Dit is een testitem bedoeld voor functioneel beheerders bij de Hogeschool Utrecht om te beoordelen.Als mogelijk bron wordt vermeld: Dijk, M. van, & Gellaerts, S. L. (2022). Zorgvuldig ict-gebruik : een eerste kennismaking met het zorgvuldig gebruik van ict (7e druk). Wolters KluwerPag 98 - Privacyrecht, pag 103 Auteursrecht.
DOCUMENT
Open access publicatiekanalen kunnen een aantrekkelijk medium zijn voor studenten, menen IDM-docenten Peter Becker en Jos van Helvoort. Maar dan moeten nog wel onduidelijkheden over het auteursrecht uit de weg worden geruimd. Ook zou meer interactiviteit de aantrekkelijkheid ervan vergroten. Open-access publishing channels can be an attractive medium for students in higher education. But a lack of clarity on copyright issues must be adressed first. Also, more interactivity would enhance the attractiveness. [Peter Becker en Jos van Helvoort]
DOCUMENT
Onder invloed van digitalisering en internet is de afgelopen jaren de discussie over auteursrechten in het journalistieke veld opgelaaid. Verschillende aspecten spelen een rol in deze discussie. Sommigen benadrukken het belang van de online rechten van de makers en stellen dat het traditionele systeem van auteursrechten in de digitale wereld aan een update toe is. In 2008 opende de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) bijvoorbeeld een plagiaatdienst terwijl ook het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) onlangs een meldpunt in het leven heeft geroepen om ongeoorloofd hergebruik van hun nieuwsberichten in kaart te brengen. Anderen vinden auteursrecht in deze digitale tijd een achterhaald systeem. De sector zou zich volgens hen in plaats daarvan moeten richten op nieuwe manieren om geld te verdienen met nieuws. Modellen gebaseerd op Creative Commons zijn misschien wel geschikter om rechtenkwesties te regelen. In het kader van het Designing the Daily Digital project (3D) brengt de 3D Academy deze discussie in kaart. In deze bundel belicht een gevarieerde groep auteurs in een aantal mini-essays de verschillende kanten van het debat. Erik Huizer, algemeen directeur van TNO Informatiemaatschappij, verzorgt de inleiding op deze bundel. We zijn alle auteurs zeer erkentelijk voor hun bijdragen en hopen dat hun essays een vruchtbaar uitgangspunt zullen zijn bij de discussies die de komende tijd over auteursrechten en journalistiek gevoerd zullen worden.
DOCUMENT
Het proefschrift gaat in op de werkwijze, het belang en het gedrag van muziekuitgevers, de pioniers van de muziekindustrie. Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst geven muziekuitgevers composities uit op bladmuziek of licenseren zij deze. Door het succes van de grammofoonplaat werden de uitgevers een eeuw geleden uit het centrum van de macht van de muziekindustrie verdreven door de platenmaatschappijen die de geluidsopnames van muziek gingen exploiteren. De verborgenheid van de muziekuitgeversbranche komt enerzijds voort uit de onduidelijke positie van de muziekuitgevers in de culturele waardeketen van de muziekindustrie en anderzijds door de historische wirwar aan rechten. Opvallend genoeg is er weinig wetenschappelijke aandacht geweest voor deze industrie zeker in tegenstelling tot de aandacht voor de platenmaatschappijen, dit onderzoek hoopt daar verandering in te brengen. Machtige positie door digitalisering van muziek Het proefschrift van Wierda is een longitudinale studie die een periode van honderd jaar omvat. Muziekuitgevers verwerven een deel van het auteursrecht van een liedje, indien de componist muziek wenst uit te geven. Door deze wijze komt de uitgever voor de componist op zodat ze beide inkomen uit het intellectueel eigendom vergaren als of het liedje op plaat verschijnt of live ten gehore wordt gebracht. Muziekuitgevers wensen mede ten behoeve van de componist, inkomen te vergaren. Waar ook maar muziek geconsumeerd wordt eisen zij het recht van gebruik op. Dit kan zijn bij live entertainment, televisie, internet en games. Het bijzondere volgens het proefschrift is dat door de digitalisering na honderd jaar dynamiek de uitgevers weer in belang toenemen, doordat de handel in de fysieke geluidsdragers van de platenmaatschappijen tanende is. De muziekindustrie neigt naar een ‘rights industry’ waarin qua werkwijze de uitgevers al eeuwen in gespecialiseerd zijn. De huidige uitgevers kenmerken zich dan ook als ondernemers die weer dichter tegen de componist aankruipen en zich op deze wijze dynamisch profileren in de nieuwe tijd.
DOCUMENT
Een titel als "Handhaven van de digitale orde", roept bij velen een beeld op van een digitale politie die het internet afspeurt naar zaken die niet in de haak zijn. Toch was dat juist niet de bedoeling van dit hoofdstuk van het EDUCAUSE 2001 verslag. Veel meer staat de vraag centraal: welke vragen kom je als onderwijsinstelling tegen en wat kun je er aan doen? Dit hoofdstuk maakt daarbij een tweedeling in enerzijds copyright en auteursrecht en anderzijds computercriminaliteit.
DOCUMENT
De omvang van generatieve taalmodellen binnen de juridische wereld is op dit moment nog onbekend. Er zijn echter een aantal aspecten waar rekening me gehouden moet worden als je werkt met generatieve taalmodellen zoals OpenAI’s ChatGPT. Belangrijk aspecten waarnaar gekeken moet worden, zijn onder andere: auteursrechten. Dit beroepsproduct gaat in op de auteursrechtelijke aspecten van het gebruik van generatieve taalmodellen binnen het HBO-rechtenonderwijs.Disclaimer:Deze opdracht is uitgevoerd door studenten in het kader van hun opleiding bij het Instituut voor Rechtenstudies. De studenten leveren een juridisch beroepsproduct op en doen daartoe onderzoek. De studenten wordt tijdens de uitvoering van de opdracht begeleid door een coach. De inspanningen van de studenten en de coach zijn erop gericht om een zo goed mogelijk beroepsproduct op te leveren. Dit moet opgevat worden als een product van (derdejaars)studenten en niet van een juridische professional. Mocht ondanks de geleverde inspanningen de informatie of de inhoud van het beroepsproduct onvolledig en/of onjuist zijn, dan kunnen de Hanzehogeschool Groningen, het Instituut voor Rechtenstudies, individuele medewerkers en de studenten daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.
DOCUMENT
An investigation into whether or not young people studying in higher education in the Netherlands have modified their download behaviour, in the light of a legal obligation to block The Pirate Bay (TPB) by Dutch Internet Service Providers (ISPs). In the lawsuit, it is argued that a blockade by the ISPs would be an effective measure to stop downloading from The Pirate Bay. In this study the target group was asked if they think that their download behaviour is modified by the blockade.
DOCUMENT
We maken op grote schaal steeds meer gebruik van digitale middelen en mogelijkheden in het onderwijs; de leeromgeving is digitaal, we toetsen digitaal, we communiceren digitaal en we ontwikkelen steeds meer digitale lesmaterialen. Kortom: onderwijs digitaliseert. Met de toename van digitale lesmaterialen, is er een groeiende beweging om deze materialen voor iedereen toegankelijk te maken; dus niet alleen voor de eigen studenten of binnen de eigen instelling. Deze vrije toegang tot kennisproducten c.q. leermaterialen is versterkt door de Open Access beweging. De Open Access beweging stimuleer het vrij aanbieden van publicaties voor onderzoek en tevens het vrij aanbieden van o.a. leermaterialen voor het onderwijs. De Open Access beweging is al enkele decennia oud. We zien echter dat de “open-gedachte” nog geen gemeengoed is. Dit geldt zeker voor het onderwijs waarbij het gaat om het delen en hergebruiken van open leermaterialen. Open Leermaterialen, of Open Educational Resources (OER), zijn onderwijs-, leer- en onderzoeksmaterialen die digitaal of analoog vrij beschikbaar en herbruikbaar zijn voor iedereen. Om te weten of het materiaal vrij beschikbaar en herbruikbaar is, staat er een open licentie op. Deze licentie geeft aan hoe iemand de leermaterialen mag (her)gebruiken, wijzigen en (opnieuw) delen. Aan welke type (open) leermaterialen kun je denken? Dat zijn materialen zoals: tekst, beeld, audio, games, simulaties, presentaties, 3Dmodellen, websites, data, e.a..
DOCUMENT
Het onderzoek is onderdeel van het SURFfoundation project 'Open Onderzoek II'. Lectoren hebben hart voor hun zaak. Hun zaak is het verrijken van de wereld met kennis. Het belang van het vrij beschikbaar maken van onderzoeksresultaten wordt door vele lectoren onderschreven ― blijkt uit dit onderzoek ― en een aantal pleit zelfs voor een revolutie om dit te realiseren! Net zoals kunst eigenlijk niet acht jaar in de kast van het gesloten Stedelijk Museum zou mogen worden opgesloten, zo mogen publicaties van lectoraten niet achter de deuren van uitgeverijen verdwijnen. Het vereist lef om dit te voorkomen. Lef van de auteur om eisen te stellen aan de uitgevers. Lef om brutaal en ‘burgerlijk ongehoorzaam’ te zijn.
DOCUMENT