Installatierede lector Duurzaam Financieel Management aan de Hanzehogeschool GroningenDuurzaam Financieel Management is de vertaling van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) naar het financiële vak. MVO komt voort uit de gedachte dat organisaties langer bestaan naarmate ze door de eigenaar worden gezien als een gemeenschap van mensen die betekenisvolle activiteiten met elkaar uitvoeren, dan wanneer ze puur en alleen worden opgericht ten behoeve van winstmaximalisatie voor de eigenaar en/of de top van de organisatie. Zaken doen, ondernemen en samenwerken kan, zoals Peter Senge dit benoemt, een diepe bron van betekenis zijn voor het leven. Ten tweede maken alle misstanden in de (financiële) wereld het meer dan nodig dat we gaan staan voor ethisch, verantwoord handelen. Voorbeelden als de LIBOR-fraude, de slechte arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie in Bangladesh, vastgoedfraude en zo veel meer, maken duidelijk dat we moeten gaan staan voor beschaving. Of accepteer jij dat al het opgebouwde, dat een maatschappelijke functie heeft, meer en meer afbrokkelt? Omdat we ons laten leiden door hebzucht en angst? Wat betekent dit perspectief nu voor de dagelijkse praktijk van de financial? Zoals voor de controller of de financieel directeur, die iedere dag druk is met het berekenen, samenstellen en presenteren van cijfers? En voor de accountant, de bankier, de verzekeraar of de pensioenfondsen? Hoe brengen ze maatschappelijk verantwoord ondernemen in de praktijk, en hoe moet het vak vernieuwen om een duurzame samenleving mogelijk te maken? Gedachtes en suggesties hierover vind je op deze site. - See more at: http://duurzaamfinancieelmanagement.nl/
Boekbijdrage aan Sociaaldemocratie op zoek naar nieuwe verbanden. Arthur Lehning begint zijn prachtige rede Over vrijheid en gelijkheid met de eerste zin uit het Contrat social van Rousseau: ‘De mens wordt vrij geboren, en overal bevindt hij zich in ketenen’. Er klinkt een diepe droefheid in door. Waarom is de oorspronkelijke vrijheid van de natuurstaat verloren gegaan? Het antwoord is even eenvoudig als beklemmend: het is de mens zelf die zich de ketenen heeft aangedaan. Om samen te leven met de andere mensen, heeft hij zich van zijn vrijheid beroofd. Historisch gezien zal dit beeld van het verloren gaan van de natuurstaat niet kloppen, dat wist Rousseau ook wel, maar het plaatst ons wel op een indringende manier midden in het centrale probleem van de menselijke samenleving: ‘hoe kunnen wij onze vrijheid behouden wanneer wij ons in een gemeenschap met anderen verbinden’. Of in termen van de sociale architect: ‘Hoe moet de sociale orde in een samenleving worden vormgegeven opdat de vrijheid van de mensen gewaarborgd wordt?’ In de vele antwoorden die in de loop van de geschiedenis op deze vraag gegeven zijn komt altijd het woord gelijkheid voor, wie het antwoord ook geeft. En altijd gaat het dan over de aard van de verhouding tussen vrijheid en gelijkheid. Van complementair tot strijdig, van eenduidig tot paradoxaal, van parasitair tot mutualistisch: alle mogelijke verhoudingen in alle gradaties hebben in de literatuur wel een plaats gekregen. Een kleine beschouwing over gelijkheid en vrijheid kan niet meer inhouden dan een kortstondige rondvlucht over het woud van al die geschriften om vervolgens beide voeten weer op de grond te zetten en conclusies te trekken over de keuzes die een sociaaldemocratische partij zou moeten maken gezien haar beginselen.
Studenten en bedrijfsleven roepen het hoger onderwijs op duurzaamheid prominent in het curriculum op te nemen. Dit artikel is een verkenning van de raakvlakken tussen economie en duurzaamheid met als doel thema’s te benoemen die in het curriculum van de opleidingen bedrijfseconomie en accountancy aan bod zouden kunnen komen. Er wordt eerst stilgestaan bij een beschrijving van de op ons afkomende problemen zoals klimaatverandering, grondstoffenschaarste en verlies aan biodiversiteit. Vervolgens wordt geschetst voor welke uitdagingen het bedrijfsleven staat en worden ontwikkelingen geschetst op macro-, meso- en microniveau. Afsluitend volgen suggesties voor op te nemen thema’s in het curriculum van de bedrijfseconomische en accountancy opleiding, zoals bijvoorbeeld een verdieping in de bestudering van verdelingsmechanismen (markt versus overheid), verbreding van het kostenbegrip, strategisch risicomanagement dat rekening houdt met duurzaamheid, duurzaamheidsverslaggeving en ketenmanagement. Het tot stand brengen van een duurzame economie vraagt daarnaast om buiten bestaande denkkaders te treden.
Aanleiding Sinds de intrede van Amendement 80 in de nieuwe Jeugdwet zijn de gemeenten wettelijk verplicht om uithuisgeplaatste jongeren onder te brengen in een pleeggezin of gezinshuis. Opvang in een leefgroep mag alleen nog onder strikte voorwaarden. Bij langdurige uithuisplaatsing én meervoudige gedragsproblematiek van het kind heeft een gezinshuis daarom steeds vaker de voorkeur. Gezinshuizen zijn kleinschalige woonvormen waar één of meerdere kinderen/jongvolwassenen worden opgenomen in het eigen gezin van de ‘gezinshuisouder’, een hiervoor opgeleide professional. Een belangrijk oogmerk van een gezinshuis is dat een kind er langdurig en veilig kan opgroeien (‘permanency’). Praktijkprobleem Echter, vooral bij adolescenten komt vroegtijdige en ongeplande uitplaatsing (‘breakdown’) relatief vaak voor – vaak met als directe aanleiding escalerend probleemgedrag. Breakdown is altijd schadelijk voor alle partijen (vooral voor de jongere zelf). 65% van de gezinshuisouders heeft een dergelijke situatie meegemaakt. Eén van de oorzaken van breakdown is dat biologische ouders de plaatsing in het gezinshuis niet goed kunnen accepteren. Hierdoor kan de jongere een loyaliteitsconflict krijgen, wat zich kan uiten in escalerend probleemgedrag. Om de acceptatie door biologische ouders van de plaatsing te bevorderen, heeft een gezinshuisouder de professionele taak om samen te werken met de biologische ouders. Hoewel gezinshuisouders deze taak erkennen en zich hiervoor inspannen, geven zij in (voor)onderzoek aan dat zij dit als complex ervaren en meer ondersteuning in vaardigheden en kennis wensen. Doelstelling Dit consortium wil daarom onderzoek doen naar constructieve samenwerking tussen gezinshuisouders en biologische ouders rond de zorg en opvoeding van een uithuisgeplaatste jongere. Met dit onderzoek worden ondersteunende richtlijnen ontwikkeld voor gezinshuisouders, die eraan moeten bijdragen dat de samenwerking met biologische ouders verbetert. Het uiteindelijke doel is dat het aantal breakdowns van plaatsingen van jongeren in gezinshuizen in de toekomst zal afnemen.
Nu het thuiswerken langer duurt worden effecten merkbaar. Wat is de impact van het thuiswerken als gevolg van COVID-19 op de duurzame inzetbaarheid van werkend Nederland? Samen met afstudeerders van de opleiding Human Resource Management hebben wij kennis verzameld over de effecten. Wat gaat er beter of efficiënter? Waar gaat het juist minder? En wat zijn de schaduwzijden?Doel Als lectoraat wilden wij kennis ontwikkelen door het (verplicht) thuiswerken te bestuderen en te kijken naar effecten op de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Daarnaast wilden wij voor studenten de gelegenheid scheppen om te kunnen afstuderen op een actueel HRM thema; stages en afstudeeropdrachten waren - juist door de situatie rond COVID-19 - schaars. We hebben niet alleen onderzoek gedaan naar de effecten van het thuiswerken, maar ook gezocht naar oplossingen om medewerkers vanuit huis duurzaam inzetbaar te houden. Resultaten Onderzoeksresultaten en aanbevelingen voor organisaties, leidinggevenden en medewerkers hebben we samengevat in de whitepaper “Hybride werken: wat kunnen we leren van de thuiswerkperiode?” Looptijd 01 februari 2021 - 01 juli 2021 Aanpak Werkwijze: als organisaties zich voor onze student kunnen openstellen, zodat hij/zij informatie mag komen ophalen, zullen wij de student begeleiden. Een behulpzame contactpersoon bij de organisatie is een belangrijke succesfactor. Mogelijke manieren van samenwerken Wij nodigden organisaties uit om zich open te stellen zodat een student informatie mag halen in relatie tot het thema ‘duurzame inzetbaarheid bij thuiswerken’. Mogelijke manieren om informatie te delen waren: Het leveren van data (bijvoorbeeld ziekteverzuimcijfers, of opleidingsinspanning) Het toestaan van een survey Het toestaan van interviews Gesprekken met HR of HR-team Het toestaan van focusgroepen Het doen van een klein experiment/pilot (en evaluatie ervan)