Het veilig en autonoom regelend PV-laadplein met DC-distributie (VAP-DC) is een project waarin het ontwerpen, bouwen, testen en operationeel maken van een DC-netwerk (gelijkspanning) wordt aangetoond.Het systeem op het parkeerdek kan zonder AC (wisselspanning) opereren zoals het verzorgen van verlichting, het elektrische laden en ontladen van EV’s (Electrical Vehicles), waaronder het overbrengen van elektrische lading van de ene naar de andere(n). Het PV-(Photo Voltaic)systeem zorgt voor de energie, en kan het DC-microgrid ook zelf activeren, waardoor een autonoom systeem ontstaat.Het systeem werkt geheel autonoom (A) met een eigen zeer snel reagerend congestiemanagementmethode, modulaire Droop Rate Control strategie. In dit ontwerp is als extra veiligheid een safetywire voorzien, waar de AFE (Active Front End), laadvoorzieningen en PV-systeem op zijn aangesloten.Eventueel kan de AFE worden ingeschakeld, zodat er een bi-directionele vermogenstransfer kan plaatsvinden tussen de twee geïsoleerde AC- en DC-netten.Het TN-S stelsel met een PE-draad voor veiligheid en afvoer van hoogfrequente stromen, en een aparte aarde, is de beste methode om een veilig, autonoom, droop rate controlled grid te maken. Metingen met ingebouwde referentie-elektrode voor onderzoek naar mogelijke zwerfstromen, laat geen verband zien met het wel of niet actief zijn van de PV-panelen en/of de laadpalen. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de lekstromen die ontstaan via de stalen constructie goed worden afgevoerd.Aangetoond is dat het DC-grid zowel zelfstandig als naast het AC-grid kan bestaan om energie te leveren voor DC-producten zoals bidirectionele EV-laadplaatsen en verlichting zodat er een nieuw instrument beschikbaar is om de energietransitie te realiseren. Dit onderzoek toont aan dat het mogelijk is om in Nederland gelijkstroominstallaties breed uit te rollen.Met leden van de normcommissie NEN TC 64 binnen het onderzoekteam en de commissie zelf is het ontwerp en de realisatie van de onderzoekinstallatie uitvoerig besproken. Deze pilot vormt daarmee een belangrijke basis voor verdere normering van DC-installaties in de NEN 1010 en NPR 9090. Verder onderzoek is nodig om deze norm en regelgeving breed in te passen.Dit onderzoek biedt onderbouwing bij de verdere ontwikkeling van actieve gelijkstroominstallaties.Er is grote interesse van diverse bedrijven en (overheids-)instanties naar de ervaringen en oplossingen die het onderzoek bracht. Hierdoor ervaarde het projectteam de nut en noodzaak dat er onderzoek gedaan wordt naar systemen die de huidige overbelastingsproblemen kunnen minimaliseren of om in ieder geval alternatieven aan te kunnen bieden.
De volksgezondheid is het belangrijkste doel van de riolering. Door de afvoer en zuivering van ons afvalwater is de sterfte aan infectieziektes en epidemieën, zoals cholera, dysenterie en andere dodelijke infectieziekten, verleden tijd geworden. Om dat zo te houden dienen we de mogelijke risico's te kennen, nieuwe (inter)nationale ontwikkelingen als 'van groen naar grijs' kritisch te bekijken en indien nodig ons waterbeheer en ons gedrag aan te passen.
IMAGE
Het doel van dit project is het onderzoeken of CO2 en kosten kunnen worden gereduceerd in twee zorginstellen door het Specifiek Ziekenhuis Afval (SZA) anders te verzamelen en verwerken. Dit praktijkgerichte onderzoek wordt mogelijk door een samenwerking van Windesheim, Flynther, Dermatologisch Centrum en Isala. SZA wordt verzameld in speciale vaten en getransporteerd naar speciale verbrandingsovens in Dordrecht, waar het afval inclusief het vat onder hoge temperatuur wordt verbrand. Dit leidt tot een hoge CO2 uitstoot en onnodig hoge afvalkosten voor zorgpartijen. Tijdens de voorbereidende interviews voor dit onderzoek hebben respondenten uit de zorgsector al verschillende suggesties gedaan om de hoeveelheid afval te reduceren: • Alleen medisch afval in het vat stoppen, geen andere afvalstromen; • Vaten zo veel mogelijk vullen voordat deze worden vervangen; • Beter scheiden van SZA. Een deel van het SZA hoeft niet onder speciale omstandigheden te worden verbrand, door deze apart in te zamelen kan het in de buurt van de zorginstelling worden vernietigd in plaats van in Dordrecht. • Gebruik van andere soorten vaten die gemaakt zijn uit karton of dunner kunststof. Vanuit Flynther en het Dermatologisch centrum is de praktijkvraag; “Als door diverse partijen wordt aangegeven dat er kan worden bespaard, waarom hebben partijen uit de zorg hier dan geen of nauwelijks aandacht voor? Zijn er nog meer manieren om SZA te reduceren?” De praktijkvraag van dit onderzoek is:Op welke wijze kunnen zorginstellingen door aanpassingen in het inzamelen van SZA, de hoeveelheid CO2 uitstoot en kosten binnen deze afvalstoom reduceren?Om deze vraag te beantwoorden worden de mogelijkheden zoals hierboven beschreven getoetst en de impact bepaald. Daarnaast wordt gekeken hoe het SZA inzamelingsproces moet worden aangepast om deze besparing te realiseren. Ook wordt onderzocht wat beperkende factoren zijn voor deze besparingen. De onderzoeksvragen worden beantwoord door een verkennend onderzoek dat wordt gebaseerd op twee case studies.
Ten gevolge van de klimaatverandering Nederland bedreigt. De Verenigde Naties benoemt ‘17 Gobal Goals for a Sustainable Development’ nader gespecificeerd. Goal 13:” versterk de veerkracht en het aanpassingsvermogen aan klimaatgerelateerde gevaren en natuurrampen”. Deze klimaatverandering vraagt om een continue inzicht in de waterafvoercapaciteit van Nederlandse water-infrastructuur. Autonome vaartuigen maken een continue bemeting en realtime informatie van de vaarwegen mogelijk op basis waarvan waar snel actie ondernomen kan worden. Diverse partijen zowel publiek als privaat hebben de wens om continue en autonoom te varen en zijn afzonderlijk hiermee bezig zoals onder andere Rijkswaterstaat, Saeport Groningen en Provincie Overijssel . Het lectoraat mechatronica, dat succesvol onderzoek doet naar ‘autonome systemen in ongestructureerde omgevingen’ heeft veel kennis en ervaring op het gebied van grond (2D navigatie) en lucht robots (3D navigatie). Deze ontwikkelde technologieën zijn potentieel zeer geschikt voor navigatie op het water (2D, 2.5D) en onderwater (3D). Tijdens de vraaginventarisatie bleek er reeds veel interesse van partijen om kennis te delen en samen door te ontwikkelen. Er zijn semi-autonome vaartuigen beschikbaar hiervoor, maar bij de partijen ontbrak een totaal overzicht van de huidige stand van der technologie. Daarom wil het lectoraat Mechatronica samen met Marinminds, Aquatic Drones en DronExpert een onderzoek uitvoeren naar de ‘State of the Art’ betreft autonoom varen. In dit project zal dit onderzoek worden uitgevoerd door specificatie van de gewenste functionele bouwblokken (WP1), een state-of-the art van beschikbare technische oplossingen (WP2), een Gap-analysis tussen deze beide (WP3), verkennende experimenten hiernaar met behulp van een demonstrator (WP4) en een nieuwe specifiek gemaakte projectaanvraag (WP5). Dit cross-over project van de topsector HTSM/SmartIndustry met de topsector Water & Maritiem versterkt al direct de kennispositie van alle betrokken partijen, waardoor deze consortia sneller de vaarwegen klimaat-adaptief kunnen maken, zodat daarmee de Nederlandse (water) veiligheid beter wordt geborgd.
Dit project draagt bij aan een circulair grondstoffen efficiënt systeem waarbij de baggerketen (afvoer van bagger naar depots) wordt gekoppeld aan de realisatie van dijkversterking (van grondstof naar waterkering). Momenteel wordt er in Nederland jaarlijks naar schatting 10 miljoen m3 aan bagger uit rivieren en delta’s afgevoerd naar depots. Het afvoeren van deze bagger kost nu ongeveer 10 tot 20 euro per m3. Van deze bagger is er in Nederland ruim 90% toepasbaar en naar verwachting zeer goed herbruikbaar in verschillende toepassingen bij dijkversterkingsprojecten. De komende jaren wordt ongeveer 750 km dijken versterkt in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), waarin Rijk en waterschappen intensief samenwerken om dijkversterkingen slimmer, sneller en beter (zowel qua kosten als qua meerwaarde) aan te pakken. Door lokaal het gebaggerde sediment te hergebruiken in dijkversterkingsprojecten, minimaliseer je de afvoer van bagger én bespaar je op de aanvoer van nieuwe grondstoffen voor het project. Omdat zowel opdrachtgevers als de aannemers vaak niet goed bekend zijn met de mogelijkheden van bouwen met bagger, wordt de kans om kostenvoordelen te behalen door baggerspecie toe te passen vaak gemist. Met dit onderzoek wordt gestreefd om opdrachtgevers en aannemers beter bewust te maken van de mogelijkheden om bagger toe te passen bij dijkversterkingsprojecten. Daarom richt het zich voornamelijk op de startfase van dijkversterkingsprojecten waarin de precieze scope nog moet worden vastgesteld. In deze fase is het vooral van belang om te weten welke toepassingen er mogelijk zijn en onder welke voorwaarden. Als zodanig draagt het bij aan een transitie van bagger als afvalstof naar bagger als waardevol bouwmateriaal.