Purpose Building services technologies such as home automation systems and remote monitoring are increasingly used to support people in their own homes. In order for these technologies to be fully appreciated by the endusers (mainly older care recipients, informal carers and care professionals), user needs should be understood1,2. In other words, supply and demand should match. Steele et al.3 state that there is a shortage of studies exploring perceptions of older users towards technology and the acceptance or rejection thereof. This paper presents an overview of user needs in relation to ambient assisted living (AAL) projects, which aim to support ageing-in-place in The Netherlands. Method A literature survey was made of Dutch AAL projects, focusing on user needs. A total of 7 projects concerned with older persons, with and without dementia, were included in the overview. Results & Discussion By and large technology is considered to be a great support in enabling people to age-in-place. Technology is, therefore, accepted and even embraced by many of the end-users and their relatives. Technology used for safety, security, and emergency response is most valued. Involvement of end-users improves the successful implementation of ambient technology. This is also true for family involvement in the case of persons with dementia. Privacy is mainly a concern for care professionals. This group is also key to successful implementation, as they need to be able to work with the technology and provide information to the end-users. Ambient technologies should be designed in an unobtrusive way, in keeping with indoor design, and be usable by persons with sensory of physical impairments. In general, user needs, particularly the needs of informal carers and care professionals, are an understudied topic. These latter two groups play an important role in implementation and acceptance among care recipients. They should, therefore, deserve more attention from the research community.
LINK
Technology is becoming omnipresent in public spaces: from CCTV cameras to smart phones, and from large public displays to RFID enabled travel cards. Although such technology comes with great potential, it also comes with apparent (privacy) threats and acceptance issues. Our research focuses on realizing technologyenhanced public spaces in a way that is acceptable and useful for the public. This paper gives a brief overview of the research that is aimed to unlock the positive potential of public spaces. This paper’s main focus is on the acceptance of sensor technology in the realm of tourism. The ITour project which investigates the potential and acceptance of using (sensor) technology and ambient media to collect, uncover and interpret data regarding tourists’ movements, behavior and experiences in the city of Amsterdam is particularly discussed as an example.
DOCUMENT
Dit is een bijdrage van Wouter Teeuw, lector Ambient Intelligence bij het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie, aan het NIOC Congres 2011. De ambiance in een winkel wordt een steeds belangrijker verkoop aspect. Bedrijven doen er alles aan om de stemming van klanten te beïnvloeden. Zo brengen supermarkten met een uitgekiende muziekkeuze hun klanten in een vrolijkere koopstemming en weten winkeliers dat de geur van versgebrande koffie of gebraden kip wonderen doet. Ook wordt ingespeeld op de gemoedsstemming op het moment van kopen, relevante gebeurtenissen (WK voetbal) of persoonlijke lifestyle (halal voedsel). Naar de prikkeling van zintuigen en de invloed hiervan op het koopgedrag is uitgebreid onderzoek gedaan. Maar hoe zit het met de invloed van informatietechnologie op het koopgedrag? Bij Saxion doen we onderzoek naar hoe gepersonaliseerde informatie op schermen en sociale media van invloed zijn op het koopgedrag. We schetsen een aantal toekomst scenario’s gebaseerd op technologische ontwikkelingen.
MULTIFILE
Herontwerp moet leiden tot een breder en meer gevarieerd ict-aanbod, waarin niet meer alleen monodisciplinaire opleidingen zitten, maar ook opleidingen met elementen van andere disciplines erin, nieuwe, aantrekkelijke afstudeervarianten of geheel nieuwe opleidingen. Zo zijn er opleidingen ontstaan op het snijvlak van ict en een andere discipline zoals gezondheidszorg, kunst en communicatie. Dergelijke snijvlakopleidingen blijken aantrekkelijk voor een grotere groep meisjes en jongens. Een voorbeeld is de opleiding Communicatie en Multimedia Design (CMD), die zich bevindt op het snijvlak van ict, communicatie en design. De CMD-opleidingen trekken vanaf de start in 2001 een hoger percentage vrouwelijke studenten dan vele andere hbo ict-opleidingen. Ook jongens die anders niet voor een ict-opleiding gekozen zouden hebben, kiezen voor CMD. Ondanks de positieve geluiden laten de instroomcijfers zien dat zowel voor de CMD-opleidingen als voor HT het lastig is om meer dan 20% meisjes te werven. Nader onderzoek is nodig om te achterhalen hoe dit percentage verhoogd kan worden. Desondanks blijft de instroom van CMD hoger dan van de traditionele ict-opleidingen. Dat is reden genoeg om deze ict-variant nader te beschouwen. Dit document beschrijft achtereenvolgens de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het (hoger) onderwijs die de ict-variant CMD positioneren en rechtvaardigen. Hierna volgt een praktijkvoorbeeld van de ontwikkeling van een dergelijke snijvlakopleiding: de opleiding ICT Media Design bij Fontys Hogescholen in Eindhoven. Deze casus kan als voorbeeld dienen voor andere hogescholen die overwegen een ict-snijvlakopleiding te ontwerpen en in te voeren.
