Samenwerking tussen jongerenwerk en voortgezet onderwijs (VO) biedt goede kansen voor de integrale aanpak van de preventie van polarisatie en radicalisering.. Er zijn aanwijzingen dat samenwerking tussen jongerenwerk en onderwijs bij kan dragen aan het versterken van een pedagogisch klimaat waarin verschillende groepen leerlingen worden ondersteund in de zoektocht naar identiteit en het omgaan met maatschappelijke vraagstukken, waardoor zij zich mogelijk minder snel aangetrokken worden tot het polariserend of extremistisch gedachtegoed Deze bundel met praktijkvoorbeelden geeft een beeld van vier bestaande samenwerkingsverbanden tussen het jongerenwerk en scholen voor voortgezet onderwijs uit de stadsdelen Noord, Zuid, Zuidoost, en West. In de praktijkvoorbeelden wordt beschreven hoe de samenwerking tot stand is gekomen, welke activiteiten er in de samenwerking plaats vinden en hoe dit mogelijk een bijdrage levert aan het versterken van het positief pedagogisch klimaat op school. Hiernaast wordt er specifieke aandacht gegeven aan de werkzame elementen én randvoorwaarden binnen de samenwerking. De bundel is bedoeld als inspiratie voor beleidsmedewerkers bij gemeenten, voor managers en uitvoerend personeel in het jongerenwerk en voortgezet onderwijs, en voor studenten pedagogiek, sociaal werk en sociaal beleid.
Jongerenwerk is een voorziening in de pedagogische basisinfrastructuur. Jongerenwerkers focussen zich op de begeleiding van jongeren in de leeftijd van 10–23 jaar die steun nodig hebben bij het volwassen worden. Deze infographic geeft het jongerenwerk overzichtelijk weer.
MULTIFILE
Dit rapport bevat een reconstructie van de door het jongerenwerk van Combiwel ontwikkelde aanpak in de Diamantbuurt en de Rivierenbuurt in Stadsdeel Zuid in Amsterdam. Deze ‘methodiekbeschrijving’ is bedoeld om de benadering van het jongerenwerk inzichtelijk te maken voor externe stakeholders, zoals opdrachtgevers en samenwerkingspartners. Tevens biedt de beschrijving aanknopingspunten om de aanpak intern verder door te ontwikkelen.
LINK
Sinds het begin van dit millennium ligt er een toenemende nadruk in het sociaal domein op een cultuurverandering, waarin integraal werken een centrale rol speelt. Integraal vanuit het leefwereldperspectief van bewoners. En integraal vanuit het professionele en systemische perspectief. Zie bijvoorbeeld het motto ‘één gezin, één plan, één regisseur’. Ook wordt er meer verwacht van inzet op en het realiseren van ‘stepped care’ of ‘matched care’ (ondersteuning zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig). Eén van de consequenties is dat het werk van sociaal professionals veel meer afstemming en samenwerking vergt met andere partijen. Integraal werken dient als een middel om de verkokerde, niet samenhangende wijze van werken vanuit verschillende organisaties en professionals te ontmantelen. Over de competenties van professionals uit de verschillende disciplines, variërend van Wmo-loketambtenaren tot gedragswetenschappers uit de jeugdzorg, van jongerenwerkers tot ambulante GGZ-verpleegkundigen, van maatschappelijk werkers tot opbouwwerkers en wijkverpleegkundigen, wordt verwacht dat zij ‘generalistisch’ zijn. Het is echter onduidelijk wat daarmee in de feitelijke uitvoerings- beleids- en opleidingspraktijk wordt bedoeld. Dit KIEM project richt zich op het opbouwen van (a) een concrete en exemplarische leerpraktijk in Utrecht op het snijvlak van sociaal werk en maatschappelijke ondersteuning en (b) het ontwikkelen van een meerjarig programma waarmee sociaal professionals in het brede sociaal domein competenties kunnen ontwikkelen, zodat zij beter zijn toegerust om interprofessioneel en integraal samen te kunnen werken. Daarbij wordt nauw aangesloten bij het ontwikkelen van belangrijke 21st century skills als reflecteren, het aanspreken van het creatief vermogen, het vermogen tot samenwerken (waaronder inzicht verkrijgen in de competenties en bijdragen van professionals en ervaringsdeskundigen uit andere disciplines) en kritisch denken.