Gezonde School-adviseurs (GSA) van de GGD ondersteunen scholen bij het implementeren van de Gezonde School-aanpak. Omdat iedere school uniek is, is een contextgerichte manier van ondersteunen noodzakelijk. Om GSA’s bewust te maken van en aan te moedigen om te werken met zo’n contextgerichte aanpak is een training ontwikkeld. Wij beschrijven hoe deze training door middel van cocreatie tot stand is gekomen en reflecteren op dit proces. Het ontwikkelproces bestond uit drie fasen: 1) inventarisatie van taken en behoeften van GSA, 2) ontwikkeling van de training, en 3) een pilottest van de training. Alle fasen hebben plaatsgevonden in cocreatie tussen onderzoekers, GSA’s uit de praktijk en het landelijke programmateam Gezonde School. Evaluatie van de twee gehouden pilots laat zien dat de ontwikkelde training goed wordt ontvangen (algemeen rapportcijfer: respectievelijk 7,4 en 8,4). Een reflectie op het ontwikkelingsproces laat zien hoe groot het belang is van cocreatie gedurende het gehele proces. Hierdoor kon continu rekening worden gehouden met de dagelijkse praktijk van de GSA’s en hun wensen en behoeften. Ook kon er zo voor gezorgd worden dat de training goed aansluit bij het huidige landelijke deskundigheidsbevorderingsaanbod voor GSA’s en de Gezonde School-aanpak in het algemeen.
DOCUMENT
De manier waarop cliënten praten over hun situatie aan het begin en aan het eind van een begeleidingstraject zegt veel over de verandering die plaats heeft gevonden tijdens dat traject. Daar is nu onderzoek naar gedaan
DOCUMENT
Doel van dit onderzoek is het in beeld brengen van veranderingen als gevolg van de transitie van de AWBZ-functie extramurale begeleiding naar de Wmo. Het gaat hier om veranderingen in de ondersteuning van mensen die voor de transitie waren geïndiceerd voor extramurale begeleiding. Hoe wordt deze functie na de transitie door gemeenten opgepakt en hoe vertaalt zich dit in de concrete ondersteuning, participatie en zelfredzaamheid van deze zorggebruikers?
DOCUMENT
Dit onderzoek richt zich op de relatie tussen ‘collaborative foresight’, ‘anticipatory governance’ en stakeholderprocessen. Dit binnen de context van Sociaal Ecologische Systemen (SES) en met name Nationaal Park Alde Feanen, dat zich wil (door)ontwikkelen tot een zgn. 'Nationaal Park Nieuwe Stijl' in lijn met het recente nationale beleidsprogramma 'Nationale Parken 2024-2030'. Het overkoepelende doel van deze PD is: te identificeren hoe gezamenlijke foresight-praktijken effectief moeten worden ingericht en opgevolgd, zodat hiermee de governance van natuurtoeristische bestemmingen, zoals het Nationaal Park Alde Feanen, wordt versterkt. Hierbij rekening houdend met complexe multi-stakeholder processen waarin dit plaatsvindt. Deze PD sluit aan bij een aantal grote transitie vraagstukken waar landelijke gebieden in Nederland mee te maken hebben rondom natuur, water, landbouw, energie, wonen en het evenwichtig gebruik van schaars beschikbare ruimte. De opgaven vragen om een integrale en gezamenlijke aanpak naar de toekomst. Het Leisure, Tourism en Hospitality (LTH) domein kan hierin een sleutelrol spelen als overkoepelende drager voor ruimtelijke transities, zo ook binnen het ‘Nationaal Park Alde Feanen Nieuwe Stijl’. Door middel van een kwalitatieve onderzoeksaanpak zal deze PD de voorwaarden, belemmeringen en kansen identificeren om toekomstvisies om te zetten in collectieve actie richting de toekomst van het Nationaal Park. Ook wil deze PD een prototype ontwerp ontwikkelen voor een zgn. 'Anticipatory Futures Stakeholder Lab'. Een soort ‘infrastructuur’ gericht op continue en gezamenlijke anticiperende activiteiten, om opvolging en invulling te geven aan de trajecten naar de toekomst. De onderzoeksuitkomsten kunnen actoren in het LTH-domein ondersteunen in deze transitieprocessen, specifiek in het (omliggende) Alde Feanen gebied. Het sluit aan bij hun ambities om als voorbeeld te dienen voor andere Nederlandse nationale parken. Theoretisch wil het onderzoek bijdragen aan innovatie van bestaande foresight methoden en aan het huidige academische discours over hoe ‘Foresight’ en ‘Anticipation’ samenhangen met 'Good Governance' van sociaal-ecologische systemen.