DOCUMENT
Dit artikel gaat over de waarde van Twitter als een nieuwsbron voor journalisten. Het artikel poogt de theoretische discussie in de literatuur over de mogelijkheden en de waarde van Twitter een empirische grondslag te geven. In die discussie speelt het artikel van Alfred Hermida, 'Twittering the News', een centrale rol. In dit artikel wordt berichtgeving via Twitter rondom de crash van Turkish Airline TK 1951 op 25 februari 2009 op Schiphol tot uitgangspunt genomen. De analyse, gebaseerd op een beoordeling van de tweets op verschillende variabelen, beschrijft de nieuwswaarde van Twitter en laat zien hoe het nieuws via Twitter zich ontwikkelt. Ten tweede wordt een vergelijking gemaakt met de crash van Ryanair in Schotland op 23 december en de crash van American Airlines op 22 december op het vliegveld van Kingston op Jamaica. Deze drie gevallen zijn als ongeval goed vergelijkbaar en op alle drie de gevallen is eenzelfde analyse toegepast, waarbij duidelijk verschillen zijn aan te wijzen in de rol van Twitter als nieuwsbron. Aan het eind van het artikel komt de vraag aan de orde of 'wisdom of the crowds', dat is het filteren van het nieuws door de gebruikers zelf, een rol speelt? Daarvoor wordt een vergelijking gemaakt tussen de tweets rondom de Schiphol crash en de verslaggeving via Coveritlive, waarin ook gebruik werd gemaakt van de input van Twitter en commentaar van de gebruikers, en waarbij een journalist de rol van moderator had.
DOCUMENT
Lectorale rede, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Mens en Technologie aan Fontys Hogeschool HRM en Psychologie op 7 juni 2013. In deze rede wordt men meegenomen op een tochtje door de wereld van mens en technologie. Eerst worden een aantal relevante ontwikkelingen op het snijvlak van psychologie en technologie getoond. Vervolgens wordt men meegenomen in de praktijk door voor verschillende toepassingsdomeinen de mogelijkheden van technologie te laten zien en relevantie onderzoeksvragen te bespreken. Tenslotte wordt door de wereld van het HBO en het lectoraat gereisd, waarbij wordt getoond wat de missie is van het lectoraat en hoe er gestalte aan gegeven zal worden. Onderweg wordt geregeld uit het raampje gekeken om inspirerende voorbeelden te zien van projecten, producten en samenwerkingsverbanden.
DOCUMENT
Jonge vrouwen zijn tegenwoordig vaker hoogopgeleid dan mannen, en toch doen ze het minder goed op de arbeidsmarkt. Hoe komt dat? Deze vrouwen voelen zich vaak onzeker en niet op hun plek, wisselen regelmatig van studie of baan, en ervaren hun opleiding als te theoretisch en onvoldoende praktisch. De druk om te presteren, faalangst, en perfectionisme, versterkt door sociale media, leiden tot stress en burn-outklachten. Ze missen vaak een stevig netwerk en een gevoel van 'rugdekking' van hun omgeving. Verschillende factoren, zoals prestatiedruk en maatschappelijke verwachtingen, dragen bij aan hun mentale problemen. De constante alertheid die deze vrouwen ervaren, zonder onderscheid te maken tussen zaken waar ze wel en geen invloed op hebben, leidt tot uitputting en mentale gezondheidsproblemen. Om deze problemen aan te pakken, is het essentieel dat onderwijsinstellingen en werkgevers meer betrokkenheid en ondersteuning bieden, zoals financiële steun tijdens de studie, gelijke beloning, veilige werkomgevingen, en mentorschap. Dit kan helpen om de cirkel van invloed en betrokkenheid beter te scheiden, waardoor jonge vrouwen minder druk voelen en hun talenten beter kunnen benutten.
