Wetenschapswinkelprojecten hebben vaak als doel het handelingsperspectief van klantorganisaties te vergroten. Dit vereist een leerproces binnen die organisaties. Co-creatie van kennis is daarvoor een geschikt middel. Een van de taken van wetenschappers daarbij is om bestaande wetenschappelijke kennis te contextualiseren: algemene wetenschappelijke kennis te vertalen naar de lokale situatie. In dit artikel worden de ervaringen met co-creatie en contextualisering in een wetenschapswinkelproject in Zundert geëvalueerd.
DOCUMENT
De Nederlandse maatschappij staat voor een belangrijke uitdaging. In 2030 moet de CO2-uitstoot met minimaal 49% zijn teruggedrongen en de Nederlandse industrie dient veel meer circulair te werken dan nu het geval is. In 2050 is de industrie circulair en stoot vrijwel geen broeikasgas meer uit. Een hele opgave als je bedenkt dat Nederland volgens de Nieuwe Economie Index nu nog op een score zit van 12.1% wat betreft circulariteit (Van ‘t Klooster et al., 2020). Voor de topsector Logistiek betekent dit dat er kennis en nieuwe concepten ontwikkeld moeten worden om duurzame logistieke oplossingen te realiseren.
LINK
The BMT provides the building blocks to develop a logic for a business model. In such a model the nature of value creation, how value creation is organized, and how transactions are taking shape are operationalized so that they meet the proposition. Practice shows that at present business models aimed at capturing multiple value creation can be divided into three major categories: (1) platform business models, (2) community-based (or collective) business models, and (3) circular business models. The three archetypes differ mainly in the way in which they create value, as well as the objective, the mechanism through which value creation takes place, and the infrastructural and technological requirements. When using the BMT, it is useful to consider at an early stage which business model archetype is dominant in the realization of the intended value proposition. Choosing a business model archetype might look straightforward, but it can be quite a tricky task.
LINK
Er blijft behoefte bestaan aan de kernfunctie van corporaties, om sociale huurwoningenbeschikbaar te stellen tegen betaalbare huren voor mensen met lagere inkomens. Tegelijkertijd staan corporaties voor het eerst sinds de brutering onder zware financiële druk. Aan de financiële druk liggen veel factoren ten grondslag die corporaties slecht kunnen beïnvloeden, zoals de economie en het beleid van de landelijke overheid. Afgezien van de beslissing om wel of niet te investeren is er echter een belangrijke factor die wel beïnvloedbaar is door de corporatie zelf, namelijk de bedrijfskosten. Er zijn aanwijzingen dat de bedrijfskosten substantieel omlaag kunnen, door de organisatie doelmatig in te richten, het takenpakket te reduceren, in het onderhoud strakker op een basiskwaliteit te sturen en commerciële partijen in te schakelen bij het uitvoeren van activiteiten. Deze notitie beschrijft een bedrijfsmodel van een corporatie die zich richt op het investeren in en beheren van betaalbare huurwoningen, met structureel en substantieel lagere bedrijfskosten. Corporaties zijn in hun huidige vorm betrokken bij alle werkzaamheden binnen de hele bedrijfskolom van woningontwikkeling tot het beheer van woningen. Daarnaast vervullen zij in één organisatie de rollen van belegger, ontwikkelaar en beheerder. De combinatie van de rol van èn belegger, èn ontwikkelaar èn beheerder is uniek en kan voordelen hebben in een situatie waarin ze een brede rol bij de (her)ontwikkeling van wijken en woningen willen en kunnen vervullen, maar nadelen hebben als het gaat om het optimaliseren van het doelmatig uitvoeren van hun kerntaken. In het voorliggende model wordt kostenoptimalisatie bij het uitvoeren van de kerntaak als doel gesteld. Hiertoe worden bezit, financiering en beleid juridisch en functioneel gescheiden van de uitvoerende werkzaamheden. De vermogensverschaffings- en beleggingsfunctie worden ondergebracht in een zogenaamde regiecorporatie. Door de uitvoerende werkzaamheden in concurrentie aan te besteden is het mogelijk, met behoud van basiskwaliteit, klantgerichtheidIV en zorgvuldigheid, de bedrijfskosten per woning structureel te verlagen.
DOCUMENT
http://dx.doi.org/10.14261/postit/5EC83009-6FB0-4094-84F26AF7E413049D Lectorale rede van Niels Faber, lector Business Development, Saxion Kenniscentrum Hospitality. Gehouden op 29 januari 2014
MULTIFILE
Intimiteit en seksualiteit zijn belangrijke dimensies van kwaliteit van leven, ook voor oudere volwassenen die langdurig afhankelijk zijn van verpleegkundige zorg. Veel verpleegkundigen weten niet hoe ze een gesprek over dit intieme onderwerp kunnen starten. Om bestaande gesprekshulpmiddelen beter in te zetten is een website met een brochure beschikbaar, die verpleegkundigen gepersonaliseerd advies geeft bij het starten van dit gesprek.
MULTIFILE
Full text via link. Met een prikkelend opiniestuk gooide Jeroen Weijermars vorige week de knuppel in het hoenderhok. Hij zette zich af tegen de roep ‘om meer en meer te investeren in de ongeorganiseerde individuele sporter’. Dat zou ten koste gaan van het ‘wij-gevoel’. De sportvereniging waar dat wij-gevoel ‘voor het oprapen ligt’ zou meer beleidsmatige aandacht verdienen. De vereniging zou moeten worden versterkt. Dat zou de sociale cohesie bevorderen. Er ontspon zich een levendige discussie waarbij verschillende kritische vragen werden opgeworpen. Is de klacht terecht? Wordt er eigenlijk wel geïnvesteerd in die ongeorganiseerde individuele sporter? Is de voorkeur voor sportverenigingen boven bijvoorbeeld fitnesscentra wel gerechtvaardigd? Zouden we niet een onderscheid moeten maken tussen sport en bewegen?
LINK