De opleiding Pedagogiek heeft zich in de afgelopen jaren vooral gericht op didactische inzet van video in het kader van het vormgeven aan activerende didactiek. Aanleiding voor de tweede iteratie van het herontwerp zijn de aanbevelingen die voortvloeien uit de resultaten van de eerste iteratie. Ook ziet de betrokken pionier als docent de kans om tijdens lessen interactiever met de studenten aan het werk te gaan door het beredeneerd inzetten van weblectures. En docenten willen hiermee studenten faciliteren en activeren om in eigen tijd en op een zelfgekozen plaats de benodigde kennis te verwerven. De centrale vraag was hoe het didactisch ontwerp van onderwijseenheid ‘Literatuurstudie’ als onderdeel van de conceptuele leerlijn in jaar 1, blok 3 in de opleiding Pedagogiek eruit ziet. Een ontwerp waarin beoogd wordt met de inzet van weblectures en een andere invulling van contacttijd bij te dragen aan activering van de student en versterking van de interactie tussen docent en student. Hierbij voelt de docent zich eigenaar van het ontwerp en acht zich ook in staat het ontwerp in de praktijk te realiseren.
DOCUMENT
Aanleiding. De bacheloropleiding Communicatie binnen het domein Creative business van Hogeschool Inholland gaat uit van activerende didactiek opdat studenten worden gestimuleerd meer betrokken te raken bij en meer regie te nemen over hun leerproces. Feedback en peerreview zijn hierbij belangrijke instrumenten van een activerende, didactische aanpak omdat het effect hiervan op het leren groot is, mits de feedback kwalitatief goed is en de inzet adequaat wordt georganiseerd. Probleemanalyse en visie. De onderwijsmodule ‘De Communicatiecyclus’ uit het derde jaar van de opleiding is een project waarbij studenten individueel praktijkgericht Communicatieonderzoek uitvoeren. Het project maakt deel uit van de individuele specialisatie van studenten en geldt tevens als een oefening voor het afstuderen. Studenten maken tijdens dit project deel uit van een ‘onderzoekskring’ waarbinnen samenwerkend leren als strategie wordt ingezet ter ondersteuning van het individuele leerproces. Het reviewen van elkaars werk is een centrale leeractiviteit binnen de onderzoekskringen, maar de organisatie van peerreview wordt door de opleiding als problematisch ervaren. De opleiding Communicatie is daarom op zoek naar een didactisch ontwerp voor een effectieve inzet van peer- en expertreview. In het kader van het behalen van de titel Master of Education is hiertoe een ontwerpgericht onderzoek uitgevoerd (Götte, 2015) dat heeft geleid tot een prototype-scenario waarin de inzet van peerreview is gescript en ondersteunend materiaal voor de docentbegeleiders is ontwikkeld. In een vervolgonderzoek is het prototype door lectoraat Teaching, Learning & Technology op kleine schaal in de praktijk getest (Götte & Swager, 2016; Götte, Swager, & Fransen, 2017). De opbrengsten uit dit onderzoek gaven aanleiding voor een tweede iteratie, waarin zowel het ontwerp als de condities waarbinnen het ontwerp getest wordt, dienden te worden bijgesteld. Onderwerp, doel en vraagstelling. Het object van onderzoek betreft de inzet van peerreview binnen leerpraktijken en de wijze waarop technologie het proces van peerreview kan ondersteunen. Uitgangspunt hierbij was dat de peerfeedback complementair is aan de feedback van de docent (expertfeedback). Het onderzoek richt zich op curriculumonderdeel ‘3.1.1 project De Communicatiecyclus’ en daarbinnen op het onderdeel ‘probleemverkenning’. Doel van het onderzoek is het in samenwerking met de betrokken pionier en de docenten (her)ontwerpen en testen van een concrete uitwerking van het didactisch concept voor een specifiek curriculumonderdeel, met als basis de effectieve inzet van peerreview ter ondersteuning van het leerproces van de student. De centrale vraagstelling luidt: Hoe ziet het didactisch ontwerp van het onderdeel ‘Probleemverkenning’ eruit binnen het project ‘De Communicatiecyclus’ in jaar 3 van de opleiding Communicatie, waarin peerreview door technologie ondersteund, beoogt bij te dragen aan de kwaliteit van de leeropbrengsten, en hoe wordt het ontwerp door docenten en studenten ervaren en gewaardeerd?
