Voor u ligt de voorlichtingspublicatie "TIG- en plasmalassen". Deze voorlichtingspublicatie is bedoeld voor allen die te maken hebben of te maken krijgen met toepassing van de betreffende verbindingstechnieken. Daarbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld constructeurs, lastechnici, werkvoorbereiders, enzovoorts. Deze voorlichtingspublicatie is een update van de voorlichtingspublicaties VM 81 uit 1990. De updating was noodzakelijk daar zich in de afgelopen jaren een groot aantal belangrijke ontwikkelingen heeft voorgedaan op het gebied van deze technieken.
DOCUMENT
Voor u ligt de voorlichtingspublicatie "Zacht- en hardsolderen". Deze voorlichtingspublicatie is bedoeld voor allen die te maken hebben of te maken krijgen met de techniek van solderen. Daarbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld constructeurs, ontwerpers, lastechnici, werkvoorbereiders, enzovoorts.
DOCUMENT
Deze voorlichtingspublicatie is een herziening van de in 1991 verschenen publicatie VM 83 en is tot stand gekomen door samenwerking van de Vereniging FME-CWM, M2i (Materials Innovation Institute v/h het Netherlands Institute for Metals Research (NIMR)), het Nederlands Instituut voor Lastechniek en het Aluminium Centrum. De publicatie volgt in hoofdlijnen de vroegere indeling, maar is wat de inhoud betreft aangepast aan de meest recente ontwikkelingen op het gebied van aluminium en lasprocessen. Bij de hoofdstukindeling is rekening gehouden met het gebruik ervan op verschillende plaatsen binnen het bedrijf. De eerste vijf hoofdstukken zijn speciaal bedoeld om te gebruiken in de tekenkamer en bij de werkvoorbewerking, terwijl de hoofdstukken zes tot en met elf meer zijn bedoeld voor de uitvoering en niet alleen voor diegenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van laswerk, maar ook voor de lassers zelf. Er is daarom meer informatie over de lasprocessen zelf gegeven en er is getracht in deze publicatie zoveel informatie hierover te geven, dat het raadplegen van andere bronnen beperkt kan blijven. Dat betekent niet dat alle benodigde kennis over dit onderwerp in deze publicatie is opgenomen. Deze publicatie is tevens bedoeld om in het onderwijs te worden gebruikt, aangezien vergelijkbare leerstof voor het reguliere onderwijs in Nederland niet voorhanden is.
DOCUMENT
Deze publicatie gaat over het lassen van roest- en hittevast staal
DOCUMENT
BACKGROUND: Hospital stays are associated with high levels of sedentary behavior and physical inactivity. To objectively investigate physical behavior of hospitalized patients, these is a need for valid measurement instruments. The aim of this study was to assess the criterion validity of three accelerometers to measure lying, sitting, standing and walking. METHODS: This cross-sectional study was performed in a university hospital. Participants carried out several mobility tasks according to a structured protocol while wearing three accelerometers (ActiGraph GT9X Link, Activ8 Professional and Dynaport MoveMonitor). The participants were guided through the protocol by a test leader and were recorded on video to serve as reference. Sensitivity, specificity, positive predictive values (PPV) and negative predictive values (NPV) were determined for the categories lying, sitting, standing and walking. RESULTS: In total 12 subjects were included with a mean age of 49.5 (SD 21.5) years and a mean body mass index of 23.8 kg/m2 (SD 2.4). The ActiGraph GT9X Link showed an excellent sensitivity (90%) and PPV (98%) for walking, but a poor sensitivity for sitting and standing (57% and 53%), and a poor PPV (43%) for sitting. The Activ8 Professional showed an excellent sensitivity for sitting and walking (95% and 93%), excellent PPV (98%) for walking, but no sensitivity (0%) and PPV (0%) for lying. The Dynaport MoveMonitor showed an excellent sensitivity for sitting (94%), excellent PPV for lying and walking (100% and 99%), but a poor sensitivity (13%) and PPV (19%) for standing. CONCLUSIONS: The validity outcomes for the categories lying, sitting, standing and walking vary between the investigated accelerometers. All three accelerometers scored good to excellent in identifying walking. None of the accelerometers were able to identify all categories validly.
DOCUMENT
Deze publicatie is binnen het project 'nieuwe materialen' ontwikkeld en geeft informatie over nieuwe(re) roestvaste staalkwaliteiten, en is gericht op de verwerkers van dunne plaatmaterialen met dikten van 0,3 t/m ca. 3 mm. Een deel van de informatie is evenwel ook van toepassing voor andere plaatdikten en andere producten uit roestvast staal. In het kader van dit project zijn tevens uitgegeven: TI.04.18 'Hoge Sterkte Staal in dunne plaat en buis', TI.04.20 'Scheidingstechnieken voor dunne plaat en buis', TI.04.21 'Aluminium in dunne plaat en buis' en TI.04.22 'Ontwerpen van dunne plaat producten en de Eindige Elementen Methode.
DOCUMENT
An activity-friendly environment may increase physical activity (PA) levels and decrease sedentary behavior (SB). This study investigated associations between socio-demographic characteristics, health-related quality of life (HRQoL), perceived environment and objectively measured PA outcomes. Socio-demographic characteristics were assessed using a questionnaire and HRQoL was measured using the EQ-5D. The Neighborhood Environment Walkability Scale (NEWS-A) was used to assess the perceived environment. SB, light PA (LPA) and moderate-to-vigorous PA (MVPA) were measured using the Actigraph GT3X+. Data from 622 Dutch adults were used in multivariate linear regression analyses to investigate associations between NEWS-A and PA outcomes. Analyses were controlled for socio-demographic characteristics and HRQoL. The presence of attractive buildings was associated with less SB ( = ?0.086, p < 0.01) and more MVPA ( = 0.118, p < 0.01). Presence of destinations within walking distance was also positively associated with MVPA ( = 0.106, p < 0.01). Less crime was associated with less MVPA ( = 0.092, p < 0.05). Interactions between personal and environmental characteristics showed that the absence of PA-hindering characteristics (e.g., heavy traffic) was associated with less SB and more MVPA, but only for residents with problems regarding pain and usual activities. The presence of PA-facilitating characteristics (e.g., aesthetics and destinations) was associated with less SB, more LPA and more MVPA but only for the more advantaged people in society. Results suggest that to reduce health inequalities, it would be more helpful to remove barriers rather than introduce PA facilitating characteristics.
DOCUMENT
A presentation about a skills gap: industry demands versus learning outcomes. The presentation deals with ongoing research about workplace learning in computing curricula.
DOCUMENT
De veelheid van eisen enerzijds en verbindingstechnieken anderzijds maken een juiste keuze van het verbindingsproces moeilijk. De FME heeft het initiatief genomen om samen met andere partijen als de FDP, TNO, Syntens, NIMR, NIL, TU-Delft en Universiteit Twente, te komen tot kennisoverdracht op dit gebied. Dit initiatief is ondersteund door een financiële bijdrage van het Ministerie van Economische zaken (SenterNovem) en heeft geleid tot vele publicaties en de ontwikkeling van de website www.dunneplaat-online.nl. Via deze website kan de gebruiker komen tot de selectie van een verbindingsproces voor zijn specifieke situatie. Ten aanzien van het verbinden geldt de proceskeuze voor een materiaaldikte van 0,3 mm tot 3 mm, terwijl voor het lassen de proceskeuze geldig is voor materiaaldikten van 0,3 tot 20 mm. De verbindingsproceskeuze matrix wordt voortdurend aangevuld met de laatste ontwikkelingen en beschikbare informatie (nieuwe materialen, nieuwe verbindingsprocessen), zodat de gebruiker altijd verzekerd is van de meest recente informatie.
DOCUMENT
Deze publicatie is gemaakt in het kader van het project "Proceskeuze voor de fabricage van producten met hoge nauwkeurigheidseisen te vervaardigen in kleine series" en verschijnt tezamen met de publicatie "Een vergelijking van het laserlassen met conventionele lastechnieken voor kleine series producten". Het doel van deze publicatie is het ondersteunen van de ontwerper en de werkvoorbereider bij het kiezen van het optimale omvormproces wat betreft technologie en economie. Hierbij dient niet alleen te worden uitgegaan van de eisen die aan het eindproduct gesteld worden, maar er dient ook rekening te worden gehouden met de eisen die opvolgende bewerkingen, zoals lasprocessen aan halffabrikaten stellen.
DOCUMENT