Duurzaam Gebiedsgericht Werken Het Rijk heeft met het Nationaal Programma Landelijk Gebied kader en doelen gegeven aan de regionale gebiedsaanpakken. Dit moet leiden tot een transitie van het landelijk gebied waarbij water en bodem leidend zijn en biodiversiteit, klimaat en verdienvermogen onderdeel zijn van het transitieproces. Professionals die in gebiedsaanpakken werken, vragen ons om kennis en vaardigheden over transitieprocessen, doelinterventies, de institutionele context en om professionalisering voor effectieve samenwerkingen: ‘Hoe kunnen gebiedsmanagers effectief werken aan transities om de NPLG-doelen te realiseren en welke belemmeringen bestaan er op dit moment op het gebied van kennis en vaardigheden, en ook in de institutionele omgeving waarbinnen zij moeten werken?’ In dit project gaat ons interdisciplinaire onderzoeksteam na hoe we uit ervaringen met vraagstukken in lopende regionale gebiedsprocessen aanknopingspunten, samenwerkingsvormen en generaliseerbare oplossingen kunnen vinden. Daarmee helpen we gebiedsmanagers om hun handelingsrepertoire voor deze vraagstukken te verrijken. Dat doen we in 4 stappen: 1. Door als onderzoekteams actief in gebiedsprocessen in Oost-Gelderland en Midden-Brabant deel te nemen. 2. Door 10 gebiedsprocessen te monitoren, observeren en reflecteren. 3. Door uit deze gebiedsprocessen belemmeringen en kansen in institutionele kaders te identificeren. 4. De lessen en ervaringen maken we: a. Via reflexieve monitoring overdraagbaar in een learning community van en voor gebiedsmanagers. b. Bruikbaar in het onderwijs en leven-lang-lerentrajecten. Beoogde resultaten zijn: • Bouwstenen voor gebiedsmanagement waarin handreikingen voor samenwerking, transitie, en hoe water en bodem sturend kunnen zijn. • Een advies aan beleidsmakers over de institutionele kaders die onderdeel zijn van een beoogde gebiedstoekomst en de kaders voor het proces daarnaartoe. • Een aanzet voor een praktijkvorm van de learning community van LNV-RTLG: de Transitieschool. Het lectoraat Gebiedsgerichte Transities naar Kringlooplandbouw van Hogeschool Van Hall Larenstein leidt het onderzoeksteam, dat bestaat uit lectoren en onderzoekers van de vier groene Hbo’s en CHE.
Deze PD zoomt in op de volgende aspecten; 1) Bevorderen en verduurzamen van het lerend vermogen van een (eco)systeem in transitie (lerend systeem) 2) Bevorderen van de adaptiviteit van individuen binnen een (eco)systeem in transitie (lerende individuen). Deze PD gaat over de ontwikkeling van een complexe praktijk waarin domein overstijgend wordt samengewerkt, geleerd en geïnnoveerd om te komen tot een nieuw centrum voor geïntegreerde zorg. Het vraagstuk is urgent omdat het tempo waarin deze transitie vorm krijgt traag verloopt waardoor ‘het systeem’ vast dreigt te lopen. Professionals met verschillende achtergronden uit verschillende domeinen/organisaties zijn hierbij betrokken, vanuit verschillende strategische lagen (multi-stakeholdersamenwerking), waarbij de inhoud en organisatie van het werk in verandering is. Oude routines voldoen niet meer. Professionals uit acht verschillende zorgdisciplines moeten o.a. nieuwe samengestelde werkwijzen/werkroutines ontwikkelen en een nieuw soort vorm van zorg gaan aanbieden. Het doel is te komen tot een ecosysteem waarin leren en professionaliseren in relatie tot de transitieopgave geborgd is. Hiervoor is een systemische aanpak nodig waarin de ‘leeropgaven’ centraal staan. In beide casussen spelen veranderopgaves, waarbij kennis over transitieprocessen, adaptiviteit, en lerende organisaties en netwerken alsook kennis van interventies, methodieken en werkvormen uit de onderwijskunde, organisatiepsychologie, veranderkunde, innovatiewetenschap, opleidingskunde e.a. zoals systemisch co-design, reflexieve monitoring, en design thinking nodig zijn om te kunnen veranderen in deze praktijken. Bovengenoemde kennis wordt samengebracht en doorontwikkeld in de context van zorg.