Enige tijd geleden presenteerde de commissie Lemstra haar rapport over het Maasstad ziekenhuis Rotterdam, waar de klebsiella bacterie heerste. Opvallend uit het rapport is de dominante rol die de lijstjes met de 'beste ziekenhuizen' van Elsevier en het Algemeen Dagblad vervullen binnen de strategie van dit ziekenhuis (en waarschijnlijk bij vele andere). In dit artikel wordt aandacht besteed aan de verschillen, de overeenkomsten en de conclusies die aan deze rankings worden verbonden. De performance bubble wordt doorgeprikt: het beste ziekenhuis bestaat niet. Ten eerste wordt duidelijk dat er geen eenduidige definitie van kwaliteit wordt gehanteerd, de onderzoeken richten zich op verschillende kenmerken van kwaliteit. Daarnaast worden gegevens aangeleverd door de (bestuurders van) ziekenhuizen zelf, wat strategisch gedrag opwekt en de betrouwbaarheid van de gegevens in negatieve zin beïnvloedt. Ten derde blijken er fouten te zitten in de toegekende scores. Kortom, de gegevens zijn deels onbetrouwbaar, de meetmethodes zijn aanvechtbaar en de eindoordelen zijn arbitrair. ABSTRACT Some time ago the Commission Lemstra presented its report on the Maasstad Hospital Rotterdam, where the klebsiella bacterium prevailed. What stands out, in the report is the dominant role that the lists (best hospitals) of Elsevier and the Algemeen Dagblad play in the strategy of this hospital (and probably many others). This article focuses on the differences and similarities between, and the conclusions drawn from these rankings. The performance bubble is punctured: the best hospital does not exist. Firstly, it is clear that there is no single definition of quality employed; the research is based on varying characteristics. Additionally, data are supplied by the hospitals or hospital directors themselves, which generates strategic behavior and the reliability of the data is negatively affected. Thirdly, errors appear in the assigned scores. In short, the data are partly unreliable, the measurement methods are questionable and the final judgments are arbitrary.
DOCUMENT
Dit artikel is een vertaling van het artikel “Digital Radiography Reject Analysis: Results of a Survey Among Dutch Hospitals” dat in de mei/juni 2020 editie van het blad Radiologic Technology is gepubliceerd. Korte samenvatting: In opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg is aan een steekproef van Nederlandse ziekenhuizen gevraagd hoe zij omgaan met medische beelden die worden afgekeurd. De resultaten laten zien dat de meeste ziekenhuizen deze opnames niet bewaren voor analyse.
DOCUMENT
In FMI 2 van dit jaar werd in het artikel 'healing environmentm een onderzoeksbenadering' een onderzoek omschreven naar healing environment. Studenten van De Haagse Hogeschool in Nederland en vijf andere Europese landen deden een vervolgonderzoek naar het toepassen van een healing environment in academische ziekenhuizen en de rol van de facility manager gedurende het implementatieproces.
DOCUMENT
Een actuele ontwikkeling binnen ziekenhuizen is de opkomst van een 'healing environment'. In een healing environment waant de patiënt zich niet noodzakelijkerwijs voortdurend in een ziekenhuis. Zo'n omgeving draagt bij aan de welzijnsbeleving en het natuurlijke herstelproces en verkort daardoor de verblijfsduur in het ziekenhuis.
DOCUMENT
Op basis van bijna 400 uur observatie in twee Nederlandse ziekenhuizen schetst dit rapport een gedetailleerd en indringend beeld van de leefwereld van de spoedeisende hulp. Agressie, zo bleek, is geen objectief gegeven, maar ontstaat in interactie met mensen en dingen. Gedrag wat de een ervaart als een persoonlijke bedreiging is voor de ander een begrijpelijke uiting van pijn. En wat voor de een teken is van professionele kalmte is voor de ander een gebrek aan empathie. In veel agressieincidenten blijkt het niet eenvoudig om ‘daders’ en ‘slachtoffers’ van elkaar te onderscheiden.
DOCUMENT
Het zorglandschap In Nederland is momenteel sterk aan het veranderen en dat heeft grote gevolgen voor het vastgoed en voor de locatie waar de zorg in de toekomst zal worden verleend. Zo moeten de zorginstellingen hun vastgoed verrekenen in hun bedrijfsvoering, wat voor die tijd niet het geval was. Tegelijkertijd krijgen de huisartsen steeds meer functies toebedeeld, wat er toe leidt dat zij steeds meer gezamenlijk vanuit centrale praktijken zullen moeten gaan werken, waar ook specialistische kennis en apparatuur aanwezig is.Om de concurrentiepositie van ziekenhuizen te verbeteren worden steeds meer onderdelen van de ziekenhuiszorg verplaatst naar de eerstelijnszorg. Dit vraagt om een nauwere samenwerking tussen het ziekenhuis en de eerstelijnszorg (huisartsen).
DOCUMENT
De uitkomsten van het in 2008 gestarte onderzoek PREvention Decline in Older Cardiac Surgery patients (PREDOCS) waren positief. Daarom is in 2016 een implementatiestudie van start gegaan in twaalf hartoperatiecentra in Nederland. In dit artikel zetten de auteurs eerst uiteen wat dit programma ter voorbereiding van oudere patiënten op ziekenhuisopname inhoudt en vervolgens schetsen ze welke problemen er bij invoering overwonnen moeten worden.
DOCUMENT
In 2015 hebben studenten Medische Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT) van Hogeschool Inholland, de Hanzehogeschool en de Fontys Paramedische Hogeschool dosismetingen uitgevoerd bij 21 ziekenhuizen en deze getoetst aan de Diagnostische Referentieniveaus (DRN’s) en vergeleken met de streefwaarden. Het project werd uitgevoerd in opdracht van het RIVM en gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Uit de toetsingen blijkt dat de DRN’s voor de röntgenopnamen bij volwassenen (X thorax, X bekken, CAG en mammografie) zelden worden overschreden en dat de streefwaarden vaak worden gehaald. Sterker nog, de 75-percentielwaarden van de gevonden waarden geven aanleiding sommige DRN’s te verlagen tot de streefwaarde. Bij de CT verrichtingen komen iets vaker overschrijdingen van streefwaarden en DRN’s voor, m.n. bij CT pulmonale angiografie (CTPA) en CT abdomen.
DOCUMENT
Verpleegkundige middenmanagers verkeren in een ideale positie om patiëntgecentreerde zorg te faciliteren. Hun bijdrage is echter onderbelicht inde literatuurd, omdat dit in de praktijk moeilijk te verwoorden is. In dit artikel wordt bestudeerd hoe in ziekenhuizen middenmanagers aan de patiëntgecentreerde zorg bijdragen. Hierbij werd een combinatie gebruikt van analyse van tijdsbesteding an etnografisch werk, om op microniveau de bijdrage van de middenmanagers aan patiëntgecentreerde zorg te bekijken. Zestien managers werden gedurende 560 uur geschaduwd tijden hun werk in vier ziekenhuizen.
DOCUMENT