Hoofdstuk 8 in Leren Transformeren. In de hoofdstukken twee tot en met zes van dit boek is een aantal werkwijzen beschre¬ven waarmee in de praktijk ervaring opgedaan is om te professionaliseren in tijden van transitie en op die manier inhoud te geven aan transformatie. In het vorige hoofdstuk karakteriseerden we ‘transformatieleren’ aan de hand van een zevental principes. In dit hoofdstuk lichten we er elementen uit die in de casuïstiek naar voren komen als belang¬rijke onderdelen van het leren transformeren en geven we aan hoe de principes in de praktijk toegepast kunnen worden door trainers, coaches en teamleiders
De oratie is opgebouwd in drie hoofdstukken. Onder 'Leren en onderwijs' wordt betoogd waarom het onderwijs moet uitgaan van een bredere visie op leren, inclusief leerstrategieën. Daarbij wordt de relatie tussen kennis en leren besproken en de vele manieren waarom mensen in hun leven leren. Onder 'Kerntaak van het onderwijs' gaat het om de belangrijke verantwoordelijkheid van onderwijs in het handhaven en steeds opnieuw vormgeven van een open, democratische en humane samenleving. Onder 'Thema's bij het opleiden van leraren' wordt, vanuit het principe van congruentie ('walk the talk'), een aantal belangrijke onderwerpen bij het opleiden van leraren besproken. Ook uitgegeven door Coutinho, Bussum. ISBN 90 6283 454 X; www.coutinho.nl
Gepersonaliseerd leren is een manier van leren waarbij de student invloed heeft op wat hij of zij wil leren, op welke manier en in welke volgorde. In dit boekhoofdstuk wordt ingegaan op wat gepersonaliseerd leren binnen het Hoger Beroepsonderwijs betekent. Met behulp van een werkmodel wordt dit onderzoek verkend en de resultaten van een kwalitatief onderzoek worden beschreven. Docenten en studenten participeerden in groepsinterviews, waarin zij zijn gevraagd naar hun beelden over gepersonaliseerd leren en naar welke voorwaarden zij zien voor deze manier van leren. Met dit hoofdstuk wordt een bijdrage geleverd aan het in kaart brengen van voorwaarden voor het invoeren van gepersonaliseerd leren.
De Human Capital Agenda van GroenvermogenNL is de ‘enabler’ voor de ambitieuze activiteiten t.a.v. de productie en transport, op- & overslag van waterstof en de (grootschalige) toepassing ervan in de industrie en de overige toepassingsgebieden zoals mobiliteit & transport en de gebouwde omgeving. Belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze ambities is de voldoende beschikbaarheid van professionals met kennis en vaardigheden van waterstof en de toepassing ervan. Hiervoor moet nieuwe en noodzakelijke kennis snel beschikbaar komen in het reguliere onderwijs en voor de scholing en training van professionals die al werkzaam zijn. Eén van de werkstromen binnen de human capital agenda van GroenvermogenNL is de ontwikkeling en verduurzaming van learning communities rond waterstof. Learning communities zijn in transitieomgevingen een bruikbaar vehikel om derde-orde leren mogelijk te maken. In de energietransitie is zulk derde-orde leren of ook transformatief leren nodig. Dat vindt niet spontaan plaats maar vraagt om een gestructureerde manier van leren, waarin systematisch gewerkt wordt aan het conceptualiseren van complexe problemen, vraagarticulatie en het bedenken van oplossingsstrategieën. Een learning community kan dienen als innovatieruimte waarin kruisbestuiving plaatsvindt tussen verschillende types kennis en vaardigheden. Het project “Aanloopactiviteiten learning communities” is erop gericht om in de projectperiode (2022-2023) in grote lijnen twee met elkaar verweven hoofdactiviteiten uit te voeren, namelijk activiteiten die in de tweede fase zorgen voor daadwerkelijke opschaling én activiteiten die zorgen voor leren en kennisontwikkeling óver leren, werken en innoveren in learning communities. De projectperiode is een voorbereidingsjaar waarin in 6 regio’s gebouwd wordt aan een ecosysteem waarmee de HCA GroenvermogenNL gerealiseerd kan worden. Naast de regionale ontwikkeling zijn er 2 landelijke projecten, het onderhavige rond learning community-ontwikkeling en een project waarin gebouwd wordt aan een kennisplatform.
