Interview met marketeer van Atletiekunie over een aantal kwesties die betrekking hebben op marketing van atletiek, de Atletiekunie en running.
DOCUMENT
Paul Hover is tien jaar werkzaam als senior onderzoeker bij het Mulier Instituut, de organisatie voor sociaalwetenschappelijk sportonderzoek in Nederland. Hij doet onderzoeksprojecten met een focus op sportevenementen(beleid), fitness, wielrennen, hardlopen en atletiek. In dit interview worden belangrijke ontwikkelingen behandeld wat betreft de loopsport in Nederland vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw: sociaal-wetenschappelijke gegevens wat betreft aantal hardlopers, profiel hardlopers, de rol van organisaties, trends, etc.
LINK
De Nederlandse atletiek heeft sinds 2003 regelmatig internationale successen geboekt. De vraag is of dit een kwestie is van toeval, of van welbewuste keuzes in het topsportbeleid. En onderscheidt Nederland zich op dat vlak van de buitenlandse concurrentie?
DOCUMENT
Aanleiding: Zoetermeer heeft een uitgebreid beleid op het gebied van sport, gericht op vergroting van de sportparticipatie. Verschillende vormen van subsidie en verenigingsondersteuning maken deel uit van het beleidsinstrumentarium. De Rekenkamercommissie wil graag weten of sprake is van een transparant ondersteuningsbeleid en hoe de ontvangen subsidie de contributie en toegankelijkheid van de verschillende verenigingen beïnvloedt. Vraagstelling: Voorliggende rapportage beoogt op basis van ambtelijke stukken, gemeentelijke jaarrekeningen, interviews en verenigingsonderzoek de raad inzicht te verschaffen in de mate van effectiviteit en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Om dit te bewerkstelligen is de volgende hoofdvraag geformuleerd. 'Hoe worden de sportverenigingen in Zoetermeer gefaciliteerd door de gemeente, welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag en hoe effectief en doelmatig is het verenigingsondersteuningsbeleid?'
DOCUMENT
In dit hoofdstuk nuanceren de auteurs eerdere berekeningen van het marktaandeel van de georganiseerde sport. Dit doen zij door meerdere berekeningsmethoden toe te passen en naar verschillende doelgroepen en sporten te kijken.
DOCUMENT
Op 25 september 2013 werd het project Citytrainer op het congres van Vereniging Sport en Gemeenten gekozen tot ‘Beste initiatief op sport- en beweeggebied 2012/2013’. Het was niet de eerste keer dat Citytrainer in de prijzen viel. Eind 2012 ontving het de ‘Meer dan Handen Award’, een prijs waarmee het Ministerie van VWS zijn waardering uitspreekt voor inspirerende vrijwilligersinitiatieven. Wat maakt dit project bijzonder?
DOCUMENT
De NLsportraad heeft zich gebogen over de maatschappelijke en economische impact van grote sportevenementen. De NLsportraad heeft bezien welke doelen en effecten sportevenementen kunnen hebben en hoe deze het best kunnen worden gemeten. In een reeks van vier essays staat de NLsportraad stil bij de wetenschappelijke stand van zaken over de impact van sportevenementen, in de vorm van bijdragen van experts. In opdracht van de NLsportraad hebben verschillende experts een essay geschreven over (1) de economische impact van sportevenementen, (2) de sociale impact van sportevenementen, (3) de mediawaarde en (4) de maatschappelijke kosten-batenanalyse voor sportevenementen
DOCUMENT
In juli 2013 vond in Utrecht het European Youth Olympic Festival (EYOF Utrecht 2013) plaats. Op zeven locaties in de stad streden 2.300 atleten tussen de 13-18 jaar oud uit 49 verschillende landen in negen takken van sport om de medailles. De organisatoren van EYOF Utrecht 2013 wilden niet alleen een mooi toernooi voor de atleten organiseren, maar ook een breder maatschappelijk effect sorteren. Mede om deze reden werd er een programma aan side-events georganiseerd, onder de noemer Achmea High Five Challenge (Achmea H5C). Het doel van de Achmea H5C is om Nederlandse jongeren kennis te laten maken met sport en hun eigen talenten, zodat ze ook na de Achmea H5C aan het sporten blijven. Met het side-events programma wilden de organisatoren bekendheid geven aan EYOF Utrecht 2013 en de officiële partner (Achmea). Verder wil de Achmea H5C bewegen, sportiviteit en vriendschap uitstralen (High Five) en meer kinderen en jongeren via sport in contact brengen met hun talent (Challenge). Het programma beoogde met name kinderen en jongeren te bereiken, die nu nauwelijks bewegen en sporten (Achmea H5C, 2012).
DOCUMENT
Hoewel het aantal sporters in Nederland ieder jaar toeneemt, zien sportverenigingen hun ledental dalen. Er is veel onderzoek gedaan om het tij te keren. Daarin werd vaak geconcludeerd dat het 'clubgevoel van leden' een belangrijke factor is. Wat dat is, het clubgevoel van leden, en hoe je dat kunt stimuleren, bleef echter onduidelijk. Nanny Kuijsters greep dit aan om het 'clubgevoel van leden' te bestuderen in het kader van haar promotieonderzoek voor de Universiteit van Tilburg en Fontys Economische Hogeschool in Tilburg.
LINK
Het project “Sporttoerisme - Sportas Amsterdam” draait om de vraag: welke kansen biedt sporttoerisme voor Sportas? De aanleiding voor het project is het bredere programma rond het gebiedsconcept Sportas Amsterdam. Dit programma behelst de ambitie van de gemeente Amsterdam, gemeente Amstelveen en partners om één ruimtelijk geheel te maken van het gebied en de sportfaciliteiten die in zuidwest Amsterdam zijn gelegen, grofweg van het Olympische Stadion tot en met de sportfaciliteiten in het Amsterdamse Bos. Het programma draagt bij aan city branding (regio Amsterdam), lokale bedrijfsontwikkeling (o.a. horeca, retail, dienstverlening), ondersteunen lokaal verenigingsleven en sportfaciliteiten (vitaliteit kantines en accommodatie), veiligheid (ruimtelijke eenheid, levendig) en leefbaarheid (toegankelijke en aantrekkelijke openbare ruimte). Bovenal kan de Sportas bijdragen aan het aantrekken en binden van de relatief hoogopgeleide en weinig plaatsgebonden leeftijdsgroep van 18-35 jaar. Dit sluit aan bij de ideeën van auteurs als Richard Florida (“The rise of the creative class”) en Charles Landry (“The art of city making”) over het aantrekken en vasthouden van de creatieve klasse en de kenniswerker. Het idee van de Sportas veronderstelt een transitie, van een versnipperd sportgebied naar geïntegreerd vrijetijdslandschap. Het gebied is momenteel al interessant voor sporttoerisme (topsport, breedtesport) en kan door deze transitie een impuls krijgen. Tegelijkertijd is de ontwikkeling van sporttoerisme een schakel in deze transitie. Er is echter nog te weinig bekend over de omvang van sporttoerisme en de potenties van de Sportas op dit vlak.
DOCUMENT