„Der Druck auf die alliierten und deutschen Autoritäten, den Transfer von Kapitalerträgen aus Deutschland zu erlauben, darf den Versuchen, die Exporte nach Deutschland zu erhöhen, definitiv nicht untergeordnet werden“, schrieb der niederländische Ökonom P. J. van den Burg in der ökonomischen Wochenzeitschrift Economisch-Statistische Berichten Anfang 1949.1 Seine Beobachtung war nur zu verständlich: In der niederländischen Politik gegenüber Deutschland bestand eine deutliche Ambivalenz zwischen Versuchen, Vorkriegsvermögen zurückzuerhalten, und den Versuchen, niederländisch-deutsche Handels- und Wirtschaftsbeziehungen wiederherzustellen. In den Niederlanden war dieser Dualismus besonders akut, weil Deutschland, seit dem späten 19.Jahrhundert die dominante Wirtschaftsmacht Kontinentaleuropas, seit etwa 1850 der wichtigste Handelspartner der Niederlande gewesen war.2 Zudem hatten niederländische Unternehmen, Banken und Privatpersonen in der ersten Dekade nach dem Ersten Weltkrieg in Deutschland im Allgemeinen und im Ruhrgebiet im Besonderen große Investitionen getätigt. Jedoch verloren niederländische Eigentümer und Firmen 1931, als die Konvertibilität der Reichsmark aufgegeben wurde, die Kontrolle über ihre Besitzungen und Investitionen im Dritten Reich. Die deutsche Besetzung der Niederlande zwischen 1940 und 1945 verschlimmerte diesen Zustand noch. https://doi.org/10.1515/hzhz-2018-0035 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/martijn-lak-71793013/
MULTIFILE
After the unconditional surrender of the Third Reich in May 1945, Germany no longer existed as a sovereign, independent nation. It was occupied by the four Allied powers: France, Great Britain, the United States and the Soviet Union. When it came to the postwar European recovery, the biggest obstacle was that the economy in Germany, the dominant continental economic power before the Second World War, was at an almost complete standstill. This not only had severe consequences for Germany itself, but also had strong economic repercussions for surrounding countries, especially the Netherlands. As Germany had been the former’s most important trading partner since the middle of the nineteenth century, it was clear that the Netherlands would be unable to recover economically without a healthy Germany. However, Allied policy, especially that of the British and the Americans, made this impossible for years. This article therefore focuses on the early postwar Dutch-German trade relations and the consequences of Allied policy. While much has been written about the occupation of Germany, far less attention has been paid to the results of this policy on neighbouring countries. Moreover, the main claim of this article is that it was not Marshall Aid which was responsible for the quick and remarkable Dutch economic growth as of 1949, but the opening of the German market for Dutch exports that same year. https://doi.org/10.1515/jbwg-2018-0009 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/martijn-lak-71793013/
MULTIFILE
Nu kan het nog: deskundigheid verwerven over mobiele apparaten. Mits je er tijd en energie insteekt om de mogelijkheden te onderzoeken. De mediatheek van Fontys Hogescholen deed dit, schafte er een aantal aan en nam ze onder de loep.
DOCUMENT
Meer dan vijfhonderd Almeerders hebben enquêtevragen beantwoord over hun gebruik van en waardering voor de diversiteit van de Almeerse voedselomgeving. Dit rapport beschrijft de uitkomsten van dit verkennende onderzoek. De verzamelde data bevatten verschillende aanknopingspunten om aan de slag te gaan met het vergroten van de toegankelijkheid van eten uit verschillende landen en culturen in Almere. Dat bevordert niet alleen interculturele uitwisseling en sociale cohesie, het biedt ook mogelijkhedenop vlak van duurzaamheid, gezondheid en korte keten, drie belangrijke pijlers van de Almeerse voedselstrategie.
DOCUMENT
Almere wordt vaak beschreven als een smeltkroes van culturen. Deze diversiteit zie je ook steeds meer terug in het Almeerse voedsellandschap. Over de manieren waarop Nederlanders, met of zonder migratieachtergrond, in aanraking komen met deze cultureel diverse voedselomgeving is echter weinig bekend. Staan Almeerders open voor smaken en keukens uit andere landen en culturen? Kunnen zij de producten en gerechten waarmee zij zich identificeren (of die ze gewoon graag eten) makkelijk vinden in het horeca- en winkelaanbod? En is men thuis gevarieerder gaan eten door culinaire ontdekkingen buiten de deur?
