Waarom gaan mensen naar festivals? Hoe beleven ze een festival? Waarom komen ze wel of niet terug? Hoe kunnen festivalorganisatoren de motivatie en beleving van bezoekers effectief beïnvloeden? Wat betekenen sociale media voor de festivalbeleving? Antwoorden op deze vragen helpen festivalorganisatoren een uniek festival aan te bieden en effectiever resultaten te behalen en overtuigender te rapporteren naar subsidieverstrekkers en sponsors. Het Crossmedialab, onderdeel van het Kenniscentrum Communicatie & Journalistiek van de Hogeschool Utrecht, heeft onderzoek uitgevoerd naar festivalbeleving. Dit cahier geeft een overzicht van onder zochte theorieën en bevat een integraal overzicht van factoren die van invloed zijn op de festivalbeleving. Nieuwe inzichten en het uniek ontwikkelde model van festivalbeleving biedt onderzoekers, eventprofessionals en vakdocenten kansen voor verder onderzoek en praktische toepassing.
In het kunsten- en erfgoeddecreet werd een aparte categorie ‘Instellingen van de Vlaamse Gemeenschap’ opgenomen. Zij zouden een symboolfunctie en een sensibiliserende rol voor de artistieke gemeenschap en de gehele Vlaamse bevolking moeten vervullen. Bovendien moeten ze internationale topkwaliteit aanbieden. Door een gebrekkige collectieve opdrachtomschrijving weten deze Gemeenschapsinstellingen echter niet welke service van hen wordt verwacht en dit zowel naar de artistieke gemeenschap als de bredere samenleving toe. De vage taakomschrijving stelt de instellingen met dit uitzonderlijke statuut bovendien voor een distinctieprobleem. Waarin onderscheiden ze zich van andere kunstorganisaties in Vlaanderen die op een reguliere basis tijdelijk worden gesubsidieerd? Ten slotte signaleren de Gemeenschapsinstellingen een internationaal verifieerbare discrepantie tussen een symbolische en een economische, subsidiale erkenning. Door dit alles blijft hun positie vaag tot zelfs ambivalent. Met deze vaststellingen in het achterhoofd werd een essayopdracht geformuleerd. De centrale vragen die daarin gesteld werden luiden: wat is de opdracht, taak en positie van nationale kunstinstellingen? Hoe kunnen ze ideaaltypisch functioneren en hoe doen ze dat in het buitenland? Via een interpretatieve cultuursociologische weg, geschraagd met de inzichten van de kritische theorie werd een antwoord op het voorgelegde vraagstuk gezocht. Het opstel betreft dus geen benchmarking of kunstkritisch betoog. Wel werd via diepte-interviews met beleidsverantwoordelijken en vooral stafmedewerkers van voorbeeldorganisaties in Duitsland, Engeland, Finland, Nederland en Portugal naar mogelijke pistes gekeken.
Wat kunnen we doen om de culturele en creatieve sector op langere termijnwendbaarder en weerbaarder te maken? Makers, culturele instellingen enandere creatieve partijen gingen met die vraag aan de slag binnen het pro-gramma Innovatielabs. Tijdens twee edities onderzochten zij hoe innovatie-projecten een verschil kunnen maken bij actuele én toekomstige opgavenin de sector. Van een fundamentele heroverweging van de eigen rol in hetculturele landschap tot de ontwikkeling van innovatieve, sectoroverstijgendesamenwerkingsplatforms. Er is nagedacht hoe instellingen publieksdata kunnendelen om hun doelgroepen beter te bereiken, hoe technologie kan wordeningezet om andere, nieuwe doelgroepen te bereiken en hoe samengewerktkan worden met niet-menselijke actoren voor een duurzamere toekomst.Het zijn natuurlijk mooie uitkomsten, maar met de afzonderlijke resultaten vandeze projecten alleen komen we er niet. Willen we de sector echt beter uit-rusten voor de toekomst, dan moeten we ook aandacht besteden aan deborging en inbedding van de opgedane kennis en ervaringen, op zo’n manierdat anderen erop kunnen voortbouwen. Met dat doel voor ogen, hebbenwe onderzoekers van verschillende kennisinstellingen gevraagd om de 33Innovatielabs-projecten te volgen. Aan de hand van thema’s brachten zijdwarsverbanden tussen de doelen en de gehanteerde methoden van dezeinitiatieven in kaart. Het onderzoek, dat is gefinancierd door Regieorgaan SIA,bleek op zichzelf ook een experiment en leertraject. Want hoe organiseerje kennisontwikkeling en -uitwisseling door en tussen al deze verschillendebetrokkenen en hoe zorg je ervoor dat de belangrijkste opbrengsten sector-breed kunnen worden gedeeld?In dit onderzoeksrapport delen de onderzoekers hun bevindingen. Hierinis niet alleen aandacht voor de resultaten, maar vooral ook voor de inno-vatieprocessen die tot deze resultaten hebben geleid. Daarmee biedt hetrapport inzichten en handvatten om op voort te bouwen. Want als we iets vanInnovatielabs hebben geleerd, dan is het wel dat we alleen door gezamenlijkekennisontwikkeling en -uitwisseling de uitdagingen die voor ons liggen hethoofd kunnen bieden. Dit rapport markeert dan ook niet alleen het einde van Innovatielabs, maar ook een nieuw begin.