Het consortium ‘iXpact: Gepersonaliseerd leren met en over ict’ richt zich op het verbeteren van onderwijs en (leraren)opleidingen met behulp van ict en tbv de digitale samenleving. Digitalisering in het onderwijs is een complexe innovatie die vraagt om een integrale benadering en transformatief leren op alle niveaus in de onderwijsorganisatie. De centrale focus van het iXpact-consortium, dat wat praktijkpartners, lerarenopleidingen en onderzoekers verbindt, is de vraag hoe (aankomend) onderwijsprofessionals effectief kunnen worden toegerust en ondersteund voor deze innovatie. Het consortium iXpact heeft tot doel om reeds aanwezige kennis sectordoorsnijdend (po, vo, mbo, hbo) te bundelen en verder uit te bouwen en met die kennis de onderwijspraktijk en lerarenopleidingen beter te voeden. iXpact richt zich op het organiseren van de processen die nodig zijn om bestaande kennis (verder) toepasbaar te maken in de praktijk ten behoeve van de onderwijsprofessionals (leraren/docenten, lerarenopleiders, leidinggevenden) en de processen die nodig zijn om de vraagarticulatie ten behoeve van nieuwe onderzoeksvragen te versterken en de benodigde onderzoeksexpertise bijeen te brengen. Het doel is dat bestaande en nieuwe onderzoeksresultaten méér zichtbaar effect hebben in de schoolorganisaties en lerarenopleidingen en beter bijdragen aan de beoogde onderwijsinnovatie met ict. iXpact bouwt voort op de verbinding van het iXperium/Centre of Expertise Leren met ict van de HAN in structurele regionale en/of sectorale samenwerkingen en langlopende projecten. In deze samenwerkingsverbanden en projecten participeren vele onderwijspartners in po, vo en mbo, lerarenopleidingen, diverse hogescholen en onderzoekspartners. Het consortium beoogt deze verbinding te versterken in een landelijke, sectoroverstijgende structurele kennisinfrastructuur. Om dat te realiseren bouwt iXpact aan: een kennisorganisatie rond het thema van lectoren, practoren, universitair en overige onderzoekers met een gerichte kennisagenda als basis voor het ontsluiten van kennisproducten en nieuw onderzoek; een landelijke, sectoroverstijgende community van onderwijspraktijk, lerarenopleidingen en onderzoek; professionalisering en een netwerk van kartrekkers, leidinggevenden en procesbegeleiders/onderzoekers.
Practoraten dragen sinds 2012 toenemend bij aan een lerende innovatiecultuur in het mbo in Nederland. Inmiddels zijn er meer dan 100 practoraten, verbonden door netwerkorganisatie Stichting Practoraten.nl Een practoraatsteam bestaat doorgaans uit een practor, docentonderzoekers en soms studenten en werkveldpartners. Practoren vormen een relatief nieuwe en sterk groeiende beroepsgroep, tot nu toe, zonder collectief referentiekader voor het functioneren. Onder meer door een opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) om kwaliteitsmaatregelen uit te werken, en ook vanwege de ambities onder het groeiende aantal practoren, is de noodzaak om de beroepsgroep te professionaliseren en versterken toegenomen. Dit Professional Doctoraatstraject beoogt een kwaliteits- en professionaliseringsslag van practoren te bewerkstelligen en heeft als onderzoeksvraag, Hoe kunnen practoren zich professioneel ontwikkelen en de beroepsgroep versterken? De onderzoeks- en veranderaanpak is transformatief van aard: de professionele ontwikkeling van practoren, op basis van actie en reflectie, stimuleert fundamentele verandering en versterking van de beroepsgroep (vgl. Van der Auweraert, 2021; Snoek & Cijvat, 2023). Hiertoe kent de aanpak drie gelaagde arrangementen op de niveaus van individuele practoren, groepen van practoren en de beroepsgroep als geheel. De lagen versterken en beïnvloeden elkaar. Het uitvoeren van reflectieve storyline-interviews met individuele practoren, het opzetten van thematische Communities of Practice met groepen practoren en het inrichten van een landelijke werkgroep practoren, moeten gezamenlijk leiden tot het versterken van de beroepsgroep. Het PD-traject levert, in gesprek met de beroepsgroep, concrete producten voor practoren op. Te denken valt aan een collectief gedragen beroepsbeeld van en voor practoren te ontwerpen, een aangepaste template voor practoraatsplannen om startende practoren beter te ondersteunen, een handreiking om midterm (peer)reviewsystemen voor bestaande practoren te ontwikkelen, en een blauwdruk om het samen leren tussen startende en ervarende practoren te faciliteren.