincent-smit-9ba83524/
MULTIFILE
Abstract. Background: Physical exercise benefits functioning, health, and well-being. However, people living with dementia in particular hardly engage in exercise. Exergaming (exercise and gaming) is an innovative, fun, and relatively safe way of exercising in a virtual reality or gaming environment. It may help people living with dementia overcome barriers they can experience regarding regular exercise activities. Objective: This systematic literature review aims to provide an overview of the cost-effectiveness of exergaming and its effects on physical, cognitive, emotional, and social functioning, as well as the quality of life in people living with dementia. Methods: PubMed, Embase, Cinahl, PsycINFO, the Cochrane Library, and the Web of Science Core Collection were searched. Selection of studies was carried out by at least two independent researchers. Results: Three studies were found to be eligible and were included in this review. Two of these showed some statistically significant effects of exergaming on physical, cognitive, and emotional functioning in people living with dementia, although based on a very small sample. No articles were found about the cost-effectiveness of exergaming. Conclusion: Only a few controlled studies have been conducted into the effectiveness of exergaming, and these show very little significant benefits. More well-designed studies are necessary to examine the effects of exergaming
DOCUMENT
The Internet offers many opportunities to provide parenting support. An overview of empirical studies in this domain is lacking, and little is known about the design of webbased parenting resources and their evaluations, raising questions about its position in the context of parenting intervention programs. This article is a systematic review of empirical studies (n = 75), published between 1998 and 2010, that describe resources of peer and professional online support for parents. These studies generally report positive outcomes of online parenting support. A number of recent experimental studies evaluated effects, including randomized controlled trials and quasi-experimental designs (totaling 1,615 parents and 740 children). A relatively large proportion of the studies in our sample reported a content analysis of emails and posts (totaling 15,059 coded messages). The results of this review show that the Internet offers a variety of opportunities for sharing peer support and consulting professionals. The fi eld of study refl ects an emphasis on online resources for parents of preschool children, concerning health topics and providing professional support. A range of technologies to facilitate online communication is applied in evaluated websites, although the combination of multiple components in one resource is not very common. The fi rst generation of online resources has already changed parenting and parenting support for a large group of parents and professionals. Suggestions for future development and research are discussed.
LINK
Sinds de eeuwwisseling heeft het gebruik van mental practice (Nederlands: mentale training) en movement imagery (Nederlands: bewegingsvoorstellingen) binnen diverse disciplines in de revalidatie steeds meer aandacht gekregen. Het gebruik van bewegingsvoorstellingen werd daarvoor vooral toegepast in de sport. Mentale training is een complexe interventie. Indien een complexe interventie toegepast gaat worden bij een ‘nieuwe’ doelgroep, zal deze bijgesteld, doorontwikkeld en geëvalueerd moeten worden. De Medical Research Council (MRC) heeft hiervoor een stappenplan ontwikkeld. Onlangs is er een proefschrift verschenen waarbij geprobeerd is aan de hand van de stappen van het MRC-model de transfer vanuit de sport naar de revalidatie te maken bij mensen na een beroerte in de verpleeghuissetting. In dit artikel wordt beschreven hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden, welke resultaten bereikt zijn en welke aanbevelingen voor vervolgonderzoek gedaan worden. Eerst wordt kort ingegaan op het gebruik van bewegingsvoorstellingen door sporters.
DOCUMENT
De probleemstelling is door de opdrachtgever vertaald in de volgende vijf onderzoeksvragen: 1. Wat is de oorspronkelijke beleidstheorie achter de aansluiting tussen de minnelijke en wettelijke schuldhulpverlening binnen het Nederlandse stelsel? 2. Is die beleidstheorie nog actueel en juist? 3. Welke knelpunten in de aansluiting tussen de schuldhulpverlening en de wettelijke schuldsanering zijn er bekend? 4. Zijn er aanwijsbare groepen die baat zouden hebben bij de wettelijke schuldsanering, maar daar nu niet voor in aanmerking komen doordat (1) ze als groep door gemeenten veelal worden uitgesloten van de schuldhulpverlening en/of (2) ze als groep worden uitgesloten van de wettelijke schuldsanering? 5. Zo ja, welke omvang hebben deze groepen indicatief?
