Dit lectoraat wil zich inzetten om NAH meer bekendheid te geven, algemeen maatschappelijk, in het beroepsonderwijs, maar ook in de zorg (ook onder professionals is NAH relatief onbekend en worden omvang en gevolgen van NAH onderschat). Het wil investeren in het beter begrijpen en beïnvloeden van participeren en het wil de gevolgen van NAH voor jongeren in kaart brengen, evenals de gevolgen voor het gezin. Op zoek naar factoren die bepalend zijn voor herstel, hoe komt het dat (bij een vergelijkbaar letsel) jongere A het redelijk doet en loopt B vast? Dit lectoraat wil participatieproblemen van jongeren met NAH gaan onderzoeken, dit is in Nederland niet eerder gedaan, en hierbij aansluiten bij recent onderzoek bij volwassenen, waaruit voorlopig blijkt dat vaardigheden als probleemoplossend vermogen en aanpakgedrag (coping) en gezins - en omgevingsfactoren participatiekansen sterk bepalen.
Hogescholen zouden een grotere bijdrage moeten leveren aan de ontwikkeling van de armste landen. Ik zal proberen aan te geven welke ethische, en andere, overwegingen de rationale vormen voor die stelling. Kritische reflectie op ethische vragen is belangrijk voor het maken van de juiste keuzen. Capaciteitsopbouw in hoger beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden, het creëren van hoog opgeleide vaklieden en entrepreneurs, is een vruchtbare vorm van ontwikkelingssamenwerking. Maar alleen als het goed, effectief en duurzaam gebeurt. Veel hulp is nog ineffectief. Het lectoraat Internationale Samenwerking heeft een direct doel: kennis genereren die het mogelijk maakt Nederlandse hogescholen meer en effectiever in te zetten bij ontwikkelingssamenwerking. Daarmee is het hoger onderwijs in ontwikkelingslanden gediend en daarmee de sociale en economische ontwikkeling in deze landen. En daar is het Nederlandse hoger beroepsonderwijs mee gediend, dat internationaler wordt en zo tegemoet komt aan de wensen van studenten en de behoeften van de arbeidsmarkt.
De italiaanse historicus Gribaudi heeft enkele generaties arbeiders in Turijn in de eerste helft van de twintigste eeuw onderzocht. Hij analyseert onder andere de herkomst (terug tot het platteland) en verdere ontwikkeling van 48 families die in 1936 een huis bewonen in de arbeidersbuurt Madonna de Campagna de herkomst (terug tot het platteland). De straks te presenteren inventaris van het Sphinxarchief biedt vast en zeker mogelijkheden een soortgelijke studie te ondernemen naar de cité ouvrière van Regout in de St.Antoniusstraat om op die wijze een nieuw hoofdstuk te schrijven in de geschiedenis van haat en liefde tussen de Regouts, de Sphinx en het Boschstraatkwartier-Oost.
LINK