DOCUMENT
BACKGROUND: There is a growing interest in empowering older adults to age in place by deploying various types of technology (ie, eHealth, ambient assisted living technology, smart home technology, and gerontechnology). However, initiatives aimed at implementing these technologies are complicated by the fact that multiple stakeholder groups are involved. Goals and motives of stakeholders may not always be transparent or aligned, yet research on convergent and divergent positions of stakeholders is scarce. OBJECTIVE: To provide insight into the positions of stakeholder groups involved in the implementation of technology for aging in place by answering the following questions: What kind of technology do stakeholders see as relevant? What do stakeholders aim to achieve by implementing technology? What is needed to achieve successful implementations? METHODS: Mono-disciplinary focus groups were conducted with participants (n=29) representing five groups of stakeholders: older adults (6/29, 21%), care professionals (7/29, 24%), managers within home care or social work organizations (5/29, 17%), technology designers and suppliers (6/29, 21%), and policy makers (5/29, 17%). Transcripts were analyzed using thematic analysis. RESULTS: Stakeholders considered 26 different types of technologies to be relevant for enabling independent living. Only 6 out of 26 (23%) types of technology were mentioned by all stakeholder groups. Care professionals mentioned fewer different types of technology than other groups. All stakeholder groups felt that the implementation of technology for aging in place can be considered a success when (1) older adults' needs and wishes are prioritized during development and deployment of the technology, (2) the technology is accepted by older adults, (3) the technology provides benefits to older adults, and (4) favorable prerequisites for the use of technology by older adults exist. While stakeholders seemed to have identical aims, several underlying differences emerged, for example, with regard to who should pay for the technology. Additionally, each stakeholder group mentioned specific steps that need to be taken to achieve successful implementation. Collectively, stakeholders felt that they need to take the leap (ie, change attitudes, change policies, and collaborate with other organizations); bridge the gap (ie, match technology with individuals and stimulate interdisciplinary education); facilitate technology for the masses (ie, work on products and research that support large-scale rollouts and train target groups on how to use technology); and take time to reflect (ie, evaluate use and outcomes). CONCLUSIONS: Stakeholders largely agree on the direction in which they should be heading; however, they have different perspectives with regard to the technologies that can be employed and the work that is needed to implement them. Central to these issues seems to be the tailoring of technology or technologies to the specific needs of each community-dwelling older adult and the work that is needed by stakeholders to support this type of service delivery on a large scale. KEYWORDS: aged; eHealth; focus groups; health services for the elderly; implementation management; independent living; project and people management; qualitative research; technology
LINK
De uitingen van de crossmedia dringen zich steeds nadrukkelijker aan ons op. Een toenemend aantal crossmedia diensten en producten doet een beroep op onze aandacht en financiën: van interactieve televisieprogrammas op websites, tot themakanalen op mobiele apparaten, fysieke bijeenkomsten van online communities, en virtuele werelden waarin wordt gehandeld, gestolen en waarin je echte schulden kan maken. Oude en nieuwe media vinden elkaar in IPTV en podcasts. Traditionele spelers worden links en rechts ingehaald door creatieve pioniers en actieve consumenten die zich niets aantrekken van bestaande marktverdelingen en gevestigde namen. De ene baanbrekende dienst valt over de andere innovatie heen: nog maar net gewend aan het bloggen of iedereen slaat aan het twitteren. Zelfs een achteloze journaalkijker kan de hysterische taferelen die hiermee soms gepaard gaan niet ontlopen, blijkens de nieuwe introductie van een oud apparaat zoals de telefoon: de iPhone.
DOCUMENT
This publication by Kathryn Best accompanied the Lector’s inauguration as head of the research group Cross-media, Brand, Reputation & Design Management (CBRD) in January 2011. The book outlines current debates around the Creative Industries, business and design education and the place of ’well being’ in society, the environment and the economy, before focusing in on the place for design thinking in creative and innovation processes, and how this is driving new applied research agendas and initiatives in education and industry.
DOCUMENT