What's in a name? Een paar maanden terug sprak ik met jeugdhulpambtenaren onder meer over de titel van mijn lectoraat: 'Jeugdhulp in transformatie'. Een van hen vroeg waarom het woord 'effectiviteit' er niet in voorkwam. lk vroeg haar wat zij verstond onder effectieve jeugdhulp. "Sneller en beter", was haar antwoord. "Nou, het gaat toch vooral om minder", zo reageerde haar collega. Ook na enig doorpraten werden de collega's het niet eens. Deze microanekdote is symptomatisch voor de zoektocht die de wereld van de jeugdhulp onderneemt- sinds 2015. Toen veranderde de Jeugdwet het speelveld van de hulp rond opvoeden en opgroeien drastisch. Gemeenten kregen een spilpositie op een veld waarop de meeste tot dan toe in beperkte mate actief waren. Vanzelfsprekend had dit grote gevolgen voor de organisatie en uitvoering van de zorg rond opvoeden en opgroeien. Deze transitie, de overdracht van bestuurlijke verantwoordelijkheid van het nationale en provinciale naar het lokale niveau, is, zoals de eerste evaluatie van de Jeugdwet laat zien, zonder grote ongelukken verlopen (Friele et al., 2018). In het algemeen hebben de meeste gemeenten hun nieuwe taken behoorlijk opgepakt. De bestuurlijke transitie is geen doel op zich. lnvoering van de wet zou uiteindelijk tot effectievere (wat dat ook is) en meer doelmatige jeugdhulp moeten leiden. Dit laat zich schetsen aan de hand van de piramide van de jeugdhulp. De relatief steile piramide verbeeldt de situatie voor invoering van de Jeugdwet. Zware zorgvormen aan de bovenkant vormen een relatief groot deel. De ambitie is om tot een afgeplatte piramide te komen. Daarin is de basis, gevormd door de pedagogische infrastructuur en de lichte hulp, verbreed. Daardoor, zo is de veronderstelling, zou de top, met relatief zware, dure jeugdhulp, in omvang afnemen. Door versterking van de basis is minder dure en complexe zorg nodig, met lagere stelselkosten als gevolg. Om van de steile naar de afgeplatte piramide te komen, is wel een geheel and ere werkwijze nodig - aangeduid als de transformatie. In simpele vorm hebben we dan de beleidstheorie waarop de Jeugdwet is gebouwd: door die andere werkwijze, de transformatie dus, wordt uiteindelijk een meer doeltreffende en doelmatige jeugdhulp gerealiseerd. Dat de rijksoverheid de eigen beleidstheorie niet serieus nam en neemt door gemeenten geen tijd te gunnen voor de transformatie en per 2015 meteen oplopende budgetkortingen door te berekenen, daar ga ik het niet over hebben. lk wil het met u hebben over de transformatie als noodzake/ijke voorwaarde om het einddoel te realiseren: meer doeltreffende en doelmatige hulp bij opvoeden en opgroeien. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/robgilsing/
Openbare les Dr. Saskia A.M. Wijsbroek. Verschuivende ideeën over ontwikkeling en identiteit van jeugdigen kunnen voortvarender geïntegreerd worden in het denken en handelen binnen het jeugddomein. Bestaande concepten en werkwijzen dienen daartoe verder ontwikkeld te worden, om zo meer ruimte te maken voor het combineren van kennis uit drie kennisbronnen: wetenschappelijke kennis, ervaringskennis van burgers en praktijkkennis van professionals. Dit proces wordt optimaal zichtbaar in de alliantie tussen professional, jeugdige en gezinsleden.
Wat draagt het jongerenwerk bij aan het versterken van eigen verantwoordelijkheid van jongeren, het bevorderen van participatie, het vinden van hulp en het normaliseren en ontzorgen van problemen?De 22 casussen in deze bundel geven inzicht in de leefwereld van jongeren in kwetsbare situaties. Verleidingen uit het criminele circuit, een verstoorde ouder-kind relatie of een weinig stabiel sociaal netwerk kan een ontwrichtende uitwerking hebben. Duidelijk wordt hoe jongerenwerkers deze jongeren kunnen ondersteunen bij het vormen van hun identiteit en het verwerven van een eigen plek in de maatschappij. Het boek is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij het jongerenwerk. De verhalen zijn geschikt als studiemateriaal voor (aankomend) jongerenwerkers die willen leren wat jongerenwerk is en willen reflecteren op methodisch handelen. Voor beleid en praktijk bieden de casussen inzicht in de bijdrage van het jongerenwerk aan de preventie van (jeugd)hulp zoals het versterken van eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheid van jongeren, gezondheidsbevordering en het versterken van sociale steun voor jongeren vanuit familie, vrienden en maatschappelijke instanties.De auteurs werkten voor het verzamelen van de 22 casussen samen met jongerenwerkers in het kader van wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek naar de bijdrage van het jongerenwerk aan de transformatiedoelen van de Jeugdwet.
Het voorgestelde onderzoek betreft een participatief actieonderzoek naar het tegelijkertijd in kaart brengen en faciliteren van de bijdrage van moreel beraad met cliëntparticipatie aan transformatiedoelen binnen de jeugdzorg. Moreel beraad is een gestructureerde vorm van (vaak multidisciplinair) overleg over morele dilemma’s. Jarenlang internationaal wetenschappelijk onderzoek in diverse onderwijs- en zorgcontexten laat zien dat moreel beraad (aankomend) professionals ondersteunt bij het gezamenlijk omgaan met morele dilemma’s, verbeteringen van onderwijs en zorg, én kan bijdragen aan transformatieprocessen. Evaluatie van de jeugdwet heeft laten zien dat het werk van jeugdzorgprofessionals nog onvoldoende bijdraagt aan het behalen van de transformatiedoelen van die wet, waaronder versterking van de eigen regie en participatie van de cliënt. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat jeugdzorgprofessionals morele dilemma’s, met name als ze samenhangen met eigen regie van de cliënt, als zwaar ervaren. Hetzelfde onderzoek laat zien dat aankomend en ervaren jeugdzorgprofessionals de morele aard van hun dilemma’s onvoldoende herkennen. Versterking van de eigen regie en participatie van de client maakt cliëntparticipatie ook in moreel beraad noodzakelijk. In dit onderzoek wordt moreel beraad met cliëntparticipatie ingezet voor het bereiken van transformatiedoelen en het beantwoorden van morele vraagstukken die met de transformatie samenhangen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in co-creatie met het lectoraat Transformaties in de Zorg voor Jeugd van de Hogeschool Leiden, het werkveld, netwerken (waaronder de afdeling Ethiek, Recht & Humanoria van het UMC in Amsterdam), onderwijs en cliënten. Het zal leiden tot innovatie en tot ondersteuning van de transformatie van het jeugddomein. Opbrengsten van het onderzoek zullen bijdragen aan verdere ontwikkeling van zowel praktijk als onderwijs.