Wat hebben aardgasvrije wijken en leren nu met elkaar te maken? De omslag naar aardgasvrije wijken lijkt in eerste instantie vooral te gaan over organisatorische, technische en financiële vraagstukken en oplossingen. In deze reeks essays blijkt vervolgens dat er toch wat meer achter schuil gaat en wordt een aardig aantal thema’s toegevoegd. Enerzijds aan de menskant, de burger, de gebruiker: hoe maak je het voorstelbaar (Maarten Hajer), hoe ga je om met emotie en motivatie(Anke van Hal) en hoe maak je de noodzakelijke fundamentele omslag in denken, handelen en organiseren (Jan Rotmans)? Anderzijds aan de kant van maatschappij en bestuur (Arwin van Buuren en Jurian Edelenbos) en sociale en fysieke omgeving (Anke van Hal).
DOCUMENT
Een korte samenvatting van de vorderingen van de plannen voor de waterstofwijk Hoogeveen
DOCUMENT
Waarom dit onderzoek? In de gemeente Den Haag lopen verschillende programma’s die tot doel hebben de sociale en fysieke leefbaarheid en veiligheid van wijken en straten te verbeteren. De Wijkagenda’s en de Aanpak Prioritaire Gebieden zijn in dit kader twee belangrijke, elkaar deels overlappende, programma’s. Beide gemeentelijke programma’s hebben samenwerking met bewoners, ondernemers en partnerorganisaties als uitgangspunt. Bewonersparticipatie speelt een belangrijke rol. De Wijkagenda’s worden in alle Haagse wijken ontwikkeld. Hierin staat wat voor een periode van vier jaar de belangrijkste verbeterpunten zijn. De Aanpak Prioritaire Gebieden richt zich op specifieke straten en pleinen waar ‘wicked problems’ spelen: ingewikkelde vraagstukken waarbij veel verschillende partijen betrokken zijn, er geen eenduidige probleemdefinitie bestaat, en er geen eenvoudige oplossingen voorhanden zijn. Dit is in eerste instantie een tweejarig programma. Het onderzoek heeft als doel de voortgang van deze programma’s te monitoren en evalueren, en aanbevelingen te doen voor structurele monitoring.
DOCUMENT
In dit onderzoek hebben we relevante sociale factoren voor de wijk De Lariks West in Assen in kaart gebracht. Dit hebben we gedaan aan de hand van een vragenlijst en aanvullend zijn er semigestructureerd interviews gehouden. Dit onderzoek vormt één van de cases in een breder project waarin meerdere cases bestudeerd worden. Het doel van dit bredere project is om, aan de hand van sociale factoren, inzicht te krijgen in de determinanten van succesvolle bewonersparticipatie op wijkniveau.
DOCUMENT
In dit onderzoek hebben we relevante sociale factoren voor de wijk Boven Pekela Groningen in kaart gebracht. Dit hebben we gedaan aan de hand van een vragenlijst en aanvullend zijn er semigestructureerd interviews gehouden. Dit onderzoek vormt één van de cases in een breder project waarin meerdere cases bestudeerd worden. Het doel van dit bredere project is om, aan de hand van sociale factoren, inzicht te krijgen in de determinanten van succesvolle bewonersparticipatie op wijkniveau.
DOCUMENT
Rapport IEBB (Integrale Energietransitie Bestaande Bouw) De energietransitie vraagt de komende jaren een grondige renovatie van de bestaande woningvoorraad. Wooncomplexen die in bezit zijn van woningcorporaties lenen zich in principe goed voor grootschalige aanpak voor verduurzaming. In de loop der jaren is echter ook een gedeelte van het woningbezit van woningcorporaties verkocht. Deze verkoop heeft geleid tot een gespikkeld woningbezit. Dit belemmert grootschalige woningrenovatie. Het project Energietransitie in Gespikkelde wijken richt zich op deze problematiek en vormt onderdeel van het IEBB-project te weten activiteit 4 van deelproject 7.2. Het valt binnen Thema 7 Keteninnovatie en binnen onderdeel 7.2 Eenduidige vraag- en vraag-aanbodbundeling. Voor het project is een afbakening gemaakt naar grondgebonden woningen (dus zonder VvE-structuur) die voorheen eigendom waren van woningcorporaties. Het gaat dus om wijken met voormalige sociale huurwoningen (destijds in bezit van woningcorporaties); veelal rijtjeshuizen en veelal geschakelde woningen. De afbakening houdt in dat complexen en appartementen met een VvE-structuur niet de focus hebben. Ook verkocht eigendom dat voorheen in bezit was van institutionele beleggers vormt niet de focus in dit project.
DOCUMENT
Met dit manifest worden professionals, en met name zij die het leren van anderen begeleiden en organiseren, meenemen in het belang en de werking van ontwikkelidentiteit en een kleine opmaat geven in hoe hiermee te werken. Je ontwikkelidentiteit is dat wat je leren en ontwikkelen (vorm en inhoud) onvervreemdbaar kleur geeft op de verbinding van wie je bent en de context waarin je je bevindt. Wanneer iemand meer inzicht heeft in zijn ontwikkelidentiteit, kan hij beter sturing geven aan zijn leren en ontwikkelen. Je wordt meegenomen langs het ontstaan van ontwikkelidentiteit, hoe dit raakt aan allerlei bewegingen op team, organisatie en maatschappelijk niveau en hoe je je eigen ontwikkelidentiteit kan verkennen. Er wordt afgesloten met een aantal aandachtspunten en denkrichtingen voor wat ons staat te doen als we er meer recht aan willen doen. Bij dit manifest zijn ook dialoogkaarten, genaamd Ons Ontwikkelen Ontward (2022), ontwikkeld die helpen om je ontwikkelidentiteit onder de loep te nemen.
DOCUMENT
Uitgegeven dor QEAM (Verkenning op verzoek van Topsector Energie (Human Capital Agenda) en in opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Learning communities is als denkmodel verder ontwikkeld door de topsectoren om in een veranderende context (samenleving, technologie, arbeidsmarkt, etc.) een nieuw perspectief te geven op een ‘leven lang leren en ontwikkelen’. De gedachte achter learning communities is dat leren, werken en innoveren in onderlinge interactie plaatsvinden met betrokkenheid van alle relevante partijen. Hierdoor ontstaan mogelijkheden om niet alleen de noodzakelijke vorderingen te maken met opbouw van kennis, maar ook het grootschalig verspreiden van kennis en kunde – onder andere via het opleiden van professionals – te stimuleren.
DOCUMENT
Om te kunnen leren van participatieprocessen in de praktijk en op basis daarvan een bijdrage te kunnen leveren aan het verbeteren ervan richt dit onderzoek zich op de gesprekken tussen burgers en ambtenaren en de doorwerking hiervan op participatieprocessen. Centraal staat hoe in gesprekken wordt omgegaan met verschillende perspectieven en de betekenis die participanten hieraan toekennen voor het verdere verloop van een participatieproces. De doorwerking van gesprekken wordt vanuit het perspectief van burgers onderzocht. Door de verwachtingen en ervaringen van participerende burgers te onderzoeken komt naar voren hoe de wijze waarop in gesprekken wordt omgegaan met verschillende perspectieven op een vraagstuk, in hun beleving bijdraagt aan het vinden van oplossingen en draagvlak hiervoor.
DOCUMENT