DOCUMENT
De insteek van het CoE S2M is om vanuit vraaggestuurd onderzoek van bedrijven samen met professionals en studenten een voedingsbodem voor een passend onderwijsaanbod (bijvoorbeeld trainingen, (bij)scholingstrajecten, hybride leerkrachten en flexibele leerroutes) te creëren. Dit literatuuronderzoek naar alternatieve leeromgevingen en werkvormen heeft de volgende doelstellingen: • het identificeren van best practices op het gebied van inspirerende en activerende werkvormen passend bij de doelstelling van het CoE S2M en bij het NHL Stenden DBE onderwijsmodel; • het identificeren van best practices van inspirerende en activerende leeromgevingen passend bij de doelstelling van het CoE S2M en bij het NHL Stenden DBE onderwijsmodel; • de toepasbaarheid van deze werkvormen en leeromgevingen bij de doelstelling van het CoE S2M en het DBE onderwijsmodel.
DOCUMENT
De opleiding Life Sciences & Chemistry in het domein AFL wil aansluiten bij ontwikkelingen in het werkveld en didactisch vernieuwen, gericht op de activering van studenten. Hierbij wordt van een beredeneerde inzet van video veel verwacht, vooral bij de curriculumonderdelen die studenten als lastig ervaren. De onderwijseenheid ‘Basischemie’ (blok 1, jaar 1) wordt gezien als een ‘struikelvak’. Een focusgroep met studenten maakte duidelijk dat niet alleen de stof, maar vooral ook de werkwijze in het hbo verschilt van die in de havo. Daarom is besloten tot een herontwerp van de didactiek. Doel van het onderzoek is samen met de betrokken pionier en docent die dit onderwijsonderdeel verzorgt, een uitwerking met inzet van video’s te genereren en te testen, waarbij de video’s aansluiten bij de hoorcolleges, opdat het ontwerp leidt tot actieve betrokkenheid van studenten bij het onderwijs en een beter begrip van de leerstof. Studenten vinden het logisch om voorafgaand aan een hoorcollege de video’s te bekijken en zijn positief over de gecombineerde aanpak van video’s en hoorcolleges. Het ontwerp heeft het ervaren probleem opgelost: de voorkennis is voorafgaand aan het hoorcollege geactiveerd, de oriëntatie op het hoorcollege vond plaats, en het tijd- en plaatsonafhankelijk leren is versterkt. De docent had in het hoorcollege meer tijd over voor extra verwerkingsopdrachten.
DOCUMENT
Hoe kan duurzame ontwikkeling op een effectieve wijze onderdeel worden van het curriculum? Hiervoor is op basis van zes uitgangspunten, gebaseerd op UNESCO onderzoek, dit LvDO onderwijsmateriaal door docent/onderzoekers uitgewerkt. Deze zes uitgangspunten zijn: 1 Studentgericht 2 Waardengeoriënteerd en gericht op kritisch denken 3 Participatie en samenwerking 4 Actie- en handelingsgericht 5 Complexiteit en samenhang 6 Onderzoekende houding De werkwijze van deze module is die van onderzoekende en activerende didactiek waardoor de onderzoekende houding bij studenten gestimuleerd wordt en geleerd wordt methodisch te werken. In deze handreiking worden de uitgangspunten van LvDO verder toegelicht in de bijlage op pag 13. Door te werken met deze module wordt de student onder uw begeleiding aangezet tot het methodisch doen van een onderzoek naar vraagstukken uit de sector met betrekking tot duurzame ontwikkeling. De methodiek hiervoor heet Leren voor Duurzame Ontwikkeling.
