Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
Wat is er op dit moment (medio augustus 2020) in de wetenschappelijke literatuur bekend over (de effecten van maatregelen tegen) de verspreiding van het coronavirus en wat is de betekenis daarvan voor organisatoren van evenementen?
De technologische ontwikkelingen vliegen ons om de oren. Waar de een hoopt dat het ons verlost van saaie werkzaamheden, vreest de ander voor zijn baan en de verspreiding van nepnieuws. De invloed is groot en lijkt alsmaar te groeien. Kunnen we nog ingrijpen of moeten we ons eraan overlaten? Lector Interaction Design Mark de Graaf en Bart Wernaart, lector Moral Design Strategy, vertelden er dinsdagavond alles over tijdens het openbaar college ‘Gaat technologie de mensheid redden?’.
LINK
Aanleiding Sinds kort nemen zorgprofessionals en onderzoekers in Nederland initiatieven om mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie. Een manier om dit te doen is de inzet van zogenoemde Functional Assertive Community Treatment (FACT) teams. Deze teams gebruiken voornamelijk verbale interventies. Maar mensen met een LVB hebben moeite met het verwerken van verbale informatie. Vaktherapie kan juist met non-verbale en ervaringsgerichte methodieken goed aansluiten bij deze groep. Dit innovatieprogramma richt zich op de vraag van vaktherapeuten hoe en in welke vorm zij, in of rondom FACT LVB-teams, mensen met een LVB kunnen helpen. Doelstelling Het doel van de deelnemers aan het project is de zorg en ondersteuning van mensen met een LVB in de eigen thuissituatie (buurt/wijk) te verbeteren. Liefst zodanig dat deze mensen minder vaak hoeven te worden (her)opgenomen in een behandelcentrum. Het doel van het project is om de meerwaarde vast te stellen van de inzet van vaktherapie in of rondom FACT LVB teams bij het realiseren van deze ambitie. Het project is gefaseerd opgebouwd. In de eerste fase worden de vaktherapeutische behandelvormen bepaald. Vervolgens worden efficiënte interprofessionele werkwijzen en een vaktherapeutische behandel- & ondersteuningsroute vastgesteld, en ten slotte wordt het project geëvalueerd. Beoogde resultaten Het project biedt resulteert in een handreiking voor professionals om interprofessioneel samen te werken in de wijk voor mensen met LVB. Binnen het onderwijs levert het project een bijdrage aan een minor 'Wijkgerichte zorg & ondersteuning'. Het biedt een leerwerkplaats LVB voor studenten vaktherapie en aanpalende gebieden. De handreiking wordt geïmplementeerd in de opleidingen die opleiden tot vaktherapeut. Zogenaamde 'battles', waarin interprofessioneel samenwerken aan problemen vanuit de praktijk en het beste idee bekroond wordt met een stimuleringsprijs, zorgen voor verdere ontwikkeling. Publicaties in vakliteratuur zorgen voor verspreiding van de projectresultaten. De deelnemers aan het project zullen aansluiting zoeken bij symposia - regionaal, nationaal en internationaal - en bijeenkomsten buiten en binnen het netwerk om de resultaten aan een breed publiek te presenteren.
Nederland is een belangrijke speler op de wereldwijde rozenmarkt. In 2023 exporteerde het land rozen ter waarde van 939 miljoen dollar, waarmee het de grootste exporteur ter wereld was ( (OECtoday, 2024). Rozenkwekers worden geconfronteerd met aanzienlijke uitdagingen, waaronder de verwoestende impact van ziekten zoals valse meeldauw, die zich onder gunstige omstandigheden snel kunnen verspreiden en ernstige oogstverliezen veroorzaken. Valse meeldauw vormt een ernstige bedreiging voor rozen, aangezien vooral buitenteelt onderhevig is aan weersinvloeden zoals hoge luchtvochtigheid, temperatuurschommelingen en regenval, die de verspreiding van de schimmel aanzienlijk bevorderen. De infectie leidt tot bladverlies, groeivertraging en een significante verslechtering van de bloemkwaliteit, wat resulteert in aanzienlijke economische schade voor telers. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een geavanceerd AI-gebaseerd beeldherkenningssysteem dat specifiek is ontworpen voor het vroegtijdig detecteren van valse meeldauw (Peronospora sparsa) op rozen in de buitenteelt. Traditioneel worden chemische fungiciden ingezet, maar deze aanpak is zowel milieubelastend als inefficiënt op de lange termijn, mede door de ontwikkeling van resistentie bij de schimmel. Ons project beoogt daarom een duurzame, niet-chemische oplossing door middel van gerichte ultraviolet-bestraling (UV-C). De reeds ontwikkelde robot Alpha Ceres, die autonoom door rozenvelden navigeert met behulp van Real-Time-Kinematic (RTK) GPS, zal in de toekomst als draagplatform dienen voor deze technologie. In de eerste fase ligt de focus op de ontwikkeling van een robuust AI-algoritme voor herkenning van geïnfecteerde bladeren en het bepalen van hun positie. Daarnaar volgt het nauwkeurig bepalen van optimale UV-C-instellingen en laboratoriumtesten met geïnfecteerde planten. Er zal een proof-of-concept worden gerealiseerd met een opstelling bestaande uit een lopende band, camera’s en een actuator die de lamp naar de plant toe beweegt, welke beschikbaar is bij het GreenTechLab. Dit vormt de basis voor de overstap naar Alpha Ceres.
De toename en verspreiding van fake nieuws is een thema dat internationaal veel aandacht krijgt. Online informatiemanipulatie zou de verkiezingen in maar liefst 18 landen negatief beïnvloed hebben. In welke mate laten we ons beïnvloeden door desinformatie en welke strategieën helpen om weerbaarder te worden? Binnen academische kringen heerst er verdeeldheid over het effect van gemanipuleerde informatie op het gedrag. Wel heerst er consensus over het feit dat het bevorderen van digitale geletterdheid cruciaal is om de weerbaarheid tegen desinformatie te verhogen. In Nederland hebben journalistiek-educatieve organisaties DROG en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid afgelopen jaren een innovatief educatief aanbod voor diverse doelgroepen ontwikkeld gericht op het bevorderen van die digitale weerbaarheid. Zo is o.a. een game ontwikkeld, waarbij jongeren bewust fake nieuws maken om zo de werkingsmechanismen ervan te doorgronden. De game leunt op de inoculatie theorie (McGuire, 1961a, 1961b), die ervan uitgaat dat de toediening van het (nepnieuws)virus resulteert in meer antistoffen, en dus hogere weerbaarheid. Recent onderzoek door Roozenbeek en Van der Linden (2019) geeft bewijslast voor deze theorie en wijst op de positieve effecten van gamificatie. Gesteund door inzichten uit de gedragswetenschappen willen we in dit project nader onderzoeken welke interventies effectief zijn voor het verhogen van de digitale weerbaarheid tegen desinformatie bij jongeren tussen de 15 en 18 jaar. Deze doelgroep opgegroeid in het digitale tijdperk zou namelijk steeds meer moeite hebben om echt van nep te onderscheiden (Wineburg, S., McGrew, S., Breakstone, Joel and Ortega, T, 2016). Op basis van real life casestudies van DROG en het Instituut voor Beeld en Geluid zullen we een drietal interventie-strategieën testen bij de doelgroep jongeren (leeftijd 15 jaar tot 18) om zo meer gefundeerde inzichten te genereren over de effectiviteit van het aanbod en inzichten te genereren over het mogelijk verbeteren en aanscherpen daarvan.