Verhalen van jongeren die niet passen in bestaande scripts van vallen, opstaan en succes worden niet serieus genomen. We luisteren niet eens naar hen. In de ‘Bibliotheek van tussenverhalen’ gebeurt dat wel, vertellen onderzoekers Sebastian Abdallah, Elena Ponzoni en Jacomijne Prins.
MULTIFILE
Op zes scholen in Leiden, Katwijk en Leiderdorp werken sinds het najaar van 2022 gezinsconsulenten. In dit onderzoek hebben we de invulling en ontwikkeling van deze nieuwe functie gevolgd door middel van bijeenkomsten, observaties en interviews. Conclusie: Gezinsconsulenten hebben met hun preventieve, praktische en persoonlijke insteek een belangrijke meerwaarde. De verbindingen tussen ouders, school en andere partners in de wijk zijn versterkt. Tegelijkertijd is de functie van de gezinsconsulent nog niet af. Er zijn kansen voor doorontwikkeling en verbetering. Hierbij zijn tijd en continuïteit cruciale randvoorwaarden.
MULTIFILE
In deze publicatie reflecteert lector Jos Fransen op ontwikkelingen in het hoger beroepsonderwijs, en meer specifiek op de ontwikkeling van het onderwijs binnen Inholland. In het kader van de kwaliteitsgelden die beschikbaar zijn gesteld aan het hoger onderwijs, heeft ook Inholland haar beleid geformuleerd en vastgelegd in de Kwaliteitsafspraak (Inholland, 2019). Daarin is een nadere concretisering van de onderwijsvisie uitgewerkt, waarbij wordt ingezet op vier pijlers die in het onderwijs van Inholland een centrale rol gaan vervullen: beroepsproducten, activerend onderwijs, leergemeenschappen en ondersteuning door technologie. Het thema technologie moet aan de orde komen in deze publicatie gezien het onderzoek van het lectoraat, maar dat wordt in het perspectief van de drie andere pijlers besproken. De vier uitgangspunten verkend vanuit onderwijskundig perspectief met als doel om de belangrijke vragen op te sporen die bij het ontwerp van nieuwe curricula beantwoord moeten worden. De publicatie is daarmee vooral interessant voor onderwijskundigen, managers en beleidsmakers in de hogeschool, en uiteraard voor alle docenten die betrokken worden bij curriculumontwikkeling. Deze publicatie kan in de vorm van een redeboekje opgevraagd worden via tlt-team@inholland.nl. Graag aantal en adresgegevens vermelden.
DOCUMENT
Meer dan ooit hebben universiteiten aandacht voor jonge wetenschappelijke talenten. Een vergrijzend personeelsbestand gecombineerd met krapte op de arbeidsmarkt van hogeropgeleiden noodzaken faculteiten een beleid te ontwikkelen om jonge talenten enthousiast te maken en te houden voor het werk als wetenschapper. Maar welk beleid hebben faculteiten ontwikkeld om jonge talenten te binden en boeien? Levert dit de gewenste resultaten op? En hoe kan het beter?
DOCUMENT
Deze studie richt zich op bloggen op dagbladsites en de betekenis hiervan voor dagbladen. De centrale vraag van het onderzoek is hoe de praktijk van het bloggen op dagbladsites de journalistiek bij die dagbladen beïnvloedt. Hebben bloggers invloed op journalistieke producties, het werk van journalisten en de nieuwsselectie en -presentatie? Om vast te stellen welke invloed bloggers hebben die actief zijn op dagbladsites, zijn inhoudsanalyses uitgevoerd en vervolgens interviews gehouden met drie soorten bloggers: journalisten, expertbloggers en burgerbloggers bij vier landelijke dagbladen (Volkskrant, Trouw, NRC Handelsblad en De Telegraaf), één gratis dagblad (DAG) en twee regionale dagbladen (TCTubantia en AD/Utrechts Nieuwsblad). Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met redacteuren die verantwoordelijk zijn voor het blog-deel op de website.
DOCUMENT
Te gast zijn Marije Kesselring en Dorien Graas, onderzoeker en lector bij verschillende jeugdlectoraten, met wie ik spreek over het thema de pedagogische basis. Marije deed promotieonderzoek naar de Pedagogical Civil Society, een begrip dat haar promotor Mischa de Winter eerder al had geïntroduceerd en dat gaandeweg veranderd is in het begrip de pedagogische basis, naar analogie van het begrip de sociale basis. Dorien is als lector en daarvoor onder meer als betrokkene bij de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling al lange tijd pleitbezorger van dit thema. De pedagogische basis is het idee dat andere mensen dan de ouders vanzelfsprekende medeopvoeders zijn van kinderen. Denk aan informele medeopvoerders zoals buurtgenoten en formele professionals zoals leraren en medewerkers van de kinderopvang. Onderliggend idee is dat opvoeden niet overgelaten wordt aan ouders en als het mis gaat aan pedagogische specialisten, maar dat we 'allemaal opvoeders' zijn. Dat is ook de naam van het overheidsprogramma dat Marije onderzocht heeft op het begrip Pedagogical Civil Society. Omdat Civil Society betekent dat burgers onderling hun zaken regelen, is de geschiktere naam pedagogische basis gekozen. Dat betekent dat andere ouders en professionals rondom kinderen mee opvoeden als onderdeel van hun professie en dat de gemeente hen daarin stimuleert en ondersteunt. Marije en Dorien pleiten ervoor dat de pedagogische relatie en pedagogisch handelen normaal is in school en samenleving en dat we met elkaar spreken en reflecteren over hoe breed ons normaal is, zodat pedagogiek niet alleen aan specialisten wordt overgelaten.