DOCUMENT
Het aantal meertalige leerlingen in de reguliere klas neemt nog steeds toe. Ook het aantal talen in de klas groeit nog steeds. Dat betekent dat (aankomende) docenten Nederlands steeds vaker les geven aan leerlingen die het Nederlands niet als thuistaal hebben. Zij geven daarbij aan zich niet handelingsbekwaam te voelen om alle leerlingen in hun lessen recht te doen. Docenten zien meertalige klassen bovendien als een last, terwijl recent onderzoek laat zien dat meertaligheid juist een meerwaarde kan hebben. Door de talen van meertalige leerlingen toe te staan in het onderwijs worden de kennis en ervaringen van deze leerlingen niet buitengesloten en dit draagt bij aan het bevorderen van gelijke kansen. Maar hoe moet je dat als docent aanpakken? Welke didactische concepten zijn er binnen de functioneel-communicatieve benadering van taalleren en hoe kun je die inzetten en combineren ten behoeve van de taalontwikkeling van alle leerlingen in je klas? Daar wil deze handleiding een antwoord op geven. Ze is bedoeld als basis voor het ontwerpen van je eigen lessen in meertalige klassen. Daarom zijn er in de bijlagen ook voorbeeldlessen opgenomen. Daarin maken we zichtbaar hoe je – naast de bekende didactische principes van Nederlands – een combinatie van didactieken kunt inzetten die gericht zijn op het taalleren van meertalige leerlingen. In deze bijlagen verwijzen we steeds naar de beschrijvingen in deze handleiding.
DOCUMENT
Peerreview is een leeractiviteit waarbij studenten elkaar feedback geven. In het hoger onderwijs wordt veel gebruik gemaakt van peerreview. En terecht, want op basis van een grote hoeveelheid onderzoek kan inmiddels worden aangenomen dat peerreview het leerproces kan ondersteunen en de kwaliteit van de leeropbrengsten kan verhogen. Maar dit gebeurt niet vanzelf. Om peerreview effectief in te zetten, is het nodig dat de leeractiviteit goed wordt georganiseerd en daarbij moet aan behoorlijk wat voorwaarden worden voldaan. Dit blijkt nog niet zo eenvoudig. Het organiseren van een effectief peerreviewproces is een complex en vraagt om een vooraf goed beredeneerde aanpak. Wanneer peerreview niet goed wordt voorbereid kan het zelfs averechtse effecten opleveren. Lectoraat Teaching, Learning & technology onderzoekt daarom hoe peerreview effectief in leerprocessen kan worden ingezet. In deze animatie doorlopen we kort de stappen om tot een beredeneerd peerreview proces te komen.
YOUTUBE
Deze publicatie benoemt 19 ontwerpprincipes die docenten kunnen gebruiken om hun lessen op innovatieve en didactische wijze te ondersteunen met onderwijstechnologie. Denk bijvoorbeeld aan co-constructie, simulatie of rollenspel. Dit overzicht kwam tot stand na systematisch literatuuronderzoek in het onderzoeksproject Designing and Evaluating Innovative Mobile Pedagogies. Het lectoraat Teaching, Learning & Technology participeerde in dit project met diverse internationale partners.
DOCUMENT
Aan integratie van taal- en zaakvakonderwijs wordt in opleidingen en op basisscholen gewerkt. We zien dan de meerwaarde die deze didactiek kan hebben. Maar wat is er nu nodig om leerkrachten te helpen ontdekken hoe die samenhang van taal en leren ligt en welke rol zij daarin kunnen nemen? Gerda Swank beschrijft in dit onderzoeksverslag hoe zij met twee leerkrachten de stap naar taalgericht vakonderwijs zette. Duidelijk komt hierin naar voren welke kracht het bekijken van videobeelden van samenwerkende kinderen heeft en hoe leerzaam het is om zelf al pratend na te denken over je eigen onderwijs.
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT