Sociale innovatie heeft als doel om kwaliteit toe te voegen aan de samenleving. Dat moet in de eerste plaats vooral opgevat worden als een gemeenschappelijke opgave. Het kan nooit alleen tot stand gebracht worden door de overheid of door professionals. Meer dan ooit is het nodig om burgers zelf in het middelpunt te plaatsen. Hier ligt een aantal mooie uitdagingen te wachten, waarbij we onderscheid kunnen maken tussen systeeminnovatie en beroepsinnovatie, die niet los van elkaar gezien kunnen worden.
Innovatie in het beroepsonderwijs loopt haast onherroepelijk vast, omdat pioniers meer energie moeten steken in het bestrijden van bijzonder sterke tegenkrachten dan in het innoveren op zich. Wil de sector écht het onderwijs vernieuwen, dan zullen vijf peilers het fundament moeten vormen waarop professionals met engagement aan de slag kunnen. De auteur somt ze op.
Succesvolle plantaardige, eiwitrijke voedselinnovaties zijn cruciaal om onze eiwittransitiedoelstellingen te halen. Met een streefdoel van 60% plantaardig eiwit in het dieet in 2030 (KIA LWV) blijft de eiwittransitie steken op zo’n 40%, ondanks het groeiende aanbod van nieuwe producten. De kans op marktfalen van voedselinnovaties ligt tussen 34%-80%, deels doordat consumenten bij testen aangeven wel een koopintentie te hebben voor het nieuwe product, maar deze niet omzetten naar daadwerkelijke aankoopgedrag. Klassieke methoden om (voedsel)innovaties bij consumenten te testen, zoals vragenlijsten, richten zich veelal op koopintenties en niet op koopgedrag, waardoor ze onvoldoende inzichten bieden voor optimalisatie van innovaties. Accuratere methoden, zoals gedragsobservaties, zijn vaak te ingewikkeld en duur voor startende, innovatieve ondernemers. Om toch aankoopgedrag te bevorderen, geven producenten aan behoefte te hebben aan handreikingen om de faalkans van hun innovaties te verkleinen. De eerste stap hiertoe is om innovatieve producten zo goed mogelijk zelfstandig te kunnen testen, voordat deze op de markt worden geïntroduceerd. Dit project draagt bij aan het aanpakken van de klimaatcrisis door in te spelen op de praktische behoeften van duurzame ondernemers. Het biedt hen tools om zelfstandig, vanuit eigen onderzoek, hun plantaardige en eiwitrijke voedselinnovaties beter af te stemmen op de wensen van hun doelgroep. Dit vergroot zowel de kans op marktsucces en kostenbesparing, én het helpt de eiwittransitie versnellen. Het project beoogt een praktisch handelingsperspectief te ontwikkelen voor ondernemers, bestaande uit kennis over verschillende consumententypes, plus een onderzoeksmethodiek met instructies over hoe ze zelfstandig effectief onderzoek kunnen doen om inzicht te verkrijgen in hoe hun voedselinnovaties kunnen worden aangepast aan de behoeften van de doelgroep. Door iteratieve toepassing en validatie van de onderzoeksmethodiek bij de praktijkpartners vindt doorwerking plaats tijdens het lopend onderzoek. Daarnaast wordt het beroepsonderwijs van HAS green academy en Hogeschool Utrecht betrokken voor directe doorwerking van leerervaring, kennis en inzichten.