DOCUMENT
BREDE ECONOMISCHE BLOEI Den Haag groeit harder dan in de periode voor 2019, zowel economisch (bbp) als wat betreft werkgelegenheid. Deze groei is echter minder dan in de andere drie grote steden. De Haagse economie groeit al meerdere decennia minder hard dan andere grote steden en zelfs dan Nederland gemiddeld. Vanuit historisch perspectief valt de achterblijvende groei van Den Haag te verklaren. Een belangrijke verklaring is, naast de sectorstructuur van de Haagse regio met veel overheid en zorg en relatief weinig hoogproductieve sectoren, de lage score op de vestigingsplaatsfactoren innovatieve clusters, kennisinfrastructuur en talent. Ook het gebrek aan ruimte is een terugkerend thema. Het verschil in groei wordt wel kleiner en het is sinds 2007 geleden dat Den Haag groeit in het tempo van de laatste jaren (vanaf 2019). De verklaringen voor de achterblijvende groei worden uitgelicht in Intermezzo 3: verder terugkijken op economische groei Den Haag. Net als andere grote steden kent Den Haag een beneden gemiddelde score op een groot aantal aspecten van Brede Welvaart Den Haag scoort net als veel andere grote steden goed op nabijheid van voorzieningen en werk. Den Haag behoort tot de top van Nederland op dit gebied. Het grote aanbod van werk en voorzieningen maakt Den Haag net als andere grote steden aantrekkelijk om te wonen. Tegelijkertijd is er ook een relatief grote groep die minder verdient en leeft in (relatieve) armoede. Dit verdeelde beeld is een algemeen kenmerk van grote steden. Het zijn ook plekken waar sociale problematiek samenklontert en waarin niet alleen hoogopgeleide kenniswerkers wonen maar ook mensen met een sociaaleconomische achterstand. Dit uit zich in relatief lage scores op arbeidsparticipatie, hoge werkloosheid, veel geregistreerde misdaden, een relatief hoge mate van ervaren onveiligheid en een lage ervaren gezondheid. Deze bevindingen zijn beschreven in Intermezzo 1: Brede Welvaart: stad van contrasten. Grote steden hebben agglomeratievoordelen, maar ook -nadelen De hoge concentratie aan inwoners en economische activiteit heeft ook een keerzijde. Den Haag scoort net als veel andere gemeenten relatief slecht op tevredenheid met de woonomgeving, milieukwaliteit en fijnstofemissies. Ook de hoeveelheid natuurgebied scoort laag, maar de nabijheid van kust en duingebied is positief. In 2023 nam de groei sterk af in Nederland er wordt een gematigde groei verwacht voor 2024 De verwachting is dat de economie in 2024 aantrekt. Raboresearch verwacht voor heel Nederland een groei van 0,7% in 2024. Dit komt vooral door een toename in consumentenbestedingen als gevolg van loonstijging en stabiliserende prijzen. De prognose is gematigd omdat Raboresearch verwacht dat we nog tot het laatste kwartaal van 2024 moeten wachten op renteverlagingen en de daaropvolgende bedrijfsinvesteringen grotendeels pas na 2024 een effect zullen sorteren. Ook de arbeidsmarktkrapte is een rem op de groei. Voor de regio Den Haag (agglomeratie ’s-Gravenhage) prognosticeert Raboresearch een groei van tussen de 0% en 0,5%.9 8 ATTRACTIEVE STAD Den Haag behoort tot de top van aantrekkelijke steden De voorzieningen, historische binnenstad en opties voor opleidingen en banen zijn sterke punten. De veiligheid, woonomgeving en bereikbaarheid zijn aandachtspunten. De combinatie van stad en strand blijven trekkers voor binnenlandse toeristen. In 2022 is ook het herstel van zakelijke overnachtingen en congressen ingezet. Dit zet door in 2023 maar is nog niet op het pre-corona niveau. Bevolkingsgroei door vestiging van migranten In een aantrekkelijke stad willen mensen graag (komen) wonen. In 2023 groeide de Haagse bevolking met 1,7 procent. De groei wordt voornamelijk gedreven door een vestigingsoverschot. In 2023 hebben zich 8.400 meer mensen gevestigd in Den Haag dan dat er vertrokken zijn. De prognose is dat de groei zich de komende jaren voortzet en dat de stad in 2027 haar grens van 600.000 Hagenaren passeert. In Intermezzo 2 komt naar voren dat arbeidsmigratie veelzijdig is. De komst van (arbeids)migranten heeft zowel positieve als negatieve gevolgen. Deze gevolgen zijn van belang in de beslissingen in welke richting de gemeente zich in de toekomst wil ontwikkelen. VEERKRACHTIGE STRUCTUUR Lage arbeidsproductiviteit in combinatie met krappe arbeidsmarkt punt van aandacht In Nederland is er bezorgdheid over de achterblijvende arbeidsproductiviteit en de verschuiving van hoogproductieve sectoren naar laagproductieve sectoren. In Den Haag blijft de arbeidsproductiviteit nog verder achter en ligt de groei van de productiviteit op een lager niveau. Deels omdat in de voor Den Haag belangrijkste sectoren overheid, onderwijs en zorg de productiviteit lager ligt en langzamer stijgt. Maar ook in andere sectoren blijft de productiviteit achter. Bij gelijkblijvende trends, zal dit leiden tot grotere