Een exploratie van principes voor beleid, zelforganisatie en solidariteit voor cultuur aan gene zijde van de Covid-crisis
MULTIFILE
This research examines the impact of transitioning to an autonomous operation on the airside of Schiphol airport, with a specific focus on emissions that affect both the environment and the staff working within airport premises. This study will explore current emissions from vehicles on Schiphol's airside, assessing their environmental impact and identifying harmful emissions. It will evaluate potential solutions, notably the role of electric vehicles, comparing this to the status quo before mapping the transition to an autonomous airside and its environmental consequences. A significant focus will be on the implications for staff working in these conditions. Additionally, it will review relevant laws and regulations to propose improvements, aiming to enhance Schiphol's environmental footprint. Conducted by Bright Sky for Schiphol Airport, this research aims to address overlooked harmful substances at the airport, seeking prompt solutions. Utilized by Schiphol, the findings will shed light on the necessity for innovation towards electric and autonomous vehicles, underlining the urgency for environmental improvements and technological advancements to tackle pollution issues effectively.
MULTIFILE
Het samenwerkingsverband van a.s.r., Kropman, Hogeschool van Amsterdam en Venema E-mobility heeft een pilot DC Nanogrid ontworpen waarin de betrouwbaarheid en veiligheid gewaarborgd zijn. Speciale aandacht tijdens dit project is besteed aan zwerfstromen, kathodische bescherming en autonome aansturing van het living lab op het a.s.r. verzekeringen parkeerdek. Een autonome systeembalans wordt gevonden door een Droop Rate Control (DrC) regeling. In het actieve DC-net heeft ieder component in het systeem een “gedragscode”: een eenvoudige regelstrategie die bepaalt wat het apparaat doet bij welke netspanning uitgaande van een nominale spanning (opwek en verbruik zijn in balans een hogere spanning (er is meer opwekvermogen aanwezig) of een lagere spanning (er is opwekvermogen te kort). Venema E-mobility heeft in dit project drie DC/DC laders ontwikkeld die zelfstandig met een drooprate control gestuurd worden. Het living-lab is getest en gekoppeld aan het bij a.s.r. aanwezige duurzame PV-opweksysteem en is onderdeel geworden van het grotere laadsysteem in het parkeerdek inclusief energiemanagement en beheeromgeving in InsiteSuite. De onderzoeks- en testresultaten zijn omgezet in conceptrichtlijnen en actief ingebracht in de Nederlandse normalisatie werkgroepen (NEN TC 64 en TC 81).
In onze visie voeren robots autonoom taken uit op de akker. Ze kunnen zaaien, oogsten, onkruid verwijderen, gewassen monitoren en verzorgen. Hierdoor zijn agrariërs minder kostbare tijd kwijt aan basistaken. Ook zijn er met dit soort robots geen (of veel minder) bestrijdingsmiddelen nodig en rijden er geen zware machines meer op het land. Dit leidt tot minder bodemverdichting en daardoor hoeft het land niet (of minder diep) te worden omgeploegd. Naast een enorme besparing op brandstof leidt dit ook tot een betere bodemkwaliteit en worden nieuwe teelten mogelijk. Agrarische robots zijn volop in ontwikkeling. Er zijn echter nog een aantal uitdagingen die opgelost moeten worden. Eén van die uitdagingen is volledig autonome, robuuste en veilige navigatie. De robot moet kunnen rijden zonder een bestuurder. Het AgriNav project: Agricultural Navigation In dit project werkt Saxion samen met drie pioniers op het gebied van agrarische robots in Nederland. Het doel is om een gedegen beeld van oplossingen voor het navigatieprobleem te ontwikkelen. We brengen daarvoor in kaart welke producten en frameworks er zijn en in hoeverre deze direct te gebruiken zijn. Op basis van de bevindingen maken we een afweging of de navigatie oplossing wordt ingekocht of dat deze zelf wordt ontwikkeld, bijvoorbeeld op basis van bestaande open source projecten. Onderdeel van dit KIEM project is het starten van vervolgtrajecten, zoals RAAK-mkb of RAAK-PRO. Impact Het project “AgriNav” geeft de inzet van kleine autonome zelfrijdende robots in de agrarische sector een boost, waardoor er nieuwe en duurzamere landbouw kan ontstaan. Dit past bij de ambitie van Nederland om voorop te lopen op het gebied van technologie voor voedselproductie. Door het project wordt de kennispositie van het consortium versterkt in zowel de topsector HTSM als AgriFood en de NWA routes “Duurzame productie van gezond en veilig voedsel” en “smart industrie”.
