Beschrijven de wisselwerking tussen cricket en voetbal in de vroegste periode: 1884-1900. Beschrijven vooral welke personen toonaangevend waren op de KMA, in Breda en in Brabant bij het voetbal. In 1885 krijgt de KMA zijn eerste voetbalclub: Quick. Deze zal later worden omgezet naar Velocitas. Tot 1891 mogen de kadetten alleen op het eigen terrein sporten. In 1899 geeft de nieuwe gouverneur van de KMA, Van Dam van Isselt, Velocitas toestemming lid te worden van de Nederlandsche Voetbalbond. De club kan nu veel meer wedstrijdvoetbal spelen.Op 1 april 1900 wordt Velocitas bekerkampioen van Nederland.
MULTIFILE
Aanleiding Sinds de intrede van Amendement 80 in de nieuwe Jeugdwet zijn de gemeenten wettelijk verplicht om uithuisgeplaatste jongeren onder te brengen in een pleeggezin of gezinshuis. Opvang in een leefgroep mag alleen nog onder strikte voorwaarden. Bij langdurige uithuisplaatsing én meervoudige gedragsproblematiek van het kind heeft een gezinshuis daarom steeds vaker de voorkeur. Gezinshuizen zijn kleinschalige woonvormen waar één of meerdere kinderen/jongvolwassenen worden opgenomen in het eigen gezin van de ‘gezinshuisouder’, een hiervoor opgeleide professional. Een belangrijk oogmerk van een gezinshuis is dat een kind er langdurig en veilig kan opgroeien (‘permanency’). Praktijkprobleem Echter, vooral bij adolescenten komt vroegtijdige en ongeplande uitplaatsing (‘breakdown’) relatief vaak voor – vaak met als directe aanleiding escalerend probleemgedrag. Breakdown is altijd schadelijk voor alle partijen (vooral voor de jongere zelf). 65% van de gezinshuisouders heeft een dergelijke situatie meegemaakt. Eén van de oorzaken van breakdown is dat biologische ouders de plaatsing in het gezinshuis niet goed kunnen accepteren. Hierdoor kan de jongere een loyaliteitsconflict krijgen, wat zich kan uiten in escalerend probleemgedrag. Om de acceptatie door biologische ouders van de plaatsing te bevorderen, heeft een gezinshuisouder de professionele taak om samen te werken met de biologische ouders. Hoewel gezinshuisouders deze taak erkennen en zich hiervoor inspannen, geven zij in (voor)onderzoek aan dat zij dit als complex ervaren en meer ondersteuning in vaardigheden en kennis wensen. Doelstelling Dit consortium wil daarom onderzoek doen naar constructieve samenwerking tussen gezinshuisouders en biologische ouders rond de zorg en opvoeding van een uithuisgeplaatste jongere. Met dit onderzoek worden ondersteunende richtlijnen ontwikkeld voor gezinshuisouders, die eraan moeten bijdragen dat de samenwerking met biologische ouders verbetert. Het uiteindelijke doel is dat het aantal breakdowns van plaatsingen van jongeren in gezinshuizen in de toekomst zal afnemen.
Nu het thuiswerken langer duurt worden effecten merkbaar. Wat is de impact van het thuiswerken als gevolg van COVID-19 op de duurzame inzetbaarheid van werkend Nederland? Samen met afstudeerders van de opleiding Human Resource Management hebben wij kennis verzameld over de effecten. Wat gaat er beter of efficiënter? Waar gaat het juist minder? En wat zijn de schaduwzijden?Doel Als lectoraat wilden wij kennis ontwikkelen door het (verplicht) thuiswerken te bestuderen en te kijken naar effecten op de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Daarnaast wilden wij voor studenten de gelegenheid scheppen om te kunnen afstuderen op een actueel HRM thema; stages en afstudeeropdrachten waren - juist door de situatie rond COVID-19 - schaars. We hebben niet alleen onderzoek gedaan naar de effecten van het thuiswerken, maar ook gezocht naar oplossingen om medewerkers vanuit huis duurzaam inzetbaar te houden. Resultaten Onderzoeksresultaten en aanbevelingen voor organisaties, leidinggevenden en medewerkers hebben we samengevat in de whitepaper “Hybride werken: wat kunnen we leren van de thuiswerkperiode?” Looptijd 01 februari 2021 - 01 juli 2021 Aanpak Werkwijze: als organisaties zich voor onze student kunnen openstellen, zodat hij/zij informatie mag komen ophalen, zullen wij de student begeleiden. Een behulpzame contactpersoon bij de organisatie is een belangrijke succesfactor. Mogelijke manieren van samenwerken Wij nodigden organisaties uit om zich open te stellen zodat een student informatie mag halen in relatie tot het thema ‘duurzame inzetbaarheid bij thuiswerken’. Mogelijke manieren om informatie te delen waren: Het leveren van data (bijvoorbeeld ziekteverzuimcijfers, of opleidingsinspanning) Het toestaan van een survey Het toestaan van interviews Gesprekken met HR of HR-team Het toestaan van focusgroepen Het doen van een klein experiment/pilot (en evaluatie ervan)