The main research question in this chapter was: Which information problem solving skills are, according to the lecturers in the Bachelor of ICT, important for their students? Selecting items from a results list and judging the information on actuality, relevance and reliability were regarded as extremely important by most of the interviewed lecturers. All these sub-skills refer to the third criterion of the scoring rubric, the quality of the primary sources. As mentioned before, one of the NSE lecturers holds the opinion that students should improve their behaviour exactly on this point. Another sub-skill that is seen as very important by the interviewees is the analysis of information to be applied in the student’s own knowledge product. This refers to the fifth criterion of the rubric, the creation of new knowledge. The quality of primary sources and the creation of new knowledge criteria both bear extra weights in the grading process with the scoring rubric. A third criterion which also bears extra weight (‘orientation on the topic’) was mentioned as an important subskill by some interviewees but not as explicitly as the other two criterions. One of the facets of information problem solving that need improvement, according to one of the lecturers, is the reflection on the whole process to stimulate the anchoring of this mode of working. In the concept of information problem solving are higher order skills (orientation and question formulation, judging information and creation of new knowledge) distinguished from lower order skills (reference list, in-text citations, the selection of keywords and databases). Considering all results of this research, one can conclude that the importance of the higher order IPS skills – which refer to ‘learning to think’ (Elshout, 1990) – is recognised by most of the interviewed lecturers. The lower order skills are considered less important by most of them.
On May 16th 2007 CESRT, Hogeschool Zuyd, took the initiative to organise an expert meeting on the subject of “Supervision in de Bachelor and the Master Social Work in Europe”. A group of supervision experts spent a whole day brainstorming and discussing supervision as a teaching method for practical training and professional development, “the state of the art” in Europe, and recent developments in the field. The expert meeting lead to the launching of a network for supervisors involved in Bachelor and Master (BaMa) Social Work programmes in Europe. The prime objective of the network is to exchange experiences and knowledge and furthermore to contribute to the development of supervision theory and practice in the BaMa Social Work. This report examines the reasoning and motivation on the subject. It provides a summary of the main themes, perspectives and a list of participants.
In de lerarenopleiding wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van pedagogisch handelen waarbij aangesloten wordt bij de ‘bekwaamheidseisen voor leraren basisonderwijs’. Het gaat dan om de ontwikkeling van pedagogische kennis en kunde en het stimuleren van bewustwording van het eigen handelen. Het expliciteren van het pedagogisch handelen van leraren is vaak nog lastig en blijft impliciet. Aanstaande leraren lijken zich wel bewust van het belang van hun pedagogische opdracht, maar kunnen hun pedagogisch handelen soms lastig verwoorden, onderbouwen of expliciteren. Zo ook bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming. Het ontbreekt hen aan taal om situaties te herkennen en hun pedagogisch handelen te duiden, terwijl ze er wel degelijk vorm aan geven. Dit onderzoeksproject heeft als doel om (aanstaande) leraren te ondersteunen bij het expliciteren van hun pedagogische opdracht bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming. Met behulp van de centrale vraag: “Op welke wijze kunnen alledaagse ervaringen – gericht op pedagogisch handelen bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming – benut worden om het handelen van (aanstaande) leraren te verstevigen?” wil de postdoc inzicht creëren in: - de manieren om alledaagse pedagogische ervaringen tot uitdrukking te brengen; en - de manier waarop deze ervaringen gebruikt kunnen worden om (aanstaande) leraren te ondersteunen bij de bewustwording van hun pedagogisch handelen en het zodoende te verstevigen. Het startpunt voor bewustwording is het expliciteren van alledaagse pedagogische ervaringen, zogenaamde lived experiences. Deze zijn de basis voor reflectie, dialoog met anderen en daarmee bewustwording. Het delen van verhalen over praktijkervaringen wordt gezien als een belangrijk startpunt bij het ontwikkelen van pedagogisch handelen . Bovenstaande sluit aan bij het instellingsplan 2017-2022 genaamd ‘Le(ra)ren met Lef’ en het onderzoeksprofiel van het onderzoekscentrum. De hbo-postdoc besteedt 50% van haar tijd aan onderzoek, de andere 50% wordt besteed aan het geven van onderwijs.
De managementgame is de populaire benaming voor het ontwerpvak BK6ON5, een verplicht vak voor derdejaars Bachelors van de faculteit Bouwkunde, met ieder jaar zo’n 300-350 studenten. Een rollenspel, waarbij studenten in groepen van 9-10 rollen gedurende 10 weken een gebied analyseren en een ontwikkelingsvisie voor de komende 50 jaar formuleren. Elk jaar wordt een actuele casus waar vraag naar is opgepakt: Herontwikkeling van Blaak (Rotterdam 2013), Pompenburg (Rotterdam 2014), Campus TU (Delft 2015), barrièrewerking A20 (Schiedam 2016), M4H (Schiedam en Rotterdam 2017), Spoorzone (Dordrecht en Zwijndrecht 2018), Alexanderpolder (Rotterdam 2019) en Van A tot Z (Rotterdam 2020). Met deze cases wordt geschiedenis geschreven: toenemende complexiteit en integraliteit, gevolgen van klimaatverandering, economische ontwikkeling, verschuivende politieke verhoudingen, de verschuivingen in sturing op ontwikkeling, een meer circulaire economie en inclusieve samenleving. Het beschrijven van de opeenvolgende processen, de relatie met de gemeente die de opdracht heeft geformuleerd en de impact van de ‘lessons learned’ is de essentie van het voorstel. Het is niet alleen een rijke leeromgeving om te bestuderen, maar de uitkomsten van die studie zijn ook weer zeer bruikbaar voor de gemeente. De beschrijving van de cases en ontwerpoplossingen laat ook zien hoe een vak, gewaardeerd door studenten én professionals, kan worden vormgegeven. Er zit een beproefd didactisch concept achter de managementgame, wat ook op andere scholen, zeker in andere steden maar ook op andere schaal en zelfs context, kan worden toegepast. Die toelichting is een zinvolle kennisdeling in zich zelf, passend in de doelstelling van de City Deal Kennis Maken.
Het is de ambitie van de Erasmus Universiteit om studenten tijdens hun studie te leren werken aan maatschappelijke uitdagingen in de stad. Het is belangrijk dat studenten hun kennis leren toepassen op reële, soms moeilijk tembare problemen waar niet iedereen hetzelfde over denkt. Deze ambitie wordt gedeeld door de Gemeente Rotterdam. De Erasmus Universiteit werkt deze ambitie uit binnen het laatste jaar van de bacheloropleidingen in een ‘Impact Ruimte’. Studenten werken in interdisciplinaire teams aan praktijkvraagstukken vanuit alle wijken en uit alle geledingen. Op basis van haar ambitie, en in overleg met de gemeente Rotterdam, is het voorstel om een kwartiermaker aan te stellen die: - Inventariseert welke partijen in de stad zich duurzaam willen verbinden aan samenwerking met de EUR; - Een efficiënt organisatiemodel ontwerpt; - Zodat externe vragen op een gestructureerde manier worden aangeboden; - Deze kunnen worden vertaald naar academische vereisten en worden doorvertaald naar het hbo of mbo (of omgekeerd); - Zodat studenten uit het wo, hbo en mbo aan deze opdrachten kunnen werken. De kwartiermaker: - Organiseert thema-dialogen, zodat partijen in de stad een beter idee krijgen welk soort opdrachten door studenten kunnen worden uitgewerkt (niveau, duur, inzet studenten, verwachtingen eindresultaat) en de opleidingen begrijpen welke wensen partijen van buiten hebben; - Verbindt alle partijen rondom herkenbare thema’s als sustainability, inclusiviteit en gezondheid; - Rapporteert over de uitdagingen in organiseerbaarheid vanuit alle betrokken perspectieven en ontwikkelt daartoe oplossingen. Binnen de Erasmus Universiteit is groot draagvlak en is tot en met 2024 extra financiering om een Impact Ruimte in de bacheloropleidingen te implementeren. De gemeente Rotterdam en Erasmus Universiteit verwachten dat dit initiatief de interactie tussen de grootstedelijke context en het onderwijs in de stad versnelt, de samenwerking in het onderwijsdomein versterkt en het talent van de studenten beter verbindt aan de opgaven van de stad.