verschillen in de toekomst. Ook geven ondernemers in de Haagse regio nog meer dan elders in Nederland aan last te hebben van de krappe arbeidsmarkt. Productiviteit is niet alleen belangrijk voor de concurrentiepositie van bedrijven en daarmee het verdienvermogen van de Haagse economie, maar is via de toepassing van technologie ook een medicijn tegen de hardnekkige arbeidsmarktkrapte: met minder arbeid meer waarde toevoegen. Het Haagse ecosysteem voor ondernemerschap ontwikkelt zich goed Op de Entrepreneurial ecosysteemindex is Den Haag met een positie gestegen naar plek 7. Den Haag scoort op veel factoren boven het Nederlands gemiddelde en meer specifiek hoog op verbondenheid van bedrijven in kennisnetwerken en ondernemerscultuur. Waar de stad lager scoort dan andere regio’s, is voornamelijk het investeren in nieuwe kennis. Er ontstaan relatief veel startups rond nieuwe activiteiten gerelateerd aan het overheid- en non-profit-cluster rond de stad van Vrede en Recht zoals cyberveiligheid, impacteconomie (“doing business doing good”) en recht. EXCELLENT ONDERNEMERSKLIMAAT Tekort aan personeel tempert stemming ondernemers Met de conjunctuurenquête Nederland wordt elk kwartaal de stemming onder ondernemers gemeten. Na een forse daling in 2022 herstelde het cijfer zich in 2023 voorzichtig maar is nog steeds ondergemiddeld. In de nieuwste cijfers verbeterde het sentiment vooral in de overige dienstverlening en bouwnijverheid. In de regio Den Haag ervaren de ondernemers meer dan in de andere grote steden een tekort aan passend personeel en dit speelt in vrijwel alle beroepsgroepen en sectoren. Andere belemmeringen voor Den Haag zijn een tekort aan grondstoffen, ook ervaren ze vaker problemen met financiering. Explosieve groei zzp'ers, bescheiden groei mkb en grootbedrijf Het aantal zzp’ers groeit sterk, het aantal verdubbelde in de afgelopen tien jaar. In de kleine bedrijven tot 10 werknemers neemt het aantal banen ook toe, maar met 3 procent in tien jaar is de groei bescheiden. Ook bij bedrijven met 10 tot 99 werknemers is er een bescheiden groei, het aantal banen neemt toe met 7 procent in de laatste tien jaar. Verduurzaming bij bedrijven stagneert, vooral bij kleine bedrijven De Nederlandse economie is op een schaal van 100%, voor circa 17,5% duurzaam te noemen (NEX index). De voortgang hierin stagneert de laatste jaren. Op slechts één van de zeven dimensies is er consequent groei: groene energie. De stagnatie is vooral pregnant ten aanzien van de circulaire transitie en transparantie van ketens. Bedrijven in de Haagse regio scoren gemiddeld ten opzichte van andere Nederlandse regio’s (NEX-T index). Vooral het kleinere MKB beschikt doorgaans over minder verandervermogen en investeringsruimte, waardoor het verschil in voortgang op duurzaamheid tussen grote en kleine bedrijven groeit. CO2-uitstoot en gasverbruik bij Haagse bedrijven neemt sterk af Het energieverbruik in de regio is in vergelijking met de andere drie grote steden aanzienlijk lager. Dit wordt met name door de sectorstructuur gedreven, waarbij de zware industrie in Den Haag relatief minder vertegenwoordigd is. In Den Haag is de CO2-uitstoot van bedrijven in de afgelopen jaren gehalveerd. Ook het gasverbruik is met de helft gedaald en het elektriciteitsverbruik is met een vijfde afgenomen. Het verbruik in woningen daalt ook, maar in een minder snel tempo. In het Intermezzo wordt een beeld geschetst van de ontwikkeling van het sociaal ondernemerschap in Den Haag. Er worden suggesties gedaan om de kansen van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt via sociaal ondernemerschap te verbeteren, door opdrachten te verstrekken, ruimte beschikbaar te stellen, drempels te verlagen, buurtinitiatieven te omarmen en in kaart te brengen wat er is bereikt. 11 10 RUIMTE VOOR BEDRIJVEN Ruimte voor bedrijven neemt af Uit analyse van de gemeente Den Haag blijkt dat het aantal vierkante meters vloeroppervlak voor kantoren en bedrijven (niet-kantoren) daalt. In 2022 is het totale oppervlak respectievelijk 12 en 4 procent lager dan in 2015. In de laatste vijf jaar is de daling beperkt doordat de gemeente zeer terughoudend is met transformatie. In 2022 is in het Central Innovation District, dat met 32 procent van de kantoormeters al een belangrijke rol speelt, weer een toename van de kantoorruimte. Cushman & Wakefield concluderen dat de kantorenmarkt in Den Haag ‘zeer krap’ en het krapst is onder de 10 grootste kantoorsteden op Groningen na. Ook het aanbod aan bedrijfsruimte is laag. Overal in de stad en specifiek op bedrijventerreinen: 99 procent van de terreinen zijn al uitgegeven binnen het grondgebied van de stad. Minder winkels Het aantal fysieke winkels in Den Haag daalt in 2023 met 2,1 procent. Dat is in lijn met de landelijke ontwikkeling in de afgelopen 10 jaar waar fysieke winkels plaatsmaken voor onlinewinkels.
DOCUMENT