Dit artikel betreft een pilotonderzoek waarin het leven met afasie van Lot centraal staat. Het doel van dit artikel is om een nieuwe methodologie te introduceren voor onderzoek naar identiteitsveranderingen van personen met afasie (PMA) en de mogelijke toepassing hiervan in de behandelpraktijk. De gehanteerde methodologiewordt geïllustreerd met resultaten uit het pilotonderzoek, waarin de identiteitsveranderingen van Lot worden beschreven. Deze bevindingen dienen als basis voor een promotieonderzoek waarin gedurende twee jaar een grotere groep PMA zal worden gevolgd om identiteitsveranderingen over een langere periode te exploreren.
LINK
Vaak leidt hersenletsel tot problemen in de communicatie. De persoon met hersenletsel kan zich moeilijk uitdrukken door afasie of door andere beperkingen bijvoorbeeld problemen met het geheugen. Dat kan leiden tot gevoelens van onmacht van alle partijen. Ook de omgeving moet een manier vinden om de persoon met hersenletsel te begrijpen. En om zichzelf duidelijk te maken. Zowel bij de persoon met het hersenletsel als bij het sociale netwerk én in de hulpverlening zijn dikwijls specifieke vaardigheden nodig om voor elkaar ‘verstaanbaar’ te worden. Naast die specifieke vaardigheden is er ook ‘de wil’ nodig om elkaar te willen begrijpen. Ook geduld is van groot belang.
DOCUMENT
To identify and critically appraise the evidence for instruments assessing depression in stroke patients with aphasia.
LINK
Patients with poststroke aphasia have higher mortality rates and worse functional outcome than patients without aphasia. Nurses are well aware of aphasia and the associated problems for patients with stroke because they have daily contact with them. The challenge is to provide evidence-based care directed at the aphasia. Although rehabilitation stroke guidelines are available, they do not address the caregiving of nurses to patients with aphasia. The aim of this study was to explore the evidence on rehabilitation of stroke patients with aphasia in relation to nursing care, focusing on the following themes: (1) the identification of aphasia, (2) the effectiveness of speech-language interventions.The findings of this study can be used to develop nursing rehabilitation guidelines for stroke patients with aphasia. Further research is necessary to explore the feasibility of using such guidelines in clinical nursing practice and to examine the experiences of patients with nursing interventions directed at aphasia.
DOCUMENT
Background: Lexical access problems of inflected verbs are common in aphasia. Previous research addressed these problems either in purely linguistic terms (e.g., verb movement) or in terms of lexical characteristics (e.g., frequency). We propose a new measure of verb complexity, which combines linguistic and lexical characteristics and is formulated in terms of Shannon’s information theory. Aims: We aim to explore the complexity of individual verbs and verb paradigms and its effect on lexical access, both in unimpaired people and people with aphasia (PWA). We apply information theory to investigate the impact of verb complexity on reaction time (RT) for lexical decision. Methods & Procedures: 20 non-fluent aphasic subjects and 11 age-matched and education-matched peers performed an auditory lexical decision task containing 286 real and 286 phonotactically legal non-word past tense forms (regulars and irregulars). RTs and error rates were measured. Two information-theoretic measures were calculated: inflectional entropy (reflecting probabilistic variability of forms within a given verbal family) and information load (I) (reflecting complexity of an individual verb form). The effect for these and other more traditional measures on RT were measured. Outcomes & Results: Linear mixed model analyses to the data for each group with participant and verb as crossed random effects were performed. Results show that for all groups inflectional entropy had a facilitatory effect on RT. There was a group effect for inflectional entropy indicating that for the patients with aphasia the effect of inflectional entropy was less pronounced. At the same time, I did correlate with latencies for healthy adults but not for individuals with aphasia. Conclusions: Our results demonstrate that the decrease in lexical processing capacity characteristic for PWA has a measurable effect that can be calculated using information theoretical means. According to our model, these individuals have particular difficulties with processing lexical items of higher complexity, as measured by individual I, and benefit less from the support normally provided (in comprehension) by other members of the corresponding lexical network. Finally, the proposed information-theoretic complexity measures, which encompass both frequency effects and linguistic parameters, provide a superior measure of lexical access, and have a better explanatory power for the analyses of access problems found in non-fluent aphasia, compared to analyses based on frequency only.
LINK
Logopedisten en klinisch linguïsten onderzoeken de taalontwikkeling van jonge kinderen met een vermoedelijke of al vastgestelde taalontwikkelingsstoornis. Ze onderzoeken ook de taalvaardigheid van personen met afasie. Naast gestandaardiseerde tests worden samples spontane taal geanalyseerd. Hiervoor worden uitingen ontlokt aan de patiënten via vaste protocollen. De sessies worden opgenomen, getranscribeerd en vervolgens grammaticaal geanalyseerd. Bij de grammaticale analyse wordt bepaald welke soorten constructies en fouten voorkomen en in welke mate, en dit wordt vergeleken met een norm. Taal- en spraaktechnologie (TST) kan er in prin-cipe aan bijdragen om het proces van transcriptie en grammaticale analyse efficiënter te maken en mogelijk zelfs om de kwaliteit van de assessments te verhogen. In dit artikel richten we ons op de mogelijkheden van TST voor de analyse van kindertaal.
LINK
Het Stroke Cohort Outcomes of REhabilitation (SCORE)-onderzoek bestaat tien jaar. Dit observationele onderzoek van Basalt volgt patiënten met een beroerte. Aanvankelijk was het doel om uitkomsten, praktijkvariatie in proces en structuur, en kosten te meten. Momenteel is het onderzoek meer gericht op meeteigenschappen van nieuwere Patient-Reported Outcome Measures (PROMs). In dit artikel geven we een overzicht van de resultaten van het SCORE-onderzoek met gerichte aanbevelingen en blikken we vooruit.
DOCUMENT
-
DOCUMENT
Hoofdstuk 2 in Klinisch redeneren voor verpleegkundigen L. van Straalen & M. Schuurmans (redactie) Het boek geeft inzicht in het klinisch redeneerproces van de verpleegkundige, en helpt de verpleegkundige bij het kritisch leren gebruiken van verschillende soorten kennis in specifieke patiëntsituaties. Dit boek legt uit waarom het belangrijk is dat zowel studenten als verpleegkundigen aandacht besteden aan klinisch redeneren. Klinisch redeneren voor verpleegkundigen beschrijft hoe je klinisch redeneren kan leren en toepassen en hoe je daarbij gebruik maakt van kennis, ervaring en reflectie. Klinisch redeneren voor verpleegkundigen laat ook zien hoe je van gegevens tot een probleemstelling en interventies komt en waarom standaard diagnoses niet altijd passen. Als laatste gaat klinisch redeneren voor verpleegkundigen in op de relatie tussen indirecte zorg en klinisch redeneren. Ook het belang van continue professionele ontwikkeling voor het klinisch redeneren komt aan de orde
LINK
Dit boekje beschrijft een methode voor het reviewen van praktijkgericht onderzoek. Reviewen is kritisch oordelen over een stuk werk. We lichten de methode zo concreet mogelijk toe opdat lectoren, onderzoekers en docentonderzoekers in de kenniscentra in het hbo deze zelf kunnen toepassen. De methode is bruikbaar voor alle domeinen en kenniskringen, dus niet gebonden aan één discipline of vakgebied.
DOCUMENT