Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT
The survey on ‘Doing Business in Germany’ (2010), conducted by the CBRD research project (Cross-Media, Brand, Reputation & Design Management), helped identify key principles for doing business internationally. As the study shows, self-analysis by the Dutch agency or individual designer is at least as important for a successful enterprise as finding the right opportunities on the German or any other international market. For the designer concerned, this requires insight into one’s own ambitions, motives, competencies, attitude and work style.
DOCUMENT
De integratie van ontwerp en uitvoering schiet al jaren tekort. De (vaak terechte) karikaturen zijn dat architecten blijven steken in vormgeving en dat bouwers teveel techneut zijn om te kunnen ontwerpen. Opdrachtgevers eisen innovatie van ons bouwproces. Nieuwe contractvormen dwingen bouwers en adviseurs om beter samen te werken. Of is dat een bij voorbaat verloren zaak en kunnen we beter een nieuwe specialist tot leven wekken?
DOCUMENT
UNStudio, een in Amsterdam gevestigd, internationaal toonaangevend architectenbureau, wil hun Green Mile-plan1 voor het centrum van Amsterdam uitwerken om een 'post-pandemisch groen stedenbouwkundig ontwerp' voor de stad te onderzoeken - kunnen groene gebieden worden (her) ontworpen om ruimte aan voetgangers te geven, terwijl voorkomen wordt dat mensen zich niet op dezelfde plek ophopen? De Corona-pandemie benadrukte ook de noodzaak om vaart te zetten achter duurzaamheidsdoelstellingen, waaronder de ambitie om groenere stedelijke omgevingen te creëren. In dit voorstel wordt stadsmeubilair voor de Green Mile ontworpen en gerealiseerd met hergebruikte materialen, en met post-pandemische stedenbouwkundige en bouwkundige principes. GPGroot en Schijf, leveranciers van rest- en gebruikte bouwmaterialen2, willen hun kennis over circulaire materiaalverwerking en -levering in de stedelijke context graag verder ontwikkelen. Het initiatief van UNStudio biedt een unieke kans om deze kennis te ontwikkelen, in samenwerking met de HvA en het onderzoek in de Robot Studio, dat zich tot nu toe met name richt op circulair gebruik van hout voor binnen-toepassingen. Het project volgt een iteratief ontwerpproces van parametrisch ontwerp en digitale productie. Bij het ontwerp wordt rekening gehouden met functionele eisen en beschikbare materialen, evenals met de specifieke kenmerken van de stedelijke context waar het prototype zou kunnen worden geplaatst. De productie van het prototype zal worden uitgevoerd met 6-assige robots in de HvA Robot Studio. De resultaten zijn ontwerpen en een prototype, maar ook kennis over het verbinden van parametrisch ontwerp en robotproductie met buitentoepassingen, met bijzondere aandacht voor rest- en gebruikte materialen. Innovatieve aspecten zijn de overstap naar structureel belaste buitentoepassingen en het gebruik van een breder scala aan materialen dan alleen hout. Hiermee kan het project bijdragen aan de ontwikkeling van “smart industry” en de circulaire economie, beide relevant voor de maatschappelijke uitdagingen zoals vastgelegd in de nationale Kennis- en Innovatie-Agenda’s voor wetenschap en technologie.
Dit project heeft als hoofddoel het ontwikkelen en testen van een laagdrempelige prototype toolset waarmee tentoonstellingen - zonder ingewikkelde technologie - virtueel kunnen worden ge(re)construeerd. Tentoonstellingen hebben een beperkte levensduur. Veel informatie die de beleving van een expositie bepaalt, is na afloop verloren. Met name geldt dit voor inrichting en vormgevingsaspecten, die zeer bepalend zijn voor de beleving. Virtual Reality (VR) biedt mogelijkheden om deze informatie te reconstrueren en te behouden en de bezoeker een impressie te geven van de ‘look-and-feel’ van een expositie. Op deze manier kunnen musea hun geschiedenis op aansprekende wijze archiveren en succesvolle of baanbrekende tentoonstellingen uit hun verleden opnieuw toegankelijk maken. De VR ruimtes bieden ook mogelijkheden voor innovatief onderzoek en onderwijs en voor het ontwerpen en presenteren van nieuwe tentoonstellingen. Hiertoe zal een koppeling naar bestaande digitale beeldarchieven worden onderzocht, om een dynamische link tussen online databases en virtuele ruimtes tot stand te brengen. De potentie van de toolset en het concept van de virtueel gereconstrueerde tentoonstelling zal worden onderzocht aan de hand van een pilot met een vanuit Theaterwetenschappen ingebrachte casus: de spraakmakende, allereerste Internationale Theatertentoonstelling in het Stedelijk Museum (Amsterdam, 1922). De virtuele reconstructie van deze tentoonstelling en de toolset die hiervoor zal worden ontwikkeld zullen uitgebreid worden geëvalueerd met conservatoren, onderzoekers, studenten en tentoonstellingsontwerpers. De pilot zal derhalve leiden tot een reflectie op de toepassingsmogelijkheden van VR in de museale wereld, een demonstrator produceren van VR als archiveringsinstrument, en een prototype vormen dat doorontwikkeld kan worden in een vruchtbare publiek-private-academische samenwerking.