Deze rapportage is het resultaat van een praktijkgericht onderzoek naar een bijzonder project De Kunst van Delen. In samenwerking met het Grijze Koppen Orkest, hebben diverse organisaties uit Utrecht door middel van het project De Kunst van Delen een bijdrage geleverd aan Utrecht als Age Friendly Cultural City (AFCC). Deze onderzoeksrapportage is als volgt opgebouwd: In het eerste hoofdstuk schetsen we de achtergrond en context van het project De Kunst van Delen en het onderzoeksdoel en de onderzoeksvraag worden gepresenteerd. In hoofdstuk 2 staan de eerste onderzoeksstap, de participerende observaties, en de tussenresultaten daarvan beschreven. Hoofdstuk 3 behandelt de tweede onderzoeksstap: de individuele interviews en de tussenresultaten ervan, in de vorm van de belangrijkste voorwaarden van het project De Kunst van Delen voor de ontwikkeling van stad Utrecht als Age Friendly Cultural City. In hoofdstuk 4 is te lezen hoe de validering van die voorwaarden heeft plaatsgevonden en wat deze validering heeft opgeleverd. Dat is de derde stap in het onderzoek. Als vierde en laatste stap in het onderzoeksproces, is op basis van die gevalideerde voorwaarden een verkennend literatuur-onderzoek uitgevoerd. Dit literatuuronderzoek is te lezen in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 zijn tot slot de conclusie en aanbevelingen van dit verkennend praktijkgericht onderzoek te vinden.
Systeemopstellingen is een nieuwe, innovatieve methodiek voor het schrijven van theaterteksten, filmscripts en verhalen. Het gebruikt de werkvorm opstelling, die afkomstig is uit het systemisch werk.Scriptopstellingen stellen een schrijver in staat personages letterlijk tot leven te zien komen, en concrete artistieke vragen te onderzoeken op het gebied van handeling, taal, ruimte, plot, sfeer en personages.Het levert nieuwe, onverwachte informatie op, en wat nog belangrijker is: het versoepelt en versnelt het schrijfproces, niet in de laatste plaats omdat het schrijven gedeeld wordt en tot co-creatie leidt.Dit cahier van Annelies Boutellier en Nirav Christophe, ontwikkeld door het Lectoraat Performatieve Maakprocessen van HKU Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, introduceert Scriptopstellingen in het Nederlands taalgebied.
Tienduizend idioten leert je hoe je goede theaterteksten schrijft. Maar stiekem is het ook een casestudy hoe we het creatieve proces kunnen versoepelen, versnellen en verdiepen, en over hoe het kunstonderwijs voor hybride kunstenaars er vandaag de dag uit zou kunnen zien. De titel Tienduizend idioten verwijst naar de talloze stemmen die in deze tijd in ons huizen wanneer we leven, schrijven en theatermaken. Je binnenstemmen leren te onderscheiden, ermee te spelen en razendsnel ertussen te schakelen, is de basis van het creatieve proces.Samen met De Tekstsmederij, katalysator voor vers gesmede Nederlandstalige theaterteksten nodigt HKU Lectoraat Performatieve Maakprocessen (jonge) makers, theaterschrijvers, acteurs, regisseurs, scenaristen, producenten… en eigenlijk ook alle andere professionals die in hun praktijk wel eens met schrijven en schrijvers te maken hebben uit voor deze middag. In gezamenlijkheid voeren we het gesprek over de noodzakelijkheid en onzin van klassieke theatertaal, over de (on)mogelijkheid van moderne verhalen en over wat er nodig is om aansprekende stukken te kunnen blijven ontwikkelen voor een jong en divers publiek. bestel je exemplaar via www.hku.nl/hkupress
Het RCTH+ is een structureel samenwerkingsverband tussen het Rotterdams Centrum voor Theater en Pameijer, een organisatie die ondersteuning biedt aan mensen met een verstandelijke beperking. Binnen de voorstellingen van het RCTH+ werken acteurs met en zonder beperking samen. Verder werkt het RCTH+ aan het geschikt maken van de opleiding voor acteurs en theatermakers voor zowel mensen met als zonder beperking. Bij het RCTH+ staat artistieke innovatie op de voorgrond; deze wordt gecombineerd met innovatie op het gebied van ondersteuning van mensen met een beperking. Het RCTH+ wil zijn inclusieve werkwijze overdraagbaar maken en naar andere instellingen voor podiumkunst en zorginstellingen overdragen via een digitaal platform. Inclusiviteit gaat immers over delen en samenwerken, en diversiteit. Binnen dit project wordt voor dit overdraagbaar maken noodzakelijke kennis vergaard en worden relevante netwerken opgebouwd en verstevigd. Het project sluit aan bij het speerpunt “Creative futures voor podiumkunsten en erfgoed” van de Roadmap Smart Culture (NWO, 2015) en draagt bij aan een inclusieve en innovatieve samenleving.
