BACKGROUND: Optimizing return to work (RTW) after knee arthroplasty (KA) is becoming increasingly important due to a growing incidence of KA and poor RTW outcomes after KA. We developed the Back At work After Surgery (BAAS) clinical pathway for optimized RTW after KA. Since the effectiveness and cost analysis of the BAAS clinical pathway are still unknown, analysis on effectiveness and costs of BAAS is imperative.METHOD: This protocol paper has been written in line with the standards of Standard Protocol Items: Recommendations for Interventional Trails. To assess the effectiveness and cost-effectiveness for RTW, we will perform a multicenter prospective cohort study with patients who decided to receive a total KA (TKA) or an unicompartmental KA (UKA). To evaluate the effectiveness of BAAS regarding RTW, a comparison to usual care will be made using individual patient data on RTW from prospectively performed cohort studies in the Netherlands.DISCUSSION: One of the strengths of this study is that the feasibility for the BAAS clinical pathway was tested at first hand. Also, we will use validated questionnaires and functional tests to assess the patient's recovery using robust outcomes. Moreover, the intervention was performed in two hospitals serving the targeted patient group and to reduce selection bias and improve generalizability. The limitations of this study protocol are that the lead author has an active role as a medical case manager (MCM) in one of the hospitals. Additionally, we will use the data from other prospective Dutch cohort studies to compare our findings regarding RTW to usual care. Since we will not perform an RCT, we will use propensity analysis to reduce the bias due to possible differences between these cohorts.TRAIL REGISTRATION: This study was retrospectively registered at clinicaltrails.gov ( https://clinicaltrials.gov/ct2/show/NCT05690347 , date of first registration: 19-01-2023).
DOCUMENT
Om te zien hoe sociale samenhang vandaag vorm krijgt, hebben we twee case studies van activiteiten die bewoners van Meerzicht gezamenlijk ondernemen beschreven. Het gaat dan specifiek om regelmatig terugkerende activiteiten met een gemeenschappelijk doel, die mensen samenbrengen. Dat is van belang omdat juist de herhaling en doelgerichtheid sociale connecties mogelijk maakt. Deze connecties zijn van belang vanwege hulpbronnen zoals: informatie; diensten; materiële goederen en vertrouwen. In het geval van het vissen zien we een afname van sociale verbanden via het verenigingsleven. De in Meerzicht gevestigde hengelsportvereniging Het Pontje heeft duidelijk last van een vergrijzend kader. Maar we zien tegelijkertijd een gemeenschap van vissers in het Westerpark. Vissers die komen alleen of in kleine groepjes, waarbij men de andere vissers groet of een praatje maakt. Recent landelijk onderzoek onder sportvissers (Mulier instituut, 2017) sluit hier goed op aan. Het gaat veel vissers om natuurbeleving en om het tot rust komen. Daarnaast noemen, met name jongeren (16-20 jaar), gezelligheid en sociale contacten als belangrijk motief. Contact met andere vissers is vooral gericht op uitwisselen van kennis omtrent vistechnieken en op het leren kennen van andere mensen. Ook bij het moestuinieren valt op dat dit een plek/activiteit is die je alleen doet (rust geeft) en toch ook samendoet. De SCPstudie Tussen groen en grijs (2016) gaat ook in op de sociale kanten van tuinieren. Onderzoek laat zien dat op volkstuinen met een heterogene groep tuinders bridging mogelijk is. ‘De kracht van het kleine ontmoeten’ wordt het genoemd. Volkstuinen hebben als bijzonder kenmerk dat het contact veel non-verbaal verloopt: de onderlinge relaties worden in eerste instantie door ‘zichtbaarheid’ en ‘nabijheid’ gevormd. Mensen worden hier dus minder snel uitgesloten op basis van taal, beroep of woonplek. Het is bijzonder om te zien dat hier zowel bewoners uit Meerzicht- West, als uit Meerzicht-Oost actief zijn. Alle aspecten van sociale samenhang zijn we in Meerzicht tegen gekomen: ● ‘contact en ontmoeting’: Denk aan contact tussen buren, of ontmoetingen in de openbare ruimte. ● ‘sociaal netwerk en dingen samendoen’: We hebben voorbeelden gehoord van moeders die samen met de kinderen naar de Stadsboerderij gaan; mensen die samen wandelen, koffiedrinken of vissen natuurlijk. ● ‘wederzijdse hulprelaties’: Buren helpen en/of ondersteunen elkaar. ● ‘gezamenlijke activiteiten’: Er zijn diverse plekken waar men in georganiseerd verband vrijwilligerswerk kan doen, zoals sportclubs, de moestuinvereniging en de voedselbank. Er is een groot aantal bewonerscommissies actief. Debuurtvereniging in de Waterbuurt is een initiatief dat door buurtbewoners gedragen wordt. Hier spelen ‘best persons’ een belangrijke rol. De hier beschreven casussen geven het belang van aan van activiteiten die bewoners in lossere verbanden min of meer gezamenlijk ondernemen. Ook de plekken waar vrijwilligers werken hebben eenzelfde functie als knooppunt van sociale connecties.
DOCUMENT
Objective: To systematically describe changes in pain and functioning in patients with osteoarthritis (OA) awaiting total joint replacement (TJR), and to assess determinants of this change. Methods: MEDLINE®, EMBASE, CINAHL® and Cochrane Database were searched through June 2008. The reference lists of eligible publications were reviewed. Studies that monitored pain and functioning in patients with hip or knee OA during the waiting list for TJR were analyzed. Data were collected with a pre-specified collection tool. Methodological quality was assessed and a best-evidence analysis was performed to summarize results. Results: Fifteen studies, of which two were of high quality, were included and involved 788 hip and 858 knee patients (mean age 59-72 and main wait 42-399 days). There was strong evidence that pain (in hip and knee OA) and self-reported functioning (in hip OA) do not deteriorate during a
DOCUMENT