Schön describes the way a designer engages with their materials as a “conversation”. In clothing design this typically involves tangible and situated actions such as draping, ripping, and cutting—actions that evoke responses from the fabric at hand. Dynamic fabrics—surface- changing fabrics that combine digital and physical states— are still novel fashion-design materials. When working with the digital, intangible qualities of these fabrics, how does a dialogue unfold for designers accustomed to working physically with fabrics? In this paper we examine the design process of Phem, a collection of garments that use dynamic fabrics that function similarly to augmented reality. We reflect upon the improvisations required to satisfy a productive dialogue with the digital forms of these materials. We conclude with a discussion that proposes revisiting Schön’s notion of a conversation in the context of digital forms, and use Ingold’s perspectives on making to inform this inquiry.
In de afgelopen jaren zijn er verschillende pogingen gedaan om te komen tot een nationale agenda in het sportonderzoek. Er zijn verschillende onderzoeksprogramma’s geschreven, maar deze hebben nog geen nationale inbedding en invulling gekregen. In deze processen zijn hogescholen en het praktijkgericht onderzoek zijdelings en vaak op afstand betrokken. Op het terrein van sport en bewegen zijn veel ontwikkelingen gaande. Het Topteam Sport is opgericht, de Nationale Kennisagenda Sport is opgesteld, er wordt gewerkt aan een Route Sport en Bewegen binnen de NWA, internationaal wordt samengewerkt met Brazilië en mogelijk Japan (afgeleid van de Olympische Spelen). Het oprichten van een platform praktijkgericht sportonderzoek helpt om goed bij bovenstaande ontwikkelingen aan te sluiten. De meerwaarde van het platform ligt in het verbinden om te programmeren en te valideren. Het platform verbindt lectoren vanuit het domein van sport en bewegen onderling, maar ook worden cross-sectorale verbanden gelegd met lectoren uit andere sectoren.Het bedrijfsleven en werkveld kunnen makkelijker aanhaken en daardoor wordt de vraagsturing efficiënter ingericht. Programmeren is beter mogelijk doordat lectoren, bedrijfsleven en sport en beweegpraktijk verbonden zijn in het platform. Massa, clustervorming en focus zorgen voor een efficiënte en effectieve ontwikkeling en benutting van kennis. Bij valideren gaat het over het verhogen van de kwaliteit en de toepasbaarheid van het sportonderzoek. Het platform streeft er tevens naar om een rol/taak te verkrijgen in landelijke beoordelingssystemen voor de kwaliteit van de sport. De lectorenkamer van het Hogescholen Sport Overleg (HSO) vormt, met ondersteuning van het Kenniscentrum Sport, de leidende coalitie voor het platform. Het HSO is een overleg van hogescholen met een sportopleiding (8 hogescholen). Kenniscentrum Sport vervult de secretariaatsrol voor het platform en brengt haar netwerk in.