Door klimaatverandering stijgt de temperatuur, waardoor er meer hittegolven zijn met meer hete dagen en nachten. Alle overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) in Nederland moeten daarom vóór 2020 knelpunten van wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen in beeld brengen. Het RIVM doet een voorstel om deze ‘test voor hittestress’ te standaardiseren. Hiertoe is een leidraad opgesteld voor gemeenten waarmee zij 24 mogelijke risico’s in kaart kunnen brengen, verdeeld over vijf thema’s: gezondheid, netwerken, water, leefbaarheid en buitenruimte. Om de hittestress te beoordelen is een nieuwe methode ontwikkeld om hittekaarten te berekenen, met de gevoelstemperatuur alsuitgangspunt. Met deze nieuwe methode kan de standaard hittekaart met gevoelstemperatuur op een hete dag berekend worden.
Kleding vormt de interface tussen het menselijk lichaam en de leefomgeving. Kleding geeft mensen de mogelijkheid om hun identiteit en culturele achtergrond uit te drukken. Daarnaast heeft kleding vaak een beschermende rol, vooral tegen extreme weersomstandigheden zoals hoge en lage temperatuur, neerslag, wind, zonnestraling, maar ook tegen vuil, gifgas, kogels (zogenaamde ballistische bescherming), stoten, extreme druk, explosies e.d. Soms is kleding juist nodig om de omgeving af te schermen tegen vuil dat de mens produceert, zoals bij de productie van computerelektronica. Onder kleding wordt in deze verhandeling al het materiaal verstaan dat het menselijk lichaam omhult. Globaal betreft het voor het hoofd een hoofddeksel, voor de handen handschoenen of wanten, voor de voeten sokken en schoenen. Voor het boven- en onderlijf is meer keuze beschikbaar zoals een hemd, bh, Tshirt, polo, overhemd, trui, jas, onderbroek, broek en rok. Er zijn ook kledingstukken die boven- en onderlijf omspannen zoals een jurk, overall en lange jas. Bovendien is er een grote variatie binnen een categorie kledingstukken; hierbij kan onderscheid gemaakt worden in vorm, materiaal en kleur. In het lectoraat is gekozen voor drie speerpunten van onderzoek voor kleding/mode. Deze speerpunten zijn tot stand gekomen op basis van aanwezige expertise in de kenniskring van het lectoraat, analyse van kennislacunes en een inschatting van potentieel relevante maatschappelijke ontwikkelingen.
Het Zwarte Veldje in Heerlen kent een lange geschiedenis van archeologische waarnemingen van 1909 tot 1984. Drie opgravingscampagnes in 1941, 1952 en 1984 resulteerden in allerhande archeologische gegevens. Deze gegevens werden nooit geanalyseerd om de archeologische waarden ervan te onttrekken. Vervolgens is het tot nu toe niet mogelijk geweest om deze archeologische waarden toe te passen op actuele onderzoeken omtrent Romeins Heerlen. Het doel van het onderzoek is daarom om informatie uit de gegevens van het onderzoeksgebied te extraheren en deze toegankelijk en toekomstbestendig te maken voor het archeologisch werkveld. Voor dit doel is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Wat is de relatie tussen de Romeinse resten binnen onderzoeksgebied ‘het Zwarte Veldje’ en de thans bekende Romeinse resten van de vicus Coriovallum? Deze vraag is beantwoord met verscheidene methoden en werkwijzen. De verschillende gegevens zijn verwerkt tot een bruikbare dataset voor het onderzoek. Daarbij is de data gedigitaliseerd in het kader van toegankelijkheid en beschikbaarheid. Een analyse van de resulterende gegevens leverde nieuwe informatie op over de verschillende bevindingen binnen het onderzoeksgebied. De periodisering van het onderzoeksgebied kon worden verdeeld in drie fases: een houtbouwfase, steenbouwfase en een derde fase. Een tiental Romeinse structuren werden geconstateerd, inclusief twee kelders, evenals een Romeinse weg en het verloop daarvan en vier tot vijf Romeinse pottenbakkersovens. De eerste stappen om tot een datering van de vindplaats te komen werden ook genomen. Met het oog op het archeologisch werkveld zijn tot slot enkele aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek, waarbij de profielen, het materiaal, de dateringen en de pottenbakkersovens verder uitgewerkt worden. Tot slot zijn er nog enkele aanbevelingen gedaan om de opslag en publicatie van het onderzoek te in goede banen te leiden.
MULTIFILE