Er is wat vreemds aan de hand met natuur in de stad. Aan de ene kant zijn er mensen die melden dat de stad een ecologisch eldorado is waar meer soorten per vierkante kilometer voorkomen dan op het platteland en zelfs meer dan in gebieden als de Veluwe. Aan de andere kant zijn er mensen die waarschuwen voor de verdere verdichting van de stad, waardoor het onbebouwd oppervlak afneemt, de drukte toeneemt en de biodiversiteit onder druk staat. Wat er feitelijk aan de hand is dat het aantal soorten in de stad inderdaad hoog is, maar dat het aantal individuen van deze soorten afneemt, getuige bijvoorbeeld de jaarlijkse Stadsvogelbalans van de Vogelbescherming.
MULTIFILE
Drie op de vier Nederlanders vinden dat investeren in natuur een onderdeel moetvormen bij de herstelplannen na de coronacrisis. Dat blijkt uit onderzoek dat het bureau Motivaction in opdracht van Vogelbescherming Nederland heeft uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt ook dat 62 procent van de Nederlanders de lockdownperiode beter is doorgekomen omdat het de kans gaf even te "ontsnappen" in de natuur.
MULTIFILE
1. We assessed the hypothesized negative correlation between the influence of multiple predators and body condition and fecundity of the European hare, from 13 areas in the Netherlands. 2. Year-round abundance of predators was estimated by hunters. We quantified predator influence as the sum of their field metabolic rates, as this sum reflects the daily food requirements of multiple individuals. We determined the ratio between body mass and hindfoot length of hares as an index of body condition and the weight of their adrenal gland as a measure of chronic exposure to stress, and we counted the number of placental scars to estimate fecundity of hares. 3. As hypothesized, we found that the sum of field metabolic rate of predators was negatively correlated with body condition and the number of placental scars, whereas it was positively related to the weight of the adrenal glands. In contrast to the sum of the field metabolic rate, the total number of predators did not or weakly affect the investigated risk responses. 4. The sum of the field metabolic rate can be a useful proxy for the influence of multiple predators and takes into account predator abundance, type, body weight, and food requirements of multiple predators. 5. With our findings, our paper contributes to a better understanding of the risk effects of multiple predators on prey fitness. Additionally, we identify a potential contributor to the decline of European hare populations.
MULTIFILE
In Nederland wordt op grote schaal gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen. Tegelijkertijd is er zowel onduidelijkheid als zorg over de verspreiding van deze stoffen in onze leefomgeving en de gevolgen voor de volksgezondheid. De maatschappelijke druk om ten aanzien van bestrijdingsmiddelen het voorzorgsbeginsel toe te passen groeit. Om effecten te kunnen bestuderen is het noodzakelijk om te weten in hoeverre bestrijdingsmiddelen in onze directe leefomgeving voorkomen. De koolmees kan ons hierbij helpen. Deze vogel komt vrijwel overal voor in natuur, platteland en stad. Gedurende het broedseizoen verzamelt een koolmees in zijn directe omgeving, die ook vaak onze directe leefomgeving is, nestmateriaal en duizenden rupsen. Hierbij komen lokaal aanwezige bestrijdingsmiddelen in de koolmezen, hun eieren en jongen terecht. Dit maakt de koolmees een uitermate geschikte soort om de verspreiding van bestrijdingsmiddelen in heel Nederland in kaart te brengen. In ‘Meet de Mees - de koolmees als biomonitoring tool voor de verspreiding van bestrijdingsmiddelen (MdM)’ verzamelen we met behulp van een citizen science approach niet-uitgekomen eieren en dode jonge koolmezen die na afloop van het broedseizoen achterblijven. De hierin aanwezige bestrijdingsmiddelen worden geanalyseerd met een speciaal hiervoor ontwikkelde methode gebaseerd op vloeistofchromatografie gekoppeld aan massaspectrometrie (LC-MS). We zullen onze data vergelijken met de Bestrijdingsmiddelenatlas om te beoordelen of koolmeesgegevens kunnen bijdragen aan een beter inzicht in de bestrijdingsmiddelenverspreiding. Overheden, zoals de gemeente Leiden, kunnen de projectresultaten inzetten om beleid te ontwikkelen gericht op het verminderen van bestrijdingsmiddelgebruik, het bevorderen van biodiversiteit en het ondersteunen van een gezondere leefomgeving. Vogelbescherming Nederland zal dit op landelijk niveau coördineren via haar uitgebreide netwerk en publieke betrokkenheid. Om duurzaam gebruik van de onderzoeksresultaten te garanderen zal het MdM-consortium een biobank voor eieren en nestjongen van koolmezen aanleggen ten behoeve van toekomstig onderzoek naar de aanwezigheid, transmissieroutes en effecten van bestrijdingsmiddelen in relatie met biodiversiteit en volksgezondheid.
Vogels verspreiden zaden, bestuiven planten en ruimen de natuur op; ze zijn onmisbaar voor een gezond ecosysteem. Van groot maatschappelijk belang is het beschermen van bedreigde dieren; biodiversiteit zorgt voor een gezond klimaat in Nederland. Voor de bescherming van vogels worden nesten gedetecteerd en geregistreerd. Boeren worden vervolgens geïnformeerd over de aanwezigheid van nesten op hun land zodat ze de nesten niet vernietigen tijdens hun agrarische werkzaamheden. Boeren worden in Nederland gecompenseerd voor de bescherming van nesten waardoor economische belangen samenkomen met het behoud van de natuur. In dit project wordt met behulp van technologische innovatie de samenwerking tussen boeren en natuur- en vogelbescherming verstevigd: drones worden gecombineerd met artificiële intelligentie om in samenwerking met vrijwilligers de monitoring van nesten uit te voeren. Dit helpt de Bond Friese VogelWachten (BFVW) om met het huidige aantal vogelwachters meer nesten te kunnen opsporen, de natuur doordat meer detectie leidt tot hogere broedsucces van vogels, en de boer kan met de drone meer financiële compensatie bemachtigen. Het consortium bestaat uit BFVW, NHL Stenden Lectoraat Computer Vision & Data Science en het drone bedrijf Aeroscan, die gezamenlijk de technische haarbaarheid willen onderzoeken om de business-case te ondersteunen. Met deze technologie kan de BFVW efficiënter en vooral effectiever nesten in kaart brengen. In de toekomst worden de resultaten van dit project breder ingezet door dit consortium. Binnen natuurbehoud en biodiversiteit zijn er veel andere uitdagingen waarvoor de, in dit project ontwikkelde, kennis ingezet kan worden.