Naar aanleiding van een onderzoek van het Amerikaanse Rode Kruis naar ‘social media in disasters and emergencies’ heeft adviesbureau VDMMP in samenwerking met Menno van Duin (lector Crisisbeheersing Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid en Politieacademie) in Nederland een onderzoek met eenzelfde focus verricht. Het onderzoek van het Amerikaanse Rode Kruis is gericht op het gebruik van sociale media door burgers bij rampen en crises en de verwachtingen van burgers bij het gebruik van sociale media door de hulpdiensten. Het Amerikaanse Rode Kruis voert dit onderzoek al enkele jaren uit om de tendens in kaart te brengen en inzicht te krijgen in het gebruik van de sociale media en verwachtingen van de burgers over dit gebruik
Met deze openbare les wordt het officiële startsein gegeven van het lectoraat Regie van Veiligheid. Al enkele jaren geleden zijn er afspraken gemaakt tussen de Veiligheidsregio Utrecht (VRU), het RIVM en Hogeschool Utrecht, om te bezien of er een lectoraat op het terrein van veiligheid kon worden ontwikkeld. Aanvankelijk ging het over het hele spectrum van sociale en fysieke veiligheid. Sociale veiligheid gaat over intermenselijke processen als criminaliteit, overlast en verloedering. Fysieke veiligheid gaat over ongevallen en onheil van niet-menselijke oorsprong, zoals verkeersveiligheid, brand, rampen en crises. Zowel bij de HU als bij de instellingen was behoefte aan een lectoraat, maar de oorspronkelijke brede opzet bleek geen gelukkige keuze. Een groeiende behoefte bij de Faculteit Maatschappij & Recht om toch een lector op het zo actuele thema van veiligheid te werven, creëerde nieuwe mogelijkheden. De HU koos voor meer aandacht voor sociale veiligheid. Daarnaast, gefinancierd vanuit de VRU, kwam er een bijzonder lector, met de opdracht zich te richten op het snijvlak van sociale en fysieke veiligheid. Daarmee kwam dit lectoraat er alsnog en kreeg het de naam Regie van Veiligheid, een naam die nog overgebleven was van de oorspronkelijke plannen. Vanaf het begin was er – zeker bij ons – sprake van een haat-liefdeverhouding met dit begrip. Verwerping ervan stond tijden op onze agenda, maar naarmate we in discussies meer realistische, pragmatische vormen van regie voor het voetlicht haalden, laaide de liefde weer wat op, met deze rede als resultaat.
We evalueren wat af in dit land. Er wordt, zo lijkt het, geen mogelijkheid onbenut gelaten om van oefeningen, calamiteiten en andersoortige crises te kunnen leren. In waarschijnlijk geen ander land ter wereld zijn ze zo gek om van een gebeurtenis als de Herculesramp (1996) meer dan twintig afzonderlijke evaluaties op te stellen. Van Vollenhoven en de toenmalige Transportongevallenraad verzuchtten destijds dat zij met hun rapport de finale conclusies over deze calamiteit zouden trekken, maar ook daarna zouden nog allerlei rapporten verschijnen en rechters uitspraken doen. Meer recent genoten Apeldoorn, Moerdijk, Alphen aan den Rijn en ongevallen van relatief beperktere omvang (duikincident bij Terneuzen) grote belangstelling van evaluatoren. Aan de hoge evaluatiedichtheid heeft de Politieacademie met het rapport Lessen in crisisbeheersing eveneens een steentje bijgedragen. Toch heeft deze mede door ons opgestelde evaluatie, die eigenlijk strikt genomen geen evaluatie mag heten, volgens ons een duidelijk toegevoegde waarde, juist vanwege de afwijkende vorm van evalueren. In dit artikel hopen wij de lezers daarvan te kunnen overtuigen. Mogelijk dat het de lezer beweegt het boek(je) over Alphen aan den Rijn eens te raadplegen en daarmee over deze – ons inziens – andere aanpak een oordeel te vormen