How are the students of Inholland University of Applied Sciences doing? How do students assess their health and how engaged are they? What are the biggest stressors during their time as a student and what stress reactions do they experience? How resilient and optimistic are the students, and from whom do they get the necessary support? Based on the Student WellBeing Model, this fact sheet shows the most important results of the Student Well-Being Study 2017–2018. The questionnaire was completed by students in the classroom (n=407).
DOCUMENT
This paper deals with the complexity of doing research in design practice. More and more projects and papers appear dealing with this topic and the time has come to draw up the balance sheet. This paper starts with explaining the status of design research until now, in which we indicate the challenges to overcome to become a mature research field. We discuss nine issues which are - according to our experience - important to overcome. Within each issue we indicate the problem that we encounter (or have seen being encountered) while executing design research in practice. For each problem we propose a solution that fit both to the quality standards and methodology of scientific research and to the quality standards required in daily design practice.
DOCUMENT
In de ontwikkeling van voedingsmiddelen draait alles om smaak. Eten moeten vooral lekker zijn, toch? Om smaak en andere producteigenschappen in kaart te brengen wordt sensorisch onderzoek (SO) uitgevoerd. In de praktijk gebeurt dit vaak onder suboptimale omstandigheden vanwege bijvoorbeeld onvoldoende beschikbaarheid van panelleden en een gebrek aan tijd. Belangrijke beslissingen worden vervolgens gebaseerd op onbetrouwbare, invalide resultaten. Er is daarom een behoefte naar snelle, betrouwbare en valide methodieken. Daarbij geldt dat voedselkeuze een complex proces dat verder gaat dat het analytisch beoordelen van producteigenschappen. Zo kan de context van consumptie van invloed zijn op de perceptie van smaak. In het sensorisch onderzoeksveld is hier steeds meer aandacht voor. Hiermee beweegt SO zich richting consumentenonderzoek (CO). De overlap en wederzijdse beïnvloeding van elementen uit SO en CO zijn relevant tijdens verschillende fases van het productontwikkelingsproces. In dit postdoconderzoek zal Vera van Stokkom een snelle en flexibele onderzoeksmethode ontwikkelen en valideren. Elementen van SO en CO zullen geïntegreerd worden in een methodiek onder de werktitel Rapid Sensory & Consumer Modules Tool (RSCM-tool). De methodiek zal worden gericht op de productcategorie groenten. Groenten passen bij uitstek in een gezond en duurzaam voedingspatroon. Ook zal worden onderzocht of de RSCM-tool kan worden ingezet bij ouderen, omdat bij ouderen achteruitgang in sensorische perceptie plaatsvindt. Met dit postdoconderzoek wordt kennis en ervaring opgedaan over de toepassing van een nieuwe sensorische onderzoeksmethodiek (RSCM) die uiterst relevant is voor onderzoek met, en onderwijs op het gebied van voeding. Dit postdoconderzoek valt onder het Research and Innovation Centre Agri, Food & Life Sciences van Hogeschool Inholland. Naast een verbreding en verdieping op de onderzoekslijn Gezondheid in de Metropool en het domeinoverstijgende onderzoeksprogramma Food for Happy Ageing, zal dit onderzoek bijdragen aan duurzame curriculuminnovatie binnen de opleiding Food Commerce and Technology en de profilering van Hogeschool Inholland als kennispartner.
In line with the ‘Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030 (NMBP)’ the consortium intends with this research proposal to contribute to a prosperous society with a resilient population and healthy natural environment. The Caribbean Netherlands are dealing with a situation where imported vegetables and fruits are mostly imported and hardly affordable. This leads to consuming unhealthy food and high obesities rates as a consequence. A lack of good agricultural practices with regard to water-smart and nature inclusive agriculture, as well as limited coping capacities to deal with hazards and climate change, results in very limited local production and interest. Initiatives that focused only on agrotechnological solutions for food resilient futures turned out to be ineffective due to a lack of local ownership, which jeopardizes sustainability. Moreover, the ‘green’ and ‘blue’ domains are not seen as attractive career perspectives among youth, hampering a bright future for those domains. The aim of this research is to contribute to water-smart and nature inclusive food resilience embedded in a local participatory perspective in the Caribbean Netherlands. To address the above challenges, a living lab approach is adopted, where youth will be trained as (co)-facilitators (WP1) who will contribute to a participatory envisioning process and an articulation of food resilient futures (WP2). Finally, based on the envisioning process local stakeholders will select and implement experiments for food resilient futures followed by dissemination of results among key stakeholders as well as children and youth at the BES islands (WP3). This project strategy will lead to a network of a living lab where professionals and youth work together on food resilient futures. Training manuals and the results of experiments with regard to water and food system alternatives will be used actively to encourage youth to be involved in sustainable agriculture and consumption.
Aanleiding In de Oosterschelde hebben de intergetijdengebieden (de stukken die bij laag water droogvallen, ook wel: litoraal) last van een proces dat bekendstaat als zandhonger. De afkalving is groter dan de aangroei en zonder ingrijpen zal deze erosie ervoor zorgen dat het gebied uiteindelijk onder water verdwijnt. Zandhonger bedreigt de landschappelijke kwaliteit, belangrijke habitattypen en natuurwaarden. Tegelijkertijd willen schelpdierkwekers de productie van mossels en oesterbroed in het gebied verhogen. Litorale mosselbanken kunnen een oplossing bieden omdat ze mogelijk erosieremmend werken. Doelstelling De centrale vraagstelling waarop dit onderzoek antwoorden zoekt, valt in drie deelvragen uiteen: " Hoe kunnen litorale mosselbanken in de Oosterschelde worden aangelegd? " Welke waarde levert dit op? " Zijn de verschillende functies - economie, plaatstabiliteit en natuur - te verenigen, en zo ja, hoe? De projectleden onderzoeken wat de methoden en (rand)voorwaarden zijn voor het construeren van een litorale mosselbank. Ze onderzoeken factoren in aanleg en actief langdurig beheer die meerwaarde voor commerciële productie, plaatstabiliteit en natuur van de schelpdierbank leveren. Ze kijken bovendien naar mogelijkheden om deze meerwaarde te balanceren en te optimaliseren. Beoogde resultaten Het belangrijkste concrete resultaat van het project is een beproefde methode, met guidelines en protocollen, voor de aanleg van litorale mosselbanken. Een waardenmodel zal inzicht geven in duurzaam beheer. De nieuwe kennis, inzichten en producten worden online in het bestaande kennismanagementsysteem van de Delta Academy, de Delta Expertise Site (wiki), geïncorporeerd en zo breed ontsloten. Het projectteam publiceert over de nieuwe kennis, en de kennis en producten gaan deel uitmaken van het onderwijs en de nascholing van de hogeschool.