LINK
In deze tekst staan twee vormen van participatie centraal: de burger als kiezer en als co-producent. De auteurs staan stil bij de verhoogde aandacht voor participatie door de ontwikkelingen op drie terreinen te beschrijven, t.w. politieke participatie, vrijwilligerswerk en leefbaarheid in wijk en stad. Telkens trachten ze de internationale en landelijke discussie te vertalen naar de Eindhovense situatie. Uiteraard zijn er nog vele andere vormen van participatie, zoals sportparticipatie, cultuurparticipatie en niet te vergeten arbeidsparticipatie. Dit artikel beperkt zich tot de min of meer vrijwillige vormen van participatie waarbij de relatie met de overheid in het geding is. Andere vormen van participatie (zoals op de arbeidsmarkt) en de vraag of die concurreren met bijvoorbeeld vrijwilligerswerk komen niet aan bod. De tekst sluit af met een aantal algemene observaties en beleidssuggesties.
DOCUMENT
"Hoe bouwen we aan een samenleving waarin iedereen kan meedoen, tot zijn recht komt en zich veilig voelt? Hier doen de lectoraten praktijkgericht onderzoek van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht onderzoek naar, met en voor (aankomend) sociale professionals in het brede sociaal domein. Onze missie is om samen met partners uit praktijk, onderwijs en beleid bij te dragen aan ‘beter samen leven’ en het verkleinen van sociale ongelijkheid. Dit doen wij door praktijkgericht onderzoek, ontwikkeling en agendering van actuele maatschappelijke en sociale vraagstukken op het vlak van participatie, welzijn, zorg en ondersteuning, jeugdhulp, werk en inkomen, schuldenproblematiek, dak- en thuisloosheid, toegang tot recht, reclassering, sociale veiligheid, en deelname aan onderwijs, sport en cultuur. Gedurende de laatste maand van 2020 en de eerste maanden van 2021 is vanuit het Kenniscentrum voor Sociale Innovatie (KSI) van Hogeschool Utrecht (HU) onderzoek uitgevoerd naar en in goede samenwerking met de Werkwinkel in Utrecht Overvecht. De doelstelling van het onderzoek is om op basis van ervaringen van zowel klanten als professionals de succesfactoren van de Werkwinkel inzichtelijk te maken, om op basis daarvan een methodische werkwijze van de Werkwinkel te beschrijven en te ontwikkelen. Specifiek is daarbij aandacht voor de benodigde vaardigheden en competenties van de betrokkenen en voor de organisatorische randvoorwaarden die nodig zijn om activiteiten vanuit de Werkwinkel goed uit te kunnen voeren. Het huidige projectplan met daarin onder meer het concept, de leidende principes en aanpak van de Werkwinkel beschreven, dient daarbij als fundament voor de huidige werkwijze."
DOCUMENT
Van reclasseringswerkers wordt vakmanschap verwacht. Dat wil zeggen op basis van kennis van zaken op het juiste moment en op de juiste manier verantwoord beslissingen nemen, die passen bij de situatie en bij de cliënt. Dat vraagt om het combineren van methodisch en theoretische kennis met eigen expertise als professional (op grond van scholing en ervaring) in goede afstemming met behoeften en mogelijkheden van de cliënt. Het nemen van beslissingen op basis van de combinatie van deze drie ‘kennisbronnen’ noemen we een evidence based practice. Dat is in het reclasseringswerk niet altijd vanzelfsprekend en vanwege het gedwongen kader ook niet altijd gemakkelijk. Met het project ‘Gebundelde kracht’ hebben we bij verslavingsreclassering Fivoor in Leiden en Den Haag onderzocht hoe reclasseringswerkers die drie kennisbronnen (wetenschappelijke kennis, cliëntexpertise en professionele expertise) gebruiken in het nemen van beslissingen en welke rol intercollegiale toetsing (ICT) daarin heeft.
DOCUMENT
Openbare les Els Overkamp De opbouw van deze publicatie ontvouwt zich aan de hand van de volgende thema’s. In hoofdstuk 2 licht ik toe wat wij als lectoraat onder een goed leven verstaan en in hoofdstuk 3 waarom mensen met cognitieve en psychische aandoeningen meer kans hebben dat hun kwaliteit van leven onder druk komt te staan. In hoofdstuk 4 duik ik in de geschiedenis van community care tot het moment waar we nu staan. Wat kunnen we leren van eerdere pogingen om het informele netwerk en de samenleving te verbinden aan zorg en ondersteuning? Aan de hand van het viervenstermodel (Binkhorst e.a., 2019; Wilken e.a., 2021) zoals dat binnen het lectoraat PZO is ontwikkeld (hoofdstuk 5), benoem ik vervolgens vanuit vier verschillende perspectieven wat aandachtspunten zijn (hoofdstuk 6 tot en met hoofdstuk 9). Bij de keuze van deze aandachtspunten heb ik mij mede laten leiden door de relevante kennis en inzichten die we als lectoraat in de afgelopen twintig jaar hebben opgedaan. In hoofdstuk 10 eindig ik met de bijdrage die wij als lectoraat PZO de komende jaren willen leveren aan de kwaliteit van leven van mensen in kwetsbare posities.
DOCUMENT