DOCUMENT
Boekbespeking van Sherrie Turkle, 2011, Alone Together: Why We Expect More from Technology and Less from Each Other. New York: Basic Books. Mails, sms’jes, instant messages, tweets, Skype, voicemails, Facebookberichten – via smartphones en andere apparaten zijn we vrijwel non-stop in contact met vrienden en anderen. Via chatboxen en games ontmoeten we nieuwe vrienden en voor wie graag nog meer contact wil zijn er de elektronische apparaten die graag met ons willen praten. In Amerikaanse verzorgingshuizen kletsen sociable robots lekker aan tegen demente bejaarden. Het Japanse hotel Ohnoya biedt tweepersoonskamers aan voor alleenstaande mannen en hun digitale vriendin, inclusief dubbel gedekte dinertafels. In Nederland (en elders) speelden kinderen reeds eind jaren negentig met robothuisdieren als Furby en Tamagotchi, en laat de nieuwste iPhone-knuffel Talking Carl na een aai over zijn buikje graag merken hoezeer hij is gesteld op zijn relatie met jou.
DOCUMENT
In dit onderzoek onderzochten we hoe Almeerse inwoners met een niet-Nederlandse achtergrond (1e, 2de en 3de generatie) de voedselomgeving van Almere ervaren, en in hoeverre zij eten en koken uit de keuken(s) van hun voorouders. We hebben mensen met een migratieachtergrond geïnterviewd over hoe en waar zij boodschappen doen, wat zij koken en welke betekenis zij hechten aan eten en culturele gebruiken daaromtrent. Het is een vervolg op een eerder rapport van het lectoraat, ‘Wat schaft de pot in Almere?’ (Smaal en Veen 2023), waarin met een grootschalige enquête is verkend in hoeverre de bredere bevolking van Almere gebruik maakt van de multiculturele voedselomgeving.
DOCUMENT
Meta-analyse van peer reviewed publicaties op het gebied van informatiewetenschappen die in 2010 door onderzoekers uit Nederland zijn gepubliceerd.
DOCUMENT
Wanneer een kwaliteitsmanagementsysteem net is opgezet, is het zinvol om een interne audit te beperken tot het onderzoeken of datgene wat is beschreven ook in de praktijk zo wordt uitgevoerd. Naarmate een interne audit vaker wordt gehanteerd, dient het doel te verschuiven van non-conformiteit naar sturing. Pas dan kan de auditor nagaan of doelstellingen van processen en management daadwerkelijk worden behaald en ontstaan zinvolle verbeteracties. Wanneer men bij interne audits blijft steken in het toetsen van non-conformiteiten, bestaat het risico dat het kwaliteitsmanagementsysteem niet verder wordt ontwikkeld en verbeterd. Uit de resultaten van een pilot onderzoek in het Medisch Centrum Alkmaar blijkt dat een combinatie van verschillende procedures voor auditing aanbeveling verdient. Aldus worden resultaten verkregen op meerdere management niveaus en op meer terreinen dan alleen het werkproces als zodanig. Discrepanties tussen de praktijksituatie en de beschreven procedures komen snel aan het licht, evenals opties voor verbetering van de efficiëntie van processen en procedures. De informatie is een belangrijke impuls voor verbetering van werkprocessen en biedt tevens aanknopingspunten voor verbetering van belangrijke thema’s en speerpunten in de organisatie.
DOCUMENT
In het najaar van 2007 bezoek ik in de V.S. een internationaal vermaard centrum uit de zeventiger jaren: Esalen in Big Sur. Ter voorbereiding op dit bezoek herlees ik in april 2007 een boek uit 1973. In dit boek staan reisbrieven over ervaringen van Leo Lion in 1971 met Esalen. Ik ontdek dan nog meer in dit boek. De Amerikaanse begintijd van TGI en twee workshops die de auteur volgde bij Ruth Cohn worden beschreven.
DOCUMENT