In een tijd waarin ruimte in de stad steeds schaarser wordt, neemt de druk op ruimte voor werk toe. Ondernemers vanuit 6 praktijkvoorbeelden stellen ruimte voor werk wel veilig door als collectief te opereren. Door het vast stellen van hun (betaalbare) ruimte voor werk, kunnen collectieve toegevoegde waarde voor gebiedsontwikkeling in stedelijke omgevingen opbrengen. Als we dit tot een maatschappelijke investeringsmodel zouden kunnen vertalen, dan zouden ondernemers 1. de positie en relevantie van MKB in de stad helderder legitimiseren 2. onrendabele toppen haalbaarder maken (te verdelen onder de baat-hebbenden) 3. MKB collectieven een vaste rol in gebiedsontwikkeling bieden 4. Beter benutten van vastgoed, faciliteiten en infra's (verdichten/stapelen/clusteren) 5. Last mile van circulaire ketens vanuit de stad en urban-mining bevorderen.In dit whitepaper beschrijven we drie specifieke randvoorwaarden die bijdragen aan opschaling van ondernemerscollectieven: 1) het meten van hun impact op gebouw-, gebieds-en stadsniveau, 2) het omarmen van nieuwe samenwerkingsvormen en 3) het ontwikkelen van een lange termijnvisie op werkruimte in de stad. Het perspectief van de ondernemer staat centraal. Maar er is ook aandacht voor de rol van de overheid, de noodzakelijke beleidsmatige steun en het instrumentarium om opschaling mogelijk te maken.
Bedrijventerreinen hebben grote potentie als het gaat om de urgente transitievraagstukken van nu, zoals verduurzaming en de leefbaarheid van steden. En dat is nog los gezien van de bijdrage aan de werkgelegenheid en (circulaire) economie. Toch blijft de politiek veel te eenzijdig inzetten op woningbouw, constateert Cees-Jan Pen. Het verduurzamen van bedrijventerreinen is een gezamenlijke opgave, stelt John van Veen, die met PVB Nederland oplossingen dichterbij wil brengen. ‘Energyhubs kunnen een belangrijke rol gaan spelen in het energienetwerk van de toekomst.
LINK
Purpose – Information verification is an important factor in commercial valuation practice.Valuers use their professional autonomy to decide on the level of verification required, thereby creating an opportunity for client-related judgement bias in valuation. The purpose of this paper is to assess the manifestation of client attachment risks in information verification. Design/methodology/approach – A case-based questionnaire was used to retrieve data from 290 commercial valuation professionals in the Netherlands, providing a 15 per cent response rate of the Dutch commercial valuation population. Descriptive and inferential statistics have been used to test research hypotheses involving relations between information verification and professional features that may indicate client attachment such as an executive job level and brokerage experience. Findings – The results reveal that valuers acting at partner level within their organisation obtain lower scores on information verification compared to lower-ranked valuers. Also, brokerage experience correlates negatively to information verification of valuation professionals. Both findings have statistical significance. Research limitations/implications – The results reflect valuers’ reasoning behaviour rather than actual behaviour. Replication of findings through experimental design will contribute to research validity. Practical implications – Maintaining close client contact in a competitive environment is important for business continuity yet may foster client attachment.The associated downside risks in valuation practice call for higher awareness of (subconscious) client influence and the development of attitudinal scepticism in valuer training programmes. Originality/value – This paper is one of the few that explore possible sources of valuer judgement bias by relating client-friendly valuer features to a key area of valuation i.e. information verification.
LINK
Woningcorporaties (woco’s) trachten een bijdrage te leveren aan een duurzaam gedreven, volledig circulaire economie in 2050. Daartoe voeren zij tools in zoals kennis over circulair bouwen of ketensamenwerking. Die verzameling tools wordt in dit onderzoek levenscyclusdenken genoemd. Het invoeren van levenscyclusdenken vraagt om een systemische verandering die complex is en transdisciplinair en praktische veranderingen op alle hiërarchische lagen binnen de woco. Daartoe is een dialoog nodig tussen die lagen, die momenteel ontbreekt. Dit leidt tot de onderzoeksvraag: Op welke wijze kan binnen de interne keten van woningcorporaties de dialoog worden gefaciliteerd over het structureel invoeren van levenscyclusdenken? Binnen het consortium van woningcorporaties (Wonion, Mitros), partners (HEMUBO, Van Wijk Vastgoedonderhoud) en experts (dr. ir. Ad Straub en Gijs van Mil) ontsluiten we een dialoog tussen projectleider, asset manager, directie en/of beleids- of strategiemedewerker en financiën over de gevolgen van levenscyclusdenken op de interne organisatie van woningcorporaties. Vervolgens wordt onderzocht of SNA als basis kan dienen voor een dialoogtool die in een groter onderzoek kan worden doorontwikkeld. De beoogde resultaten zijn: 1) Een leer- en bewustwordingsproces onder beroepsprofessionals uit verschillende hiërarchische lagen en afdelingen van woco’s door het openen van de dialoog over de betekenis van levenscyclusdenken in hun werkpraktijk; 2) Een visuele omschrijving (SNA) van de complexiteit van levenscyclusdenken bij woco’s; 3) Netwerkvorming en vraagarticulatie voor het opstarten van een groter project (bijv. RAAK-Publiek) waarin de bredere productieketen wordt meegenomen; 4) Een digitaal prototype (app) dat woco’s in staat stelt zelf een SNA te maken om de dialoog op gang te brengen. Naast doorwerking in onderzoek werkt het project direct door in de onderwijspraktijk van de HU-Master of Urban Area Development. De hierboven genoemde woningcorporaties zijn opdrachtgever voor masterstudenten. Het activiteitenplan is gekoppeld aan de looptijd van de cursus “Strategisch beheer”.