Onderzoek naar de achtergronden van de opkomst en ontwikkeling van free fight, kooivechten, ultimate fighting en andere vormen van No Holds Barred, inclusief een analyse van de beleidsproblemen die hiermee zijn verbonden en aanbevelingen over de regulering van deze ontwikkeling.
DOCUMENT
"‘Vechtende Jongeren, veerkrachtiger door kickboksen’ is de afsluitende publicatie van het RAAK-project Vechtende Jongeren, een praktijkgericht onderzoek dat is uitgevoerd tussen 2019 en 2021 in Amsterdam, Zeist, Zwolle en ’s-Hertogenbosch. Samen met de consortiumpartners Hogeschool Utrecht, Hogeschool Windesheim, Vrije Universiteit Amsterdam, Slimani Gym, El Otmani Gym, Figthing Talents, Travers Welzijn, Farent, NIVM en Kenniscentrum Sport & Bewegen is ruim twee jaar gewerkt aan de vraag wat de pedagogische waarde is van kickboksen voor de ontwikkeling van een veerkrachtige identiteit voor jongeren die strugglen op hun weg naar volwassenheid."
DOCUMENT
On the basis of an empirical analysis of the recent emergence, spread and transformation of No Holds Barred fighting contests, it is argued that Norbert Elias's model of sportization provides a fruitful but insufficiently differentiated framework for understanding the development of sports and sport-like contests. Although the successive transformations of martial arts in the twentieth century provide various examples of sportization and para-sportization, the emergence of No Holds Barred events in the 1990s represents an opposing trend, a process of de-sportization. The analysis of No Holds Barred contests demonstrates that the balance between sportization and de-sportization depends primarily on the interests of the organizers, and in particular on the degree to which they rely on the perspectives of practitioners, spectators, or viewers. The decisive factor for the predominance of the latter perspective was the formation of a new market for visual material, which emerged with pay-per-view television. This allowed - at least temporarily - the commercialization of non-sanctioned events, suggesting that new markets for visual material are likely to become an important factor in the development of spectator sports and sport-like forms of entertainment.
DOCUMENT
Op 25 september 2013 werd het project Citytrainer op het congres van Vereniging Sport en Gemeenten gekozen tot ‘Beste initiatief op sport- en beweeggebied 2012/2013’. Het was niet de eerste keer dat Citytrainer in de prijzen viel. Eind 2012 ontving het de ‘Meer dan Handen Award’, een prijs waarmee het Ministerie van VWS zijn waardering uitspreekt voor inspirerende vrijwilligersinitiatieven. Wat maakt dit project bijzonder?
DOCUMENT
Het boekje Kracht van Sport in de Wijk betreft een leesbare weergave van de lezingen die in het voorjaar van 2017 verzorgd zijn over dit thema door externe deskundigen. De onderwerpen van de lezingen zijn samen met vertegenwoordigers uit zowel zorg en welzijn als de sport gekozen. Het betreft de doelgroepen: 1) mensen met een beperking 2) kwetsbare jongeren 3) migranten en vluchtelingen 4) mensen met psychische problemen 5) senioren en ouderen.
DOCUMENT
De combinatie van een immens zware tocht met de sociaal-culturele betekenis maakt de Ronde van Vlaanderen tot een bijzondere klassieker.
LINK
Op 23 en 24 september 2023 vonden de Stadsspelen van Den Haag plaats. Dit jaarlijks festival heeft als doel om inwoners van Den Haag kennis te laten maken van verschillende sporten en beweegmogelijkheden in Den Haag. Onderzoekers van de Haagse Hogeschool, lectoraat Impact of Sport, hebben de Stadsspelen op verzoek van de gemeente geëvalueerd. De evaluatie vormt de basis voor de gemeente om verbeteringen door te voeren in de Stadsspelen, en zo bij te dragen aan een sportiever en gezonder Den Haag. Voor de evaluatie zijn 252 enquêtes afgenomen. Tijdens het analyseren van de data bleek van 10 bezoekers de informatie onbruikbaar. Daarom zijn in het rapport de resultaten van 242 mensen meegenomen. De enquêtes zijn afgenomen door studenten en onderzoekers van de sportopleidingen van de Haagse Hogeschool, met behulp van tablets. De enquêteurs hebben de instructie gekregen bij het afnemen van de enquêtes een zo representatief mogelijke groep bezoekers te bevragen. Tijdens het afnemen van de vragen bleken veel jonge kinderen samen met een ouder te zijn. In zulke situaties is zoveel mogelijk geprobeerd de kinderen antwoord te laten geven (niet de ouder). Daarnaast hebben de enquêteurs de instructie gekregen om de kinderen vooral veel te laten vertellen en indien nodig gericht vragen te stellen. Hierdoor is soms niet altijd strikt de vragenlijst gevolgd. Omdat het in praktijk niet altijd mogelijk bleek om de vragenlijst volledig bij de, voornamelijk jonge, kinderen af te nemen is een aantal gevallen het invullen van de vragenlijst gedaan door zowel het kind als een ouder samen. Al met al werd er positief gereageerd op het geven van een evaluatie. De volledige enquête is opgenomen als bijlage bij dit rapport.
DOCUMENT
In het basismodule wetenschappelijke vaardigheden ontwikkelen de studenten meer begrip van methodologie en statistiek binnen de sport en beweegsector, alsook een kritische houding ten aanzien van onderzoeksresultaten. Omdat de Master of Sports een deeltijdstudie is en alle studenten ook werken in de beroepspraktijk, kan de student een bijdrage leveren aan het meer evidence-based maken van de beroepspraktijk op zijn werkplek. Zo heeft Bart van Gastel in opdracht van de Gelderse Sport Federatie een praktijkonderzoek uitgevoerd naar het effect van het aanleren van een B-Fit pauze-activiteit in de gymles op het spelen op het schoolplein bij 11- en 12-jarige meisjes.
DOCUMENT
Het lectoraat richt zich op participatie en stedelijke ontwikkeling. De uitdagingen en problemen die spelen in stedelijke omgevingen gaan vaak over ‘delen’ en ‘verdelen’, en over de voortdurende spanningsverhouding tussen de verscheidenheid én verbondenheid die daarbij hoort. De stad zijn wij. Voor die sociale stedelijke ontwikkeling zet het lectoraat zich in door onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de kracht van relaties en netwerken in de stad te versterken. Dat doen we vanuit onderzoek en onderwijs samen met de praktijk en het beleid. We werken ingebed, als embedded practice-based researchers. We willen relaties en netwerken niet alleen beter proberen te begrijpen, zoals de voortdurende en intrigerende spanningsverhouding tussen eenheid en verscheidenheid van mensen die daar deel van uitmaken. Ook willen we ze een positieve impuls geven, de kracht ervan benutten. Dat doen we mede door ook zelf met betrokkenen samen te werken, door samen te ‘zwermen’ tijdens het onderzoek, met als doel maatschappelijke participatie en stedelijke ontwikkeling te bevorderen. Want, zo zien wij het: voor de 21ste eeuw is er geen andere optie dan te delen. Na het inleidende eerste hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 uiteen gezet wat de kernbijdrage van het lectoraat is. Waar richt het lectoraat zich precies op als het gaat om participatie en stedelijke ontwikkeling? En waarom? In Hoofdstuk 3 werken we die bijdrage verder uit, door in te gaan op de doorontwikkeling van het lectoraat en het onderzoeksprogramma met drie onderzoekslijnen. Onze belangrijkste drijfveer is het realiseren van maatschappelijke impact. We besluiten de tekst in hoofdstuk 4 met een aantal slotbeschouwingen.
DOCUMENT
Breedtesport en topsport ontwikkelen zich in een verschillende richting, maar blijven elkaar beinvloeden. Deze beinvloeding kan worden onderscheiden naar effecten die samenhangen met de veronderstelde aanvoerfunctie van de breedtesport en effecten die voortkomen uit de veronderstelde aanjaagfunctie van de topsport. Beide functies maken onderdeel uit van de zogenoemde 'double pyramid theory'. Volgens deze theorie brengen duizenden sportbeoefenaars een paar Olympische kampioenen voort (aanvoerfunctie), terwijl deze kampioenen door hun rolmodel weer duizenden mensen stimuleren om één of andere vorm van sport te gaan beoefenen (aanjaagfunctie). Onderzoek wijst echter uit dat er geen sprake is van een gelijke mate van beïnvloeding tussen topsport en breedtesport. De topsport kan niet zonder breedtesport, maar andersom is dit in veel mindere mate het geval. Breedtesporters ontlenen vooral als publiek veel plezier aan de topsport, maar een groot deel van de sportbeoefenaars, vooral buiten verenigingsverband, zal in hun sportbeoefening nauwelijks een relatie met de topsport ervaren.
DOCUMENT