In het schooljaar 2015-2016 is onderzoek gedaan naar de motivatie voor school van leerlingen uit het voortgezet onderwijs op een vijftal scholen met een sportprofiel in Amsterdam en omgeving. Het is uitgevoerd met medewerking van studenten uit het vierde jaar van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) bij scholen die een convenant1 hebben met de ALO Amsterdam. Zowel leerlingen uit de onderbouw als uit de bovenbouw zijn in het onderzoek betrokken.
DOCUMENT
Bij Sport en Bewegen leven verschillende vragen rondom studiesucces. Een van de vragen die de opleiding heeft is gericht op de werking van drempels en de mogelijke invloed daarvan op het aantal langstudeerders. Sport en Bewegen geeft aan dat het lukt om langstudeerders te laten uitstromen, maar doordat er nieuwe langstudeerders bij blijven komen, de totale groep niet afneemt. Een factor die op de instroom van langstudeerders van invloed zou kunnen zijn is de aanwezigheid van drempels in het curriculum. Binnen het programma van Sport en Bewegen zijn er verschillende drempels in het curriculum ingebouwd. Ten eerste zijn er bepaalde eisen waaraan studenten moeten voldoen voordat zij aan de stage in het 3e jaar mogen beginnen. De opleiding biedt de studenten die nog niet met hun stage mogen beginnen de optie om alvast de vakken te volgen die ze anders ná de stage zouden krijgen. Deze vakken worden twee keer in het jaar aangeboden. Een andere optie is dat studenten het 2e jaar opnieuw doen. Door deze twee opties aan te bieden kunnen studenten die nog niet aan hun stage mogen beginnen hun achterstand wegwerken, actief met de studie bezig blijven en blijven ze in contact met de opleiding en klasgenoten
DOCUMENT
De noodzaak van een actieve levensstijl voor de gezondheid is inmiddels voldoende bewezen en staan buiten kijf. Echter beweegt nog steeds een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking consequent te weinig. Een van de belangrijke doelstellingen van het vak lichamelijke opvoeding is om leerlingen te motiveren om deze actieve levensstijl aan te nemen en in hun verdere leven te behouden. De vraag is echter of het vak LO daar, in haar huidige opzet, wel voldoende in slaagt. Worden alle leerlingen wel voldoende bereikt? Waar moet een dergelijke les LO dan aan voldoen? Hoe ziet zo’n les eruit? Dit artikel stipt een aantal onderzoeken aan die dit probleem onder de loep hebben genomen.
DOCUMENT
In het hoger onderwijs wordt het pedagogisch klimaat veronachtzaamd. Het concept wordt niet mee in beschouwing genomen bij onderwijsinnovatie en onderwijsonderzoek. Dit artikel definieert het concept voor het hbo en werkt het uit op basis van de Zelf-Determinatie Theorie van Ryan en Deci (2000). Zowel voor volwassen werknemers als voor jonge leerlingen geldt dat zij binnen een klimaat dat tegemoet komt aan hun psychologische basisbehoeften aan relatie, competentie en autonomie, beter presteren en een hogere mate van welbevinden ervaren. Belangrijke factor daarin is de stimulans van hun autonome motivatie. Verkennend onderzoek onder studenten en docenten van de Academie voor Sociale Professies wijst op toegevoegde waarde van het in beschouwing nemen van een pedagogisch klimaat bij het overwegen van maatregelen om studiesucces te verbeteren. Een heldere kijk op het pedagogisch klimaat kan het ondersteunen van de motivatie van studenten en zodoende het verbeteren van hun leren theoretisch en empirisch verankeren. ABSTRACT In Dutch Higher Education, no attention is being paid to the Pedagogical Climate in schools. The concept is omitted in educational research as well as in innovative practices. This article defines the concept for use in Higher Education, making use of Ryan and Deci's Self Determination Theory (2000). The performance and well-being of adult employees as well as schoolchildren improve when their basic needs of relation, competence and autonomy are satisfied. A Pedagogical Climate that does so facilitates autonomous motivation. Explorative research done among teachers and students of the Academy of Social Work indicates surplus value of taking into account the Pedagogical Climate when considering various policies aimed to improve study success. Having a clear theoretical and empirical view of the Pedagogical Climate can firmly root initiatives to support students' motivation and help their learning.
DOCUMENT
Hoe leerlingen in de les L0 te beoordelen, is een vraagstuk waar veel vakgroepen mee worstelen. Tijdens vakgroepvergaderingen wordt geprobeerd antwoord te krijgen op vragen als: Geef je wel of geen cijfer? Toets je formatief , summatief of allebei? wat zijn de effecten van formatief ten opzichte van summatief toetsen? Stijgt de motivatie van leerlingen met een f ormatieve werkwijze? En blijft ons vak wel relevant als we geen cijfers meer geven? Deze vragen stonden centraal in een onderzoek naar een formatieve werkwijze op De Nassau, een VO-school in Breda. Dit artikel geeft inzicht in een van de mogelijke oplossingen voor het beoordelen binnen het bewegingsonderwijs in het V0'
DOCUMENT
In het Boekman themanummer Kunst en het maatschappelijk experiment wordt de actuele relatie tussen kunst en maatschappelijk experiment onderzocht. In dit inleidende artikel wordt de maatschappelijke context beschreven. De wereld veranderd razendsnel. Zaken als klimaatverandering, en migratiestromen vormen grote uitdagingen. Tegelijk doet de overheid een stap terug of vervalt tot een failed state. Kunstenaars reageren hierop met bottom-up initiatieven. Maken die dan ook daadwerkelijk het verschil? En zo ja, kan je daar dan ook beleid op maken?
LINK
Vanuit identiteitstheorieën richt dit onderzoek zich op de identiteitsontwikkeling van jongeren en het maken van keuzes, in het bijzonder de studiekeuze.
MULTIFILE