Traditioneel focussen veel kunstorganisaties zich op het maken van kunstwerken. De laatste decennia echter zijn zij zich, vanuit een groeiende aandacht voor hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, meer gaan richten op (de communicatie met) publiek. Die communicatie blijkt echter vooral eenrichtingsverkeer. Dat is problematisch omdat juist bezoekers een cruciale schakel vormen in de realisatie van de maatschappelijke functie van kunst. Professionals van zowel marketing- als educatieve afdelingen zoeken daarom naar nieuwe interactieve manieren om relaties met (potentieel) publiek vorm te geven. Met name sociale media kunnen bijdragen aan het tot stand brengen van een actieve dialoog rond kunstactiviteiten. Dit vraagt om een andere houding en een nieuwe manier van denken en werken die de betrokken professionals zich nog niet eigen hebben gemaakt. De centrale vraag van het onderzoeksproject ?Ruimte voor dialoog? richt zich op het ontwikkelen van effectieve strategieën en werkwijzen waarmee de interactie tussen kunstorganisaties en bezoekers en bezoekers onderling vorm krijgt. Het onderzoek is opgezet als een ontwerponderzoek met verschillende cases, waarin strategieën en werkwijzen in een iteratief proces worden ontworpen en geëvalueerd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van onderzoeksmethoden zoals content-analyse, netwerk-analyse, interviews met gebruikers en analyse van de implementatie van de ontwikkelde strategieën op basis waarvan bijstelling plaatsvindt. Het onderzoek levert een set van methoden op die door professionals in de kunsten gebruikt kunnen worden om (artistieke) interactie tot stand te brengen op sociale media. Het consortium van het onderzoeksproject wordt gevormd door de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL), Stenden University (Media Entertainment Management) en de belangrijkste Friese kunstorganisaties: Tryater, Keunstwurk en het Fries Museum. Verdere projectpartners zijn: Kunstkade, Stadsschouwburg De Harmonie en Lwd2018. Daarnaast zijn betrokken: het Expertisecentrum Arts in Society (RUG) en de onderzoeksgroep Media, Communicatie en Organisatie (UT). Het project sluit aan bij de doelstellingen van Leeuwarden 2018, dat in het kader van de toewijzing Culturele Hoofdstad van Europa, streeft naar ?iepen mienskippen? (open gemeenschappen), waarin organisaties en individuen in dialoog met elkaar zoeken naar nieuwe benaderingen voor culturele, economische en ecologische uitdagingen.
Kunstenaar en HKU-docent Marloeke van der Vlugt onderzoekt het belang van de tastzin. Haar promotieonderzoek naar tactiliteit in en door kunst is onderdeel van een pilot van de HKU met de Universiteit van Humanistiek. In een tijd waarin aanraken wordt geassocieerd met risico en taboe, zoekt zij juist naar manieren om tactiele sensaties te activeren. De tastzin is een van de belangrijkste zintuigen waarmee we geboren worden. Maar terwijl we als baby nog alles vastpakken en in ons mond steken, wordt ons dat razendsnel afgeleerd. ‘Niet aankomen’ is een veel gehoord zinnetje uit onze jongste jaren. In de kunst is dat tot in het uiterste doorgevoerd. Daarin wordt de esthetische afstand gepromoot, en hebben kijken en luisteren een veel prominentere rol gekregen. In musea ligt alles keurig in een glazen kastje en bij voorstellingen zit het publiek op gepaste afstand van de performers. En dat terwijl er bijna geen directere ervaring met zoveel impact is als aanraking. Van der Vlugt is uit op resensibilisatie, niet alleen voor haar publiek, maar ook voor zichzelf als maker: “Hoe raak ik deze wereld aan en hoe raakt de wereld mij aan?” The Aesthetics of Touch is een ‘artistic research PhD’: een pilot waarin HKU met de Universiteit van Humanistiek samenwerkt om promotieonderzoeken mogelijk te maken. Voor dit onderzoek naar tactiliteit in en door kunst ontvangt Van der Vlugt een NWO Promotiebeurs voor Leraren, die haar gedeeltelijk vrijwaart van haar vaste onderwijstaken. “Het vernieuwende aan artistiek onderzoek is dat je onderzoekt door dingen te maken en te delen,” zegt Van der Vlugt. Dat begint bij haar eigen kunstenaarspraktijk, waarin ze op zoek gaat naar een tactiel creatieproces met sculpturale, onvoorspelbare materialen en technieken. De artefacten die daaruit komen, zoals de polyurethaan bolletjes met hun mysterieuze inhoud van natuurlijk gekleurd gips, deelt zij vervolgens met het publiek in interactieve performances. Wil je meer weten over The Aesthetics of Touch? Neem dan contact op met Marloeke van der Vlugt via marloeke.vandervlugt@hku.nl