In de schoonmaakbranche is de werkdruk hoog . Hierdoor worden gebouwen dagelijks niet goed genoeg schoongemaakt. Er heerst krapte op de arbeidsmarkt. Schoonmaakwerk is vooral handmatig werk en is ook zwaar werk. De schoonmaakbranche is dringend op zoek naar technologische oplossingen die het werk in de toekomst kunnen verlichten. Eén van die technologische oplossingen is de introductie van schoonmaakrobots , die op dit moment mondjesmaat op de markt worden gebracht. Schoonmaakorganisaties weten nog niet goed hoe deze robots efficiënt in te zetten, het vergt nog veel tijd om ze te kunnen gebruiken en schoonmaakmedewerkers zijn terughoudend om ermee te werken. Het project Assisted Cleaning Robots (ACR) richt zich op de volgende onderzoeksvraag: “hoe integreer je robottechnologie in het werkproces in de schoonmaakbranche, zodat een robot enerzijds zo optimaal mogelijk het werkproces ondersteunt, en anderzijds zo optimaal mogelijk met de mens samenwerkt.” Wat hierin optimaal is en hoe dit gemeten kan worden, is onderdeel van het onderzoek en is afhankelijk van de technologische mogelijkheden, de mensen die er mee werken, en de werkomgeving. In dit project werken Fontys Hogeschool Engineering, Fontys Hogeschool Techniek & Logistiek en de Haagse Hogeschool samen met schoonmaakorganisaties CSU en Hectas en andere bedrijven (toeleveranciers van schoonmaakrobots als ontwikkelaars), nationaal samenwerkingsverband Holland Robotics en brancheorganisatie Schoonmakend Nederland. Dit project kent een looptijd van twee jaar en gaat van start op 1 november 2021. In dit project worden nieuwe schoonmaakprocessen gedefinieerd en wordt op basis van deze processen technologie ontwikkeld (waar doorgaans eerst een nieuw product wordt ontwikkeld en daarna pas gekeken naar hoe dit product in te zetten). In dit project staat de mens die met de technologie in het proces moet gaan werken centraal. De technologie en het proces worden gevalideerd middels praktijktests met de betrokken schoonmaakorganisaties, op representatieve locaties. Hieruit worden lessen getrokken voor verbeteringen.
Het lijkt de ideale oplossing: robots die de hele dag automatisch onkruid verwijderen, gewassen monitoren en verzorgen. Hierdoor zijn geen (of minder) bestrijdingsmiddelen nodig en rijden er geen zware machines meer op het land. Dit leidt tot minder bodemverdichting en het land hoeft niet (of minder) te worden omgeploegd. Naast een flinke besparing op brandstof leidt dit tot een betere kwaliteit van de grond en mogelijk nieuwe teelten. Inmiddels komen deze robots langzamerhand beschikbaar. Ze worden echter nog niet ingezet in de landbouw in Nederland. We willen inzicht in waarom deze techniek nog niet massaal wordt omarmd. Is het te duur? Niet commercieel verkrijgbaar? Onhandig? Niet robuust? Te ingewikkeld? Technisch nog niet volwassen? Of is er gewoon onbekendheid? Het project In het project brengen we in kaart welke partijen er in de markt actief zijn en welke producten er al zijn en welke nog worden ontwikkeld. Daarnaast willen we vanuit de agrarische sector weten wat zij als drempel en mogelijkheden zien voor de toepassing van deze techniek. We willen beschikbare producten testen en onder de aandacht brengen. Door in kaart te brengen wat er is en wat er gewenst is, ontstaat inzicht in de kloof die nog moet worden overbrugd. Vervolgprojecten kunnen die kloof overbruggen. Impact Het project “automatische onkruidbeheersing” geeft de inzet van kleine autonome robots in de agrarische sector een boost, waardoor er nieuwe en duurzamere landbouw ontstaat. Het project draagt bij aan de ambitie van Nederland om gidsland te zijn op het gebied van technologie voor voedselproductie. Het project wordt de kennispositie van het consortium versterkt in zowel de topsector HTSM als AgriFood en de NWA routes “Duurzame productie van gezond en veilig voedsel” en “smart industrie”.