Diverse vmbo-scholen experimenteren met vormen van competentiegericht onderwijs (CGO). De verwachting is dat leerlingen, dankzij realistische en beroepsgerichte opdrachten, meer gemotiveerd raken. Verder is het de bedoeling dat leerlingen kennis, vaardigheden én houdingen weten te ontwikkelen, zodat ze ook beter voorbereid raken op de beroepspraktijk. Tijd om eens te kijken naar de stand van zaken.
Onderwijs op maat. Elke leerling telt. Het zijn mooie woorden en we noteren ze makkelijk in een beleidsplan. Maar wat betekent het werkelijk als je het onderwijs en de leerlingenzorg zo wilt inrichten dat je recht doet aan elke leerling? Het antwoord op deze vraag komt voor een belangrijk deel van de scholen zelf. De vmbo-scholen weten als geen ander dat de gemiddelde leerling niet bestaat. Met name in het vmbo veranderde het onderwijs de afgelopen jaren ingrijpend om de leerlingen beter voor te bereiden op een vervolgopleiding en hun rol in de samenleving. In de schoolpraktijk worden de beste oplossingen bedacht. We kunnen veel leren van elkaar; leerlingen, docenten en schoolleiders. Maar het is ook goed om expertise van buiten in te roepen om het werk in het onderwijs in een breder kader te plaatsen en te leren van ervaringen en opvattingen die elders leven. In het afgelopen schooljaar werkten ISIS/Q5 en het project Kwaliteit van de leerlingenzorg in het vmbo en praktijkonderwijs samen aan een reeks masterclasses, waarin experts hun kennis en ervaring deelden met schoolleiders. De deelnemende schoolleiders toonden zich achteraf tevreden. Ze gaven aan het prettig te vinden om op deze manier hun kennis te kunnen delen en te verdiepen. Na de succesvolle bijeenkomsten van vorig schooljaar bieden we een vijftal nieuwe masterclasses aan met experts, die hun kennis graag willen delen met schoolleiders in het vmbo en praktijkonderwijs.
In het kader van kwaliteitsverbetering van bewegingsonderwijs heeft er in het voorjaar van 2014 een pilot plaatsgevonden waarin in een tweetal lessenreeksen van drie lessen (floorball en judo) meer aandacht is geweest voor zelfregulatie. Zelfregulatie is de mate waarin een individu in staat is om zelfstandig, doelbewust en efficiënt te leren door het gebruik van verschillende vaardigheden. Uit onderzoek onder sporttalenten is gebleken dat zelfregulatie een belangrijke rol speelt omdat sporttalenten in korte tijd veel moeten leren om de top te bereiken. Ook in de schoolcontext is zelfregulatie een belangrijke bepaler voor succes. Doelstelling van de pilot is zelfregulatie een plek te geven binnen de lessen judo en floorball, gegeven op het VMBO. Met het stimuleren van zelfregulatie bij de doelgroep VMBO leerlingen is nog weinig ervaring en de pilot dient dan ook ter verkenning. Om te leren van de ervaringen met de pilot, is hieraan een exploratief onderzoek gekoppeld, met het volgende doel: Inzicht geven in hoeverre zelfregulatie een plek krijgt binnen de pilotlessen floorball en judo en evalueren hoe leerlingen en docenten de lessen ervaren.Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Sportplein Groningen
In dit onderzoek worden de kansen van ontwerp- en maakonderwijs benut om aansprekend techniekonderwijs voor de theoretische leerweg van het vmbo te ontwikkelen. Het onderzoek betreft zowel de onderbouw als de bovenbouw. Doel Het doel is om inzichten te ontwikkelen in de mogelijkheden en uitdagingen die ontwerp- en maakonderwijs met zich meebrengen voor vmbo scholen (theoretische leerweg), vooral in de grote steden. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van interesse in techniek en bètatechnologische geletterdheid van leerlingen. Resultaten De verwachte resultaten liggen op het gebied van inzicht in de benodigde docentcompetenties, geschikte opdrachten voor leerlingen, randvoorwaarden, en manieren van samenwerking met bedrijven. Ook worden concrete opdrachten voor leerlingen uitgewerkt, die bruikbaar zijn voor andere scholen, en aanbevelingen voor landelijke examenprogramma’s. Looptijd 01 september 2019 - 01 december 2022 Aanpak Samen met vmbo-docenten wordt onderwijs ontwikkeld en uitgeprobeerd. Door tussentijdse evaluaties wordt de didactische aanpak steeds verder verfijnd.
Dit project stimuleert vmbo-leraren om van hun klas en school een plek te maken waar leerlingen onder begeleiding zichzelf kunnen vormen, tot mens, burger en professional. In professionele leergemeenschappen wisselen vmbo-leraren ervaringen en kennis uit over bildend onderwijs. Ook maken ze een lesontwerp om hun voorbeeldfunctie te versterken. Doel Vmbo-docenten zijn dag in dag uit met de vorming van leerlingen bezig. De notie ‘bildung’ is echter nog weinig doordacht en uitgewerkt richting curriculum en didactiek. Ongeveer de helft van alle scholieren in het Nederlandse voortgezet onderwijs gaat naar het vmbo. Zij hebben toch ook recht op bildung? Daarom heeft dit project als doel om de vormende taak van het vmbo te versterken. Resultaten Per plg komen gemiddeld 7 tot 8 vmbo-docenten in totaal 6 keer bij elkaar. Tot april: thematische oriëntatie, speerpuntkeuze in eigen les of school, en ontwikkelen van bildende manier van werken. In april en mei experimenteren met lesontwerpen. Daarna evaluatie en opbrengsten delen. Looptijd 31 augustus 2020 - 08 juli 2022 Aanpak In de artikelen op de website van Bildung VMBO wordt uitgebreid onze werkwijze in de plg’s toegelicht. Denk aan ‘bildend’ makerschap en gebruik makend van de fasen van design thinking.
De Gemeente Groningen stimuleert kinderen binnen de Gemeente Groningen tot een actieve en gezonde leefstijl door middel van het sportieve leefstijlproject, BSLIM. BSLIM vormt de paraplu waaronder interventies en een uitgebreid activiteitenaanbod voor met name basisschoolleerlingen i.s.m. scholen, kennisinstellingen en andere organisaties wordt vormgegeven. Met BSLIM wil de Gemeente Groningen kinderen de mogelijkheid bieden hun sportieve talenten te ontdekken en ontwikkelen. De gemeente heeft daarbij als primair doel de structurele sportdeelname van alle kinderen positief te beïnvloeden. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar kinderen die (nog) niet structureel sporten en naar de mogelijke talenten. Een goede bewegingsvaardigheid, passend sport(ief)gedrag en plezierige bewegingservaringen zijn van grote invloed op de mate waarin kinderen nu en later structureel deelnemen aan sport en voldoende blijven bewegen. De gemeente Groningen stimuleert daarom samen met schoolbesturen de ontwikkeling van een goede bewegingsvaardigheid van kinderen middels kwalitatief hoogwaardig bewegingsonderwijs door brede vakdocenten in de BSLIM-wijken.Onderzoeksthema’s 1. BewegingsonderwijsDe kwaliteit van het bewegingsonderwijs in de Bslim wijken wordt onderzocht.a. Het Leerlingvolgsysteem (LVS) dat in 2015-2016 is geïmplementeerd wordt gebruikt om de vaardigheid van leerlingen in de Bslim wijken in kaart te brengen en waar mogelijk te vergelijken met landelijke normenb. Effectiviteit van interventies gericht op de vaardigheid, de beleving en/of het gedrag van leerlingen, waarbij met name oog is voor de (uit zichzelf) minder actieve leerlingenc. Effectiviteit van interventies die gebruik maken van expliciet en impliciet leren binnen bewegingsonderwijs en/of MRT-praktijken2. Tussen gymzaal en sportvereniginga. Monitoring sportdeelname en motieven om wel/niet te sporten en bewegen + analyse van trends en ontwikkelingen in de sportdeelname in de onderzoekswijken. Hierbij wordt een ruim pallet in acht genomen: Van bewegingsonderwijs tot buiten spelen, en van Bslim- en Schoolsportclub activiteiten tot sportdeelnameb. Onderzoek naar de effectiviteit van interventies gericht op actieve pauzes, waarbij met name oog is voor de (uit zichzelf) minder actieve leerlingen c. Onderzoek naar de effectiviteit van interventies gericht op het voor- tussen en naschools aanbod mbt leefstijl en belevingd. Onderzoek naar de effectiviteit van Bslim activiteiten en Schoolsportclub op de sportbelevinge. Uitvoeren van een Pilot mbt de stimulatie van de motivatie voor bewegen van vmbo leerlingen binnen en buiten de gymles3. Structurele sportdeelnamea. Effectiviteit van een interventie gericht op trainers om motivatie van kinderen te stimuleren en daarmee uitval te beperken b. Ontwikkelen en uitvoeren van een toolkit waarmee de koppeling tussen kind en sport optimaal gemaakt wordt en mogelijke talenten